zij is ervan overtuigd
dat niet wíj bewegen
maar de aarde
wij heffen alleen onze benen op
en de aarde beweegt voort
net zoals van een fiets
de wielen bewegen
doordat de aarde ronddraait
ook gelooft zij
dat vliegtuigen
wel opstijgen
maar niet vliegen
doch wachten
totdat de aarde
ver genoeg
is gedraaid
om te landen
daarom is het ook goed
volgens haar
dat er voorrangsregels zijn
en verkeerslichten
en bestuurders
want de aarde kan altijd
maar één kant tegelijkertijd
op bewegen
als zij meer kanten op draait
wordt het een zootje
en botst iedereen tegen elkaar
ze kijkt tevreden
en ik waag het niet
haar op andere gedachten te brengen
want ze is pas zeven
ze zat drieëntwintig jaar
verborgen
in het vloerkleed
zij zat niet
ze lag
ze lag langgerekt
en voornamelijk plat
getrapt
drieëntwintig jaar
op de vloer
in het kleed
tweedimensionaal
haar gezicht van voren
haar lijf opzij
sommigen
veegden nog even extra
hun zolen af
een enkeling schuifelde met de schoen
alsof hij een peuk uitdrukte
eentje benutte haar hakken
om zich rond te draaien
en af te zetten
drieëntwintig jaar lang
in een kringloopwinkel
werd ze ontdekt
omdat ze eruit rolde
toen men het tapijt opengooide
nu hangt ze aan het rek
met tweedehands lingerie
maar geen vrouw wil haar hebben
en de mannen zien haar niet
ooms
die met de subtiliteit
van een kettingzaag
een worstje in tweeën sneden
met handen als kolenschoppen
niet gewend om te aaien
maar om ijzer te buigen
ooms
met lange leren bromfietsjassen
altijd in de weer
om ergens een handeltje
te ritselen
en die niet beter wisten
dan
dat
dat
het leven was
ooms
die hun gevoel
in voetbal gooiden
en die in uitslagtaal praatten
wellus – nietis
en die bij elkaar
in de koffie loerden
naar het grootste vel
van de melk
ooms
die vroegen wat ik deed
(lezen)
wat?
(boeken over uitvinders)
wat ik voor Sinterklaas had gekregen
(een microscoop)
en daarna zwegen
en naar hun handen keken
de dictator ligt wakker
en bestelt 700 nachtegalen
de regelaar zoekt zich suf op internet
en belt zich een slag in de rondte
een vliegtuig vertrekt
en is binnen twee uur terug
voor de zekerheid
zijn duizend vogels meegenomen
301 nachtegalen leggen het loodje
niemand durft de overige vogels
naar de dictator te brengen
hij slaapt inmiddels
leven golft door de worm
het dier kronkelt in aarde
en vreet zich een weg
door het donker
graafzand spoelt zijn maag
en poept de tunnel
achter zich dicht
lauwe klei glimmend
op het blad van de bats
twee keer gesneden beest
in warme grond
het dier wentelt
drievoudig verder
het zuur dat ooit leven maakte
neemt dat leven terug
met licht
blauw licht golft door de worm
van cel naar cel
trekt de dood door twee dieren
de kop groeit weer aan
klees
klees altijd
rond middernacht
assik niet lees
worrik gek
klees enk drink
assik niet drink
gaak denken
dattut allemal an mij ligt
nuuk drink
ligt het allemal
an de anderen
en kank rustig lezen
nu
om middernacht
de mensen die weg zijn
vergeet ik
de anderen komen later pas
assik in coma lig
te snurreken
het was vroeger
toen andere mensen lucht waren voor mij
omdat ik alleen jou kende
toen
snoof ik jou naar binnen
en ik vrat je op
voelde je huid
streelde je haar
kleefde aan je lippen
met mijn oren
en rook je
toen
toen ik dacht
dat ik niet zonder jou kon leven
zei je
dat ik moest gaan
dat jij ging
en ik moest wegwezen
tot drie keer toe
zei je dat
want ik was hardhorend
toen
toen ging ik
dood, dacht ik
maar ik bleef ademen
en realiseerde mij
dat anderen mensen
lucht waren
voor mij
de houthakster spuugt
op een plant
in het bos
speeksel druipt in draden
het hout ruikt kruidig
en zoet in de zon
de houthakster velt een stammetje
een jongen siddert
ze lacht
en rochelt daarna
wil opnieuw spugen
maar er komt niets
ze pist een kleine waterval
tussen haar dijen
over roze rotsen
de jongen vlucht tussen de varens weg
als een ree
met grote oren
zijn groene broek in de hand
de houthakster trekt
haar riem een gaatje strakker
pakt de motorzaag
en grijnst
natte sneeuw
valt veel te snel
en breit een dikke drab
op straat
als een trui die ik nooit zal dragen
om vier uur is het donker
de winter komt
en ik wil weg
dus wacht
op mij
ik wil naar het oosten
waar het altijd ochtend is
waar de zon is
de drab in de straat bruint grijs
het vriest
vocht glinstert op klinkers
wanneer komt de koffie?
hete koffie met likeur
op het zorgwagentje
van half vijf
in de openbare tuin
hangt dikke sneeuw
te druipen aan de takken
een kat loop zwart tussen de perken
naar het westen
ik wil naar het oosten
maar wacht nog even op de koffie
daarna ga ik weg
vanavond
na het eten
vannacht
naar het oosten
naar de ochtend
er liggen zeven dode dominees
in de open bak van zijn pick-up
hun witte bef vol bloed
hij bungelde boven zee
terwijl hij ze lokte
met mooie woorden
en hun kop tegen de rots schokte
zeven dode dominees
met rode befjes
in de windstilte van een laadbak
straks bakt hij zeven dominees
twee om zelf te eten
vijf voor de buurvrouw
die hij liefheeft
en haar kinderen
die hij op zaterdagmiddag
rondrijdt in de laadbak van zijn pick-up
op zondag draait hij platen
bij bier en een halfgare dominee
[dominee: prestar (IJslands) of puffin (Engels),
papegaaiduiker met een witte bef, zwarte rug en
statige manier van lopen; soms ook clown genoemd]
haar vader verzamelde
damesvingers
teennagels van de duivel
slangenkeien, rugwervels
en bezoarstenen
zij zocht naar
zeepokken
weekdieren
waterlelies
en oesters van vroeger
ze reconstrueerde zeereptielen
vond koppotige beesten
van 200 miljoen jaar geleden
en ontdekte coprolieten
zijnde fossiele keutels
ze beschreef haar vondsten
en verkocht ze aan mannen
die hun naam eraan gaven
en dat alles in een tijd
waarin de meeste mensen fossiliseerden
lang voordat ze dood waren
maar het beroemdst werd ze van de tongbreker:
she sells seashells on the seashore
(Mary Anning 1799 - 1847)
ik heb de gordijnen in de koelkast gedaan
een blok dippers opgewarmd
de Krolksvant gelezen
en gewacht tot jij kwam
ik heb erwten geteld
een pak soep neergevlijd
op het zacht golvende aanrecht
en naar buiten gekeken
ik heb kaas met ham gewenst
een tosti laten bezorgen
en links en rechts en links
de straat in gekeken
ik heb het bed
met de grond gelijk gemaakt
naar de radio geluisterd
of je kwam
en gehuild
als een Mexicaanse hond
ik wil graag
naar je toe gaan
maar dan kan iedereen
bij mij naar binnen kijken
want de gordijnen ...
ik had een tante
die gedichten las
niet meer dan tien per dag
per avond
bij haar borrel
maximaal één gedicht per glas
de slappe slaapmuts van de drank
zij was een matige lezeres
maar een stevige drinkster
en is gestorven aan poëziekanker