Biografie van FM Zeilstra

Geboren in 1958 in Amsterdam.Getogen in Utrecht tm Kunstacademie aldaar.Sinds 1981 in Friesland werkzaam als beeldend kunstenaar.In 2010 serieuzer gaan schrijven. April 2020 debuutbundel 'Teerling' (uitgeverij Vliedorp)Zie: www.frankzeilstra.nl. Woont nu in Leeuwarden
2020
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    3494

    Babel

    1e ronde

    Toen alle kleurtinten vermengd raakten
    Nadat de zondvloed  was weggeëbd
    Nadat, na vereniging van alle mensen, bleek
    dat we het paradijs niet erven mochten
     
    Dus na de wereldwijde spraakverwarring
    Toen alles was weggespoeld, gesaneerd
    en nadat alles weer was opgekalefaterd,
    de imprimatura zorgvuldig was vergrijsd
     
    We eensgezind naar de horizon drommend
    Om het diepste zwart te herdefiniëren
    Om de achterkant van licht te herontdekken
    Om wat geen naam had, naam te geven
     
    En daar waar we ons altijd argeloos verliezend
    in veel te vervagende vooronderstellingen of
    juist gemakkelijk geruststellende theorietjes
    of voor de hand liggende allegorietjes
     
    Zouden we ons eens blijvend moeten neerleggen
    bij ons fantastisch en kleurrijke bestaan.
    En zouden we dat, met taal en teken, hier en nu,
    onbelemmerd en aanhoudend moeten vieren!
  • 2
    3496

    Eenmaal buiten

    1e ronde

    gaapte stilte me met open ogen aan
    Ik kon haar alles zeggen, zo vroeg
    Niemand zou een woord verstaan
     
    Ik vatte moed en adem,
    duwde ferm opzij omsluitend duister en
    beende grote passen de zonnewende naderbij
     
    De dag nam nauwelijks nog de moeite
    er iets vreugdevols van te maken
    Uren sloten getrouw de rij
     
    Eenmaal binnen besloegen,
    haar weerwoord opgelost in fluister,
    al mijn ruiten met ondoorzichtig wasem
  • 3
    3365

    Geluk

    1e ronde

    Ze huppelt op toppen der zinnen,
    licht en met gracieuze souplesse
    Plekt even mijn zoet moment en
    fladdert als een gulzige vlinder
    naar een volgend ontluikend event
    Zie haar maar eens te herwinnen
     
    Ze gedijt op toeval, een bagatel
    Stapelt ervaringen met dromen
    Mixt geuren met kleuren, een oogwenk
    met smaak, een toon, een antwoord,
    besef, of in alles tezamen het stromen
    Kiest lukraak, voor haar is het spel
     
    Haar focus staat zelden op scherp
    Als ze de top eens niet haalt
    kan ze weeromstuitelijk diep vallen
    Soms blijft ze op een enkele zin hangen
    Naar dat lokaas reikt mijn verlangen en
    de kunst is haar daarachter te vangen
  • 4
    3498

    Invacuatie

    1e ronde

    Muren weerkaatsen het Groot Alomme
    door het diffuus verdwaalde licht,
    van verwegge en bladverloren bomen,
    ook het raamwerk van mijn onderkomen
    Wat ooit open kon zit nu potdicht
     
    De scherpte neemt sterk af, naarmate
    ik voor mijn droeve zatte zelf zwicht
    Moed vatten in een grommend godverdomme
    biedt soelaas voor mijn inpandig desolate,
    noch voor mijn andere, hoopvolle ik
     
    Zo oefen ik onmachtig een lange adem
    Schraap ik dikwijls mijn stomme keel
    Lik ik, in afwachting van die griepprik,
    de droesem van de bodem, en beluister
    nog maar eens een troostrijke Bachcantate
  • 5
    3364

    Just checking!

    1e ronde

     
    Beschut door hoge wal en groen
    wacht mijn bescheiden bootje
    Mijn bootje wacht verscholen,
    geduldig tussen wuivend oeverriet
     
    Anders dan beschikbaar blijven
    hoeft ze niet te doen. Niet vol te
    lopen met anders overtollig leven
    Maar simpel stil te blijven drijven
     
    Als na afrijpen, oogsten, vullen
    en ook weer legen van de schuren,
    Na de regen en na het hozen,
    na het allerlaatste naseizoen
     
    Als na het lijf ook nog de geest
    klaar met het alom lamlendig dolen
    mijn overtocht aanstaande is,
    rijst zij beschikbaar, fier haar steven
     
    Zonder schipper, geheel vanzelf
    Na dat lange wachten, nu eens gretig
    Op avontuur, koersend op wederom
    een opzienbarende ontdekking!
  • 6
    3497

    Mom

    1e ronde

    Aan de ene kant het zien
    Aan de andere gezien worden
    Aan de ene kant geoorloofd
    Aan de andere clandestien
     
    Aan de ene kant je blootje
    Aan de andere de schaamte
    Aan de ene kant de oever
    Aan de andere het bootje
     
    Aan de ene kant volop leven
    Aan de andere de dood
    Aan de ene kant de twijfel
    Aan de andere het gegeven
     
    Aan de ene kant waarheen
    Aan de andere waarom
    Aan de ene kant de een
    Aan de andere de ander
     
    Daartussen de geboden
    de richtlijnen, mitsen en maren.
    Dekmantels van onze tijdelijke
    en gedroomde goden
  • 7
    3366

    Paradyske

    1e ronde

    De plek is eigenlijk eenvoudig te ontdekken
    Niet eens ver weg of heimelijk verborgen
    Je deur uit, ergens aan het einde van je pad
    Daar waar je nog niet eerder hebt gekeken
    Daar waar het onverharde deel begint
     
    Het onderscheidt zich van het alledaagse
    niet door feestelijke toeters, bellen en slingers
    Is niet via cryptische bewegwijzering te vinden
    Als je er naar vraagt zegt niemand je nog iets
    Niets is er in stafkaarten van opgetekend
     
    Je ontcijfert raadsels uit fluisterende stemmen, 
    Je fantasie achtervolgt je droom heel nauwgezet
    Je buik is vol van het hier nu toch al bestaande
    Het leven is lijden, ok, maar eens ben je het zat
    Je zou zomaar voor de afslag kunnen kiezen
     
    Als het zogenaamde lusthof eindelijk opdoemt
    Blijk je geen uitnodiging te hebben ontvangen
    Blijkt het pad dat je loopt lang niet eindig en
    zwaai je moedig terug naar planten en bloemen
    die zich achter het hek blij vervelen in rijen
  • 8
    3367

    Voorzorg

    1e ronde

    Ik heb een kanarie in mijn hoofd genomen
    Een knalgele tegen het onzichtbare gevaar
    Als de mooifluiter stilvalt moet ik rennen
    Een wrede ziekte wacht de treuzelaar
     
    Ondertussen leer ik vaker handen wassen
    Slechts twintig seconden neemt dat maar
    Dan meet ik meters om afstand te houden
    van de potentiele dragers in het openbaar
     
    Uitwisseling van excreties is uit den boze
    Zoenen, likken en wacht u voor de kittelaar
    Wees in het wild dus extra op je hoede
    voor druppelaar, reutelaar en zwemleraar
     
    Ik gun ieder een knalgele corona-kanarie
    Voorbeeldig is deze bescheiden vogelaar
    Blijf als onnozelaar ook ver van de penarie
    En pas vooral op voor die ijdele martelaar!
  • 9
    3492

    Wad

    1e ronde

    Ik overzag in Moddergat met Pasen
    de grenzen van land, lucht en water.
    Het licht was dof en flets, ietwat gesmoord
    Niets dan louter holle frasen passen tegen
    het decor van dit groots openluchttheater
     
    Er viel geen onnodig woord, geen woord
    op dit suprême moment, en wat er viel
    was dierlijk ongenuanceerd en anoniem
    Zou ik dezelfde kreten slaken, ik zou er
    geen zee mee scheiden of wolk mee kraken
     
    Na gedane zaken, dichter bij de einder
    vond ook het wezen het genoeg geweest
    Het wezen, dat van schaduwen geen hinder,
    mijn zwaarmoedigheid niet minder maakte
    was voor verten daarentegen onbevreesd
     
    Wat ik nog kon antwoorden, een moment
    van het klevend leven losgekomen, is niet
    dat het allemaal zo prachtig was, niet
    dat alles zo onvergetelijk sprookjesachtig was
    Maar dat ik geluk had je te hebben gekend
     
    Ik heb daarna de verlichting geprobeerd,
    en mijn ziel aan een wulpenpaar verpand,
    en uit ijlte weergekeerd, me thuis vermand.
    Maakte er van de pier een kolossale komma,
    en van het continuüm mijn enig lemma.
2019
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    3137

    Alweer een sprokkelveld

    Top 100
    De laatste bomenresten zijn verhakseld
    Met grof geweld zijn ze daarvoor neergegaan
    Het wild staat er beteuterd noch ontdaan, er is
    een sprokkelveld, een sprokkelveld voortaan
     
    Het is wennen zonder essen, zonder dennen!
    Met de grenzen van onze leefruimte verkennen,
    is het bericht aan alle soorten doorverteld:
    “Er is een gloednieuw sprokkelveld ontstaan!”
     
    We kunnen er verpozen, er behalve samen eten,
    (resten schaduwplanten, nog enkele boleten)
    er in sport en spel onze krachten meten, we
    kunnen van de open plek een speelveld maken,
     
    We kunnen er onbelemmerd sparren, we raken
    elkaar, behalve in de verte, niet zomaar kwijt!
    We zetten lijnen uit, maken van het sprokkelveld
    een hockey-, honkbal-, korfbalveld desnoods
     
    In wat eens leeg leek, platgeslagen, doods,
    zijn wij opportunisten, buiten levensgevaar.
    (Een fluit, er wordt afgeteld, een held verblijdt)
    Elders verpulvert alweer de verhakselaar…
  • 2
    3135

    Bede

    1e ronde
    Eén bundel rest nog van oost naar west,
    als tunnelverbinding, als brug? En kort
    na ons argeloos scharrelen in haar verstrooiing
    reikte het vice versa van west naar oost terug.
     
    Nog een moment en ook dat licht floept uit,
    is het gedaan met haar schijnbare bedoeling.
    Maar is met ons gestagneerde scharrelen
    bovendien rust en vrede weergekeerd?
     
    Waar plaats, in ondoorgrondelijke nachten,
    door alomvattende liefde wordt bepaald,
    worden ook in verwarrende dromen lotgevallen
    bijeengeschraapt, bekeken en herschreven.
     
    Dromen laten alles wat vaststond wankelen,
    Dromen ontbinden de volrijpe werkelijkheid,
    maken ruimte voor ongekende perspectieven,
    maken plaats de bron van eeuwigheid.
     
    Laat ons treffen tussen oosten en het westen
    Laat de dagen mengen met ons fluïde wezen
    Laat ons elkaar beademen met vuur en laat ons
    het prisma bespelen voor onbeperkte duur!
  • 3
    3136

    Ingebed in Favery

    1e ronde
    …Verborgen in het zichtbare,
       en daarin schuilgaande…
     
    in de vroege ochtendschemer
    ontwaken fenomenen, die
    als de zon opkomt
    allang weer zijn verdwenen
     
    ( je ontvouwt je,
      realiseert je,
      wordt ogenschijnlijk wakker )
     
    wat weerhoudt me
    me in te bedden
    in alomvattend licht
     
    mee te exploderen
    mee te stuiteren op het gangbaar ritme
    in vol besef van eigen gewicht
     
    ( tot ik ergens weerklank vindt! )
     
    Het fenomeen, als ik het al zag
    is onmogelijk met woorden te beschrijven
     
    ik moet er zijn
    zodat het me kan raken
    op dat moment alleen, en
    …alleen
       omdat ik het wil…
     
     
    ( eerste en laatste regel citaten van Hans Favery, uit de bundel: Tegen het vergeten, 1988 )
  • 4
    3133

    Niet zomaar een verhuizing, nee

    1e ronde
    Alles erop opgetast:
      De kledingkast waar generaties
      kleren zich in verscholen
      De buffetkast, de boekenkast, de ladekast,
      het nachtkastje, waarin de ondersteek
      Alles op de wagen plompverloren
      Het matras waarin resten bloedverwanten
      volhardend in blijven ronddolen
      Het ledikant en toebehoren
      Van de kinderkamer de tussenwand
      De kattenmand, de hondenmand
      De tafel om de was op te kunnen vouwen
      De tafel waaraan gegeten werd
      De tafel waaraan de spelletjes gespeeld
      De tafel zwaar van overleden woorden
      De tafel doorweekt van angst
      De tafel om vriendschappen aan te beklinken
      De tafel als buffer voor al te vergezichten
      Het tafeltje voor vermoeide voeten
      Het tafeltje voor de asbak en de krant
      Het tafeltje inclusief de tafelrand
      Het tafelkleed,
      Het vloerkleed vol brutale stappen, met
      ondefinieerbare vlekken van gruwelijke ongelukken,
      maar ook die van eens overheerlijke sappen
      Dekens, het sprei,
      dat wat niet meer als poetsdoek gebruikt kan worden
      Stoelen, ach ja de stoelen
      Vooral het stoeltje bedoeld om huiswerk op te maken
      en tevens gebruikt werd om het bovenlicht te lappen
      De stoelen met vier poten
      De met schrikdraad gerepareerde stoelen
      De manke die helemaal niet meer kunnen lopen
      de stoelen die het zo te verduren kregen
      En och, het zelf gesneden bootje,
      dat zelfs met haar sleetse zeilen
      je dromen voerde ver overzee
      Ook dat nog
    Ja, dat alles
    en ook de kar daaronder wil dolgraag mee
  • 5
    3132

    Post cesuur

    1e ronde


    Mijn hart heeft onlangs zowaar het licht gezien
    Het was het noodlot dat ik zomaar accepteerde
    Er was geweld voor nodig, zij het onderkoeld
    Buiten westen heb ik er niets van gevoeld
     
    Toen de borst open, het licht zich manifesteerde
    was het hart teleurgesteld, zo verblindend kil!
    Het kwam niet op, ging niet onder, abrupt ging het
    aan en uit. De inval duurde al met al maar even
     
    De tijd werd stilgezet, hé, toch bleef er leven…
    Geluk en vaardige handen bepaalden het verschil
    De groene schimmen waren zeer gedreven,
    herstelden in mijn grot vermogen en mijn wil
     
    Het hart moet ik in donkerte bemoedigen en troosten
    met bezieling door schoonheid, de grillen der natuur,
    met weerkerende zonsopkomsten in het oosten,
    met opgewonden klok voor onbepaalde duur!
  • 6
    3134

    Rijmzucht in Schemerveen

    1e ronde
    Kwade dromen liggen op de loer
    Als ik de ogen lomer knipper,
    sluipen fantomen sneller naderbij,
    hebben zwart gekleed bijna vrij spel
     
    Wanneer mijn bewustzijn is vertraagd
    vechten ze om er als eerste in te mogen
    Ravottend vliegen voorvalflarden
    mijn immer wakker geestesoog voorbij
     
    Mijn kleinzoon is daar een molenaar
    Mijn beste vriend een moordenaar
    Men treft elkaar op plekken waar
    men nooit eerder kan zijn geweest
     
    In hutten die ik halfwas bouwde
    In straten in parallelle steden
    In bij leven ontoegankelijke landen
    Op zinsbegoochelde planeten
     
    De combinaties zijn van beelden raar
    Soms zo werkelijk en levensecht
    Soms zou ik willen dat de waan bestond
    Soms wis ik ze direct, rest dikke mist
     
    Soms ren ik, vlieg ik en val ik hard
    Soms verwijl ik in gelukzaligheid
    Soms zie ik de voorbodes van ellende
    Soms een ongekende mogelijkheid
     
    Berusting zij de toeschouwer gegeven,
    overgeleverd aan gimmicks van illusie
    Dromen komen en vergaan, ik weet het,
    daags erna verkeer ik kort nog in confusie
     
    Telkens sta ik ‘s morgen argeloos weer op,
    alsof er niets is rechtgezet of veranderd is
    Het duister verdrink ik in een koffiekop
    Met de venen lijkt in klaarlicht niets mis.
  • 7
    3138

    Vooruit

    1e ronde
    Ik ben in Nederland verzeild geraakt,
    van de woei wappert mijn sleets zeil.
    Over plek mag ik beslist niet klagen:
    genoeg water is er om naar zee te dragen.
     
    Had ik vooruit gekund tussen bergen,
    in oerwouden, op savannen, in woestijnen?
    Het zou het me beslist meer moeite vergen
    dan het volgen van rechte zichtlijnen!
     
    Om niet in riet verdwaald te raken,
    laveer ik vaak en gestaag op tegenwind.
    Ik leer mijn kiel wat dieper zakken,
    om op open water vaart te kunnen maken.
     
    Lot en moeders maken allengs plaats.
    Regen verzacht het veenzuur in mijn ogen.
    Ik zal de zeilen reven en trots eb of vloed,
    straks buitengaats, gas geven op vol vermogen!
2018
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    1767

    Bardo

    1e ronde
     
    Na gedag gezegd te hebben
    Nadat de laatste wens vervlogen is,
    als in de schemer van de eclips,
    het stof eindelijk tot rust gekomen is
     
    Nadat stenen alle warmte hebben opgenomen
    En het bloed geronnen is
    En Maria, nadat ze het zweet heeft weggewist
    achterbleef in nagedachtenis
     
    na de strijd en na de vrede
    na de liefde en het kwaad
    na handelen en na de rede
     
    na de tranen en de tranen
    na de laatste paukenslag
    nadat alles alles is en was, daarna
     
    --
     
    Voor gedag te zeggen, voor
    er überhaupt een woord gevonden is,
    in de schemer van de eclips,
    als het stof eindelijk tot rust gekomen is
     
    Voordat stenen weer openstaan voor leven
    Voor de bron weer aan de horizon
    Voordat Maria het doodskleed heeft geweven
    Voor het finale geheim wordt prijsgegeven
     
    Voordat alles is zoals het is
    Voordat alles
    Voordat, voor
     
    En wellicht nog ver daarvoor
    Voordat zaad nog argeloos en enkelvoudig
    dobberde in ongedifferentieerde wildernis
  • 2
    1766

    Elastiekje

    1e ronde


    Een perfecte cirkel maken was haar streven,

    als flexibele ring zou dat haalbaar moeten zijn
    Oefentijd deed haar steeds langer dralen
    Vertrouwde ambitie heeft langzaam afgedaan
     
    Ze is gaan liggen, draaide zich een slag,
    en heeft de vorm van oneindigheid aangenomen
    Om zo achteloos aan haar lot te ontkomen
    en het aandringend vulkaniseren te negeren
     
    Ze heeft domweg de kracht niet meer
    om nog speels propjes te kunnen schieten en
    als snaar te dienen voor een sigarenkistgitaar
     
    Een broek kan ze niet meer ophouden,
    de rek eruit, rond enkels slobberende sokken
    Ze hoeft gelukkig niets meer bijeen te houden



  • 3
    1768

    Grensland

    1e ronde
    je kijkt naar de muur, voor de ontelbaarste keer,
    je wenst je een verte, een land met eindeloos verschiet
     
    waar je onbelemmerd kunt kijken, naar een onscherp contour
    met diepte waar je vermoedelijk pas veel later God in herkent
     
    iets wat bestaat en met dezelfde ogen ook niet kan bestaan
    iets vreemds dat je ontvreemdt en wat helder lijkt vervliegt
     
    compleet anders dan muur, die ommekeer blokkeert
    wens je een perspectief dat ver daar met dit nu hier blijvend verbindt
     
    je geeft je verbeeldde uitzicht voorbarig een naam
    en schrikt van het daarop vollopen met vreemden, met hun vermeende
    exceptie. je vergeet prompt weer de naam
     
    je vergeet prompt weer het land. het is niet voor een iemand bedoeld
    ook niet voor jouw bijzondere perceptie,
    je kijkt terug naar de muur die jou en je plek definieert
     
     
     
     
    ( in herinnering Rutger Kopland: ‘Aan het grensland’ (2005))
  • 4
    1771

    Jongen!

    1e ronde
    Zoveel schoonheid te negeren
    Zoveel waardevols te ruineren
    Zoveel stilte te verstoren
    Zoveel onschuld te vermoorden
    Zoveel rijkdom te verkwisten
    Waarheid te betwisten
    Nog zoveel terroristen, extremisten,
    maar ook puristen, optimisten,
    idealisten. Zoveel doden en vermisten.
    Zoveel mooie pianisten, cellisten, fluitisten.
    Zoveel muziek nog door te halen
    Zo nog te focussen op falen
    Zo in ledigheid als slungel rond te dwalen
    Zonder voorbeeld een standpunt te bepalen
    Verhalen te verwerken zonder kapitalen
    Je in lusteloosheid aan verveling overgeven
    Zoveel leven. Evenveel even als oneven
    Zoveel blijven. Zoveel bleven achter
    Zoveel lijven nog in angst en beven
    Zoveel nog aan te raken
    En van hun eeuwigheid te ontdoen
    Zoveel onzin nog uit te braken
    Zoveel zwart te maken uit onfatsoen
    Zo graag de evolutie willen staken
    Zoveel puberwensen wereldkampioen
    Hij zij geprezen en hij zij geloofd
    Van een immens team tot opperhoofd,
    van balloze hooligans en blaaskaken
    Zoveel zijn er daas van ratio beroofd
    Maar ook zoveel nog staan daarbij
    beteuterd, betreurenswaardig en onblij
    schuchter, schaapachtig ja, te lachen
    Mocht je het al lachen willen noemen,
    de grijns die je liefst wilt verdoemen,
    van het suffe schapengelaat af wilt raggen
    om zwakzinnigheid niet te verbloemen
    Zoveel licht nog te ontzien
    Zoveel doof, blind en stomheid te genezen
    Zoveel te vergeven en te behoeden bovendien
    Zoveel godenzonen nog te vrezen. Jongens!
  • 5
    1769

    Nowhere's guide

    1e ronde
    Geblinddoekt zeil je langs wildvreemde kusten
    Schampt grenzen van ver exotische oorden
    Koerst op omschrijvingen, verleidelijke woorden
    Mijmert van weelderige tuinen der lusten
     
    Ahoy daar! Roep je duizenden malen. Zwaait,
    zonder te weten dat iemand naar jou staat te kijken
    Zeeën deinen, zeeën die oeverloos lijken
    Geduldige zeeën met verdronken verhalen
     
    Het continent dat je met volharding toch vindt,
    zal het weerkaatsen achter je onwennige ogen?
    Vormen verdichtte contouren geen labyrint?
     
    Was het een echo waar je de steven op had gericht?
    Bewijst dit dan je falend inschattingsvermogen?
    Of vind je, geland, uiteindelijk god en gezicht!
  • 6
    1770

    Sprook

    Top 1000
    Halfweg tussen vissen en vliegen
    is mijn droom in de groef blijven steken.
    Gelijk amfibisch en koudbloedig schik ik
    benepen en rillerig mijn deken.
     
    Prinsessen als wellustige maagden
    fabuleren luidruchtig mijn onrustige nachten.
    Ik zou willen dat ze vervaagden,
    vrees dat ze te lang al op me wachtten.
     
    De wal zal hun ambitie vanzelf keren,
    wat is de Grote Grondlegger van zins?
    Ik kan immers kwaken en zwemmen!
    Behalve dat eisen ze ook nog een prins..
     
    Ik eis hen op mijn beurt te water, plomp-
    verloren zwichten ze toch voor míjn plan.
    Prompt misbruik ik vilein hun piepkleine flater
    (en daar komen, niet heel veel later,
    ontelbaar donderkoppige kikkervisjes van)
2017
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    7580

    Blinde muur

    1e ronde


    Blinde muur
     
    De muur waartegen
    ik groter lijk in het volle licht
    is ’s nachts geen muur.
     
    ’s Nachts is alles transparant!
    Meubilair hoeft niet aan de kant,
    we kunnen ongehinderd dansen.
     
    Er is geen muziek, geen partituur
    Er zijn geen woorden. Ik val er
    door jou armen, peilloos diep.
     
    Ik zweef, vlieg zonder angst
    Het geruisloze feest waarin ik sliep
    mocht duren, uur na uur.
     
    Ik vrees alleen, terug in sluimer
    wanneer de muur weer opkomt,
    jou aan gene zijde, en de deuren dicht.
  • 2
    7588

    Schijnbeweging

    1e ronde


    Schijnbeweging
     
    Achter zijn rug wordt de bal getikkie-takt
    Aan de ouwe coach is het, een voorbeeld
    van een schaar te geven, een onverhoedse
    overstap over de bal zonder hem te raken
     
    Zo kan je tegenstanders het bos insturen
    en de bal onbekommerd laten rollen!
    Hij wil vurig aanmoedigen maar mompelt,
    voordat zijn jongste speler het veld betreedt:
     
    Kom uit de dekking, zoek de vrije ruimte
    Kijk rond! Gebruik je mooie hoofd, en
    vergeet vooral niet je veters goed te strikken!
    De coach langs de lijn stuurt hem met de bal
     
    nog meer effectieve inzichten mee over cultuur,
    reflecties op eigen ervaringen, de zin van verstilling…
    Panna! Daar wordt de man gepoort, een vluchtige
    kus, en z’n pupil huppelt ijlings de bal achterna.
  • 3
    7590

    Verheugd opgenomen

    1e ronde


    Verheugd opgenomen  
     
    Niets en niemand zag je,
    zo doorzichtig was je naakt.
    Wind, en vogels vlogen door je heen,
    water kon je niet meer keren,
    je voeten ontsproten groen.
     
    Wanneer je de plek uiteindelijk
    verliet, verliet de plek jou niet.
    Waar ook je probeert proberen,
    het had een gat in je geslagen:
    een holte die jij argeloos omhult.
     
    De nis waar het zich schuilhoudt,
    zich met parabels op de been houdt,
    is duister, op geen scan terug te vinden;
    laaft zich bij voorkeur aan onwetendheid;
    blaakt er stiekem van uniciteit.
     
    Kon je dichter, dichter bij,
    zag je er de doden lopen, gaf je ze
    de namen waar ze recht op hebben;
    sluit je de ongewisse ruimte in,
    die je eindeloosheid wellicht verkleint.
     
    Verheugd zal je eens opgenomen worden
    als je richting en beweging, ook je onderkleding,
    hebt afgelegd. De plek biedt, tenslotte
    voldoende ontwikkeld, volop ruimte
    aan jou ratjetoe van vorm en aard.
  • 4
    7584

    Voorbij voorbij, o

    1e ronde


    Voorbij voorbij, o
     
    Onder ooit de tafel lag het speelplein
    Aan de rand stonden stoelen huizenhoog
    Knikkers wachten stil, het spel en o
    het seizoen van hinkelen is ook al voorbij.
     
    Doeken gemaakt van het oude tafelkleed
    zijn volgepoetst, de tent vol kansen lang vervlogen.
    Op de tentstokken die dunner zijn dan ooit
    zit niet je moeder, maar zit jij.
     
    We zien daar een heel volwassen vent,
    onnozel in denkbeeldige verten staren…
    Star het verband der dingen, dat jij bent, verklaren
    En daarmee tegelijkertijd, je jongens vogelvrij.
  • 5
    7592

    Welkom 2.0

    1e ronde


    Welkom 2.0
     
    Daar ben je dan, mijn laatste zucht.
    Schoorvoetend kwam je aangeslopen.
    Scepsis is je naam, zo heb ik je begrepen.
    Dralend verstop je je voorlopig in de luwte.
     
    Bulderende stormen laat je voorgaan,
    Strategisch weeg je aanvliegroutes af.
    Je kan me verleiden met overzeese luchten,
    een exotische bloesemgeur misschien.
     
    Je wacht geduldig op je beurt.
    Kan je meeliften met een roekeloze leider,
    een mank paard, een terminale ziekte
    die in dezelfde richting waait misschien?
     
    Besluiteloosheid tast je krachten aan
    Je weet dat niemand op je zit te wachten.
    Je aanstaande gastheer ademt intussen,
    onwillekeurig, door en door en door en door…
     
    Jou opdracht evenwel staat vast.
    Ik zal je onthalen als je ten slotte aanklopt
    Uiteraard ben ik niet blij met je bezoek
    maar hoop ik, tegen die tijd ook hoogbejaard!
  • 6
    7582

    Woordschulp

    1e ronde


    Woordschulp
     
    Zocht ik ruzie met het grote woord,
    ik tartte liefde, god of eeuwigheid,
    die een voor een een krater slaan
    in mijn kalm en stoïcijns bestaan.
     
    Met lucht kan de dwaas ze dichten, kan een
    schijtlaars ze van andere betekenis betichten.
    Het is een nauwelijks te noemen wapenfeit,
    amper schermutseling: orde onverstoord!
     
    Een schrijver kan zijn vuisten ballen,
    zich opblazen, accenten leggen. Tandeloos,
    met overtuiging iets onverstaanbaars zeggen, is hij
    gedoemd zonder pen, zonder pardon te vallen.
     
    Kwaad kersen eet je met een dikke ik
    David noch Goliath, weet ik me geniaal noch gek,
    nuchter en bescheiden mijn speling verkennen
    waarin congenitaal, to be frank, niet erg veel rek.
2016
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    5628

    Apnoe (Slapende muze, Brancusi)

    1e ronde
    Apnoe ( slapende muze, Brancusi )
     
    Je ogen, haast geen ogen, zijn geloken
    Je mond een streepje open
    Je ademt niet, toch ben je niet dood
     
    Slaap je? Durf ik niet te vragen
    Bang dat ik Morpheus’ pootje licht
    Ik draai me, spiedend naar een teken
     
    Naar enige beroering van de deken
    Wat gaat er om tussen die wangen zonder oren
    Achter dat gladgestreken voorhoofdsvel
     
    Dan wordt met brute kracht,
    en grote schrik de adem opgehaald!
    Wat lucht geeft aan mijn stoutste dromen
  • 2
    5630

    Bevangen

    1e ronde
    Bevangen
     
    Het is niet de schrik
    van de deurklink
    Niet de dood
    Warmte, koude, ach…
     
    Het is niet de drank
    die me nog kan raken
    Alle smaken denk ik
    te hebben herkent
     
    Het is de slaap,
    niet meer dan normaal,
    die me soms kan overvallen.
    Stille noodzaak na rumoer
     
    Gering begeerte nog,
    alle hebberigheid te aards
    Hartstocht gericht
    op slechts één vrouw!
     
    Misschien dat een ziekte
    nog eens toeslaat
    Maar ook het noodlot
    laat me lauw
     
    Waar ik door bevangen raak,
    is de onmetelijke grootsheid
    van de ruimte, met haar
    speelse bakentjes van licht
     
    Dan kan ik,
    hoewel ik dagelijks, relatief,
    maar weinig lucht verbruik,
    vrijuit in dromen vliegen…
  • 3
    5631

    Hazenwater

    1e ronde
    Hazenwater
     
    Zandkorrels schuurden mijn klauwende tenen
    Tranen bevatten destijds nog weinig vocht
    Naalden staken in houterige benen
    Mijn broek stond vaak kansloos op de tocht
     
    Haar stem ruiste hees gelijk de hoge dennen
    Ik was stom, haar duinen waren nog pril en plat
    Puberdrift was er beslist niet minder om
    Schoorvoetend omtrokken we het watergat
     
    Zure lucht van laagveen was niet weg te wuiven,
    bleef aan vingers kleven. Afgaand via het hazenpad
    liet ik zonnedauw achter, alleen, zichzelf te bestuiven
    Ik vond verlossing in een schaduwrijke stad
     
    Opnieuw ontmoetten we elkaar jaren later
    We verhaspelden namen, het hart allang gekanteld
    Ook toen bleek ik de dromer, was jij de prater
    en werd onze natuur vriendschappelijk ontmanteld..
  • 4
    5632

    Vergeten

    1e ronde
    Vergeten    
     
    Beklemd tussen mijn oevers
    stroom ik langzaam naar het noorden
    Als ik het eerste ochtendlicht aanschouw
    wil ik terstond mijn waterloop ontstijgen
    Je bent zo aantrekkelijk, zo ruim, zo blauw
     
    Rechts gluurt de zon, links dreigt een bui
    Intussen ben ik hard op zoek naar woorden
    Rein is te klein, kuis dekt de lading evenmin
    Je bent zo groots, tegelijk diep en fijn:
    In jou kan ik vergeten wie ik ben
     
    Soms stuur ik vogels om je te verkennen.
    Een exoot weet hoe je eruit ziet, draagt je kleur
    Kabbelend droom ik me in haar lied naar zee
     
    Oltramarino, je raakt mijn horizon/schendt het niet
    Maar ik wil je oplossen in mijn spiegel, en o wee
    als je me daarvoor niet nog wat winstilte biedt.
  • 5
    5627

    Welkom

    1e ronde
    Welkom
     
    Daar ben je dan, mijn laatste zucht. Schoorvoetend
    maar stevig in je schoenen kwam je aangeslopen.
    Je hebt een naam, ik heb hem je zelf gegeven,
    dus je bent er, al verstop je je nog in sluimer.
     
    Brutale stormen laat je voorgaan, terughoudend
    overweeg je slinkse aanvliegroutes.
    Je zou overzeese luchten mee kunnen brengen,
    of, van dichterbij, een frisse bloesemgeur misschien.
     
    Je wacht geduldig op je beurt. Kan je meeliften
    met deze of gene roekeloze bestuurder,
    een mank paard, een terminale ziekte misschien
    die toevallig in dezelfde richting waait.
     
    Twijfelzucht tast je reserves aan: zal je..?
    Je weet: niemand zit reikhalzend op je te wachten.
    En je gastheer ademt onwillekeurig routineus
    door en door en door en door…
     
    Jou opdracht evenwel staat vast. Als je aanklopt
    ben je welkom uiteraard. Ik hou je voor mezelf, het liefst
    zonder je voor te stellen of te delen. Alleen voor jou
    ben ik gastvrij en, hoop ik, genoegzaam hoogbejaard!
  • 6
    5626

    Zonder voor te stellen

    1e ronde
    Zonder voor te stellen
     
    Ik zag je staan, losgeslagen
    van je stenen, van je moeder. Ik zag je
    naar de handen van een vader tasten
    Je ogen zoeken grond voor je bestaan
     
    Kom niet hier, doe het niet zei ik
    ontliep je oogopslag, sloot mijn grens
    je zou toch maar verzuipen in dit volgelopen dal
    vooringenomenheid en hersenloos vertier
     
    Ik zei, blijf daar. Daar waar we je nood
    nauwelijks nog kunnen borgen. Waar we je brood,
    een tent toeschuiven. Waar we roekeloos
    onze bommen werpen als remedie tegen gevaar
     
    Je wachtte, radeloos tegelijk ook vastberaden
    Je vragen verwaaiden in mijn wind
    Ik proefde het ijzer van mijn verbeten tong,
    van mijn stomheid als modus je pijn te verachten
     
    ( )
     
    Voorzichtig uitgelegd: In dit voorland ontplooide
    vooruitzichten lossen op in mist. Voortgang smoort
    in haar eigen file en voorspoed braakt een volgend feest
    We vieren hier het ons voorbehouden voorrecht
     
    Je stond murw. Je moed lost mijn taai voorzetsel
    amper op. Als het voor vooralles is opgeruimd
    voor behoud, voor bestemming, voor liefde, voor komend
    dan word ik, denk ik, je pas echt gewaar
2015
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    9208

    ...

    1e ronde

     

    Maken stappen mijn grond,

    dan water mijn zicht

          maken steentjes de rimpels

          dan rimpels de tijd

     

    Maken bomen me licht,

    dan geeft ruisen mij kleur

          maken vogels mijn ruimte

          de ruimte mijn deur

     

    Bepaald zuchten mijn liefde

         bepaald lijden dan mijn nacht?

    Wil hoe heikel de dood

         me van die wacht dan bevrijden?

     

  • 2
    9200

    Asiel voor schaduw

    1e ronde

    Asiel voor schaduw

     

    Je zou hier helemaal niet komen!

    Je zegt: ik werd geduwd. Je zegt: ik stond vooraan

    Blootsvoets ben je toen maar gaan lopen

    En nu meet je je hier mijn schoenen aan

     

    Ik kan je illusies de ruimte geven. Ik,

    met mijn pronkkasten vol vooringenomenheid

    Ik vraag je: wat is jouw streven,

    Toch niet dezelfde hardnekkige bekrompenheid?

     

    Je zegt: ik wil je zien. Je zegt: ik wil je passen

    Ik zie je dromen glinsteren van nieuwsgierigheid

    Ik bied je oude concepten, belegen matrassen

    en naast de baan in tv geraakte stompzinnigheid

     

    Ook kan ik met mijn schoenen, truien, mutsen, jassen

    proberen warmte en thuis te geven aan jouw lot

    Maar de dode dingen zullen het nooit echt leren

    Jij zegt: de zon niet, maar wie me ziet die is mij God

  • 3
    9207

    Karma

    1e ronde

    Karma

     

    Je moeder wacht in de coulissen. Ze kijkt

    Ze ziet je woorden en je tanden verliezen

    Buiten de piste wacht ze geduldig,

    heeft behalve leven toch alle tijd

     

    Ook jouw botten zullen breken,

    eens wordt ook jouw vlees ontzet

    Dan ontkleur je, vergrijst alles van waarde,

    wordt ook jouw dag met levensvrees besmet

     

    Uiteindelijk gaat het zaallicht aan,

    ontlucht je adem, is het klaar, de cirkel rond

     

    Als hoop verschijnt met tere roze vleugels,

    en een circus opzet dat van voren af begint,

    weet je dat je moeder nog een ronde blijft

    En jij blijft eeuwig kind.

  • 4
    9205

    Muze

    1e ronde

    Muze

     

    Wacht! dacht ze me nog na

    Weerspannig gat, kiem, bron

    waaruit mijn oorsprong sproot

     

    Tocht en koude sloegen aan

    Ik weerde me, haarloos en bleek

    terwijl mijn navel gloeide

     

    Met ingehouden adem snikkend

    testte ik de streng. Na jaren

    trekken en vele havens aangedaan  

     

    ben ik los, ter plekke. Hoor ik stilaan,

    van overzee haar zuchten zwellen:

    Van ruis tot fluisteren, eerst zacht

     

    Tot roepen in de nacht

    Tot schreeuwen in de nacht

    Tot stormen in de nacht

  • 5
    9203

    Schemer

    1e ronde

    Schemer

     

    Op dit bankje zou je gezeten hebben, al die tijd

    Met je rechte rug gebruikte je nauwelijks leuning

    Je voeten pookten vluchtige beelden uit de aarde

    Je handen in je schoot omsloten niets

     

    Ik zie een schim daar in je sporen passen. Het zit

    en overpeinst de rimpelloze vijver. Met een geeuw

    ontneemt het sfeer van lucht, zoals een zwaan het zwart wit

    Terugtrekkende waterjuffers zoemen bijna stil

     

    Langzaamaan woekeren de fragiele beelden dicht

    met mijmeringen verslingerd aan algengroen

    Tenzij een godswonder of een najaarsstorm

    ons bijna verlopen verbond nogmaals belicht

     

  • 6
    9202

    Terwijl dat alles

    1e ronde

     

    Terwijl dat alles

     

    Terwijl wolken voorouders leken en namen hadden,

    Terwijl weermannen de verschijnselen verklaarden,

    en parlementsleden elkaars handen bestudeerden,

    gebeurde het. Toen begon het bloeien

     

    Het gebeurde ver buiten ons aandachtsveld,

    we hoorden ervan en we schudden onze hoofden.

    Pijnlijk moet het zijn geweest. Gruwelijk, ja

    zo overweldigend dat alle voorstelling er in oploste

     

    Uitputtend dachten we aan hulp. We wachtten lang

    Vingers die ontzetting wezen stompten af

    Hoop en vrees verscheurden ons. We waren radeloos

    We stonden stil toen we ervan hoorden. Als bevroren

     

    Terwijl het heel erg was en pijn moest doen

    Terwijl we hoofdschuddend naar handen staarden

    Terwijl het voorzien was. Terwijl dat alles!

    Bloeien er bloemen. Ze bloeien anders, heel anders.

     

  • 7
    9209

    Zonder jou de eeuwigheid

    1e ronde

    Zonder jou de eeuwigheid

     

    Waar ik toe in staat ben

    Wat ik al niet til

    Wat ik al kan opslaan

    Wat ook ik maar wil

     

    Tijd kan ik makkelijk doden

    Kijk het recordboek er maar op na

    Alleen eeuwigheid is nog verboden

    De klok tikt door, maar stil

     

    Wat we elkaar nog kunnen zeggen

    Wat we samen nog kunnen doen

    Is bron van het aanhoudend tikken

    Leven we nog dromen van toen

     

2014
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    5901

    Grote gaten dichten in de nacht

    1e ronde

    Grote gaten dichten in de nacht

     

    Als het weer en de betrekkelijkheid

    eerst zorgvuldig is buiten gesloten

    ga ik grote gaten dichten in de nacht

     

    Nut, ruis en rampen laat ik

    los van elkaar, gelaten

    dobberen op de donkere dekenzee

     

    Een binnendeur stuwt de adem zacht

    Tot ook die later langzaam

    in gewillig slot zal vallen

     

    Vanzelf plooit het negatief zich in de vorm

    Verzinkt het origineel in de mal

    waarin het stolt en licht zal krimpen

     

    Enige speling blijft (noem het mystiek).

    Een gelukkige flinterdunne marge waarin ik

    mijn broeders hoeder waakzaam weet

     

    Vanuit die benauwde ruimte

    zal het wonder met één wulpse trilling

    “u-wie” roepend haar missie voltooien

    en mijn hemel met mijn aarde verenigen

  • 2
    5902

    Lever du jour

    Top 1000

    Lever du jour

     

    Met een geeuw ontgoochel ik behoedzaam

    de greep van vorst op de duisternis.

    Voordat ik mijn almachtige glorie

    alle hoeken van de kamer zal laten zien

    ontpopt zich eerst met voorzichtig rekken

    mijn wankele wezen.

     

    Voordat voortplantingsdrang    

    in geslachtsdrift vergeten wordt,

    en de klok gaat tikken.

    Eer een volgende golf rompslomp aan zal slibben,

    die de waan van de dag zal bepalen,

    fluistert mijn slaapbrakke stem:

    “Ik ben hier, ik ben hier. Hier ben ik..”

    En labelt met dit povere bericht het moment.

     

    Nu is een pose van korte duur

    want leven waaiert stadig aan naar binnen.

    Schoenen trappelen onrustig voor de drempel,

    de dekmantel hangt, gelucht, naast de deur

    Ruis neemt met de minuut toe:

    Schuldeisers zullen zich weldra melden

    -“Festina lente”, bid ik nog snel,

    schraap de keel en fluit mijn eerste lied.

  • 3
    10942

    Maangat

    1e ronde

    Maangat

     

    Gelijk kaarsen krimpen de dagen

    Tot God zo kort als rot is ingeklonken

    Met in tienduizend dingen ingebed: een wens,

    waarmee hoop en groei nog juist gered

     

    Zie God, zo kort als rot: de mens!

    Tot slechts essentie van zichzelf geslonken

     

    Joh, mocht ik door je gaatje turen

    Dan zou ik talmen te geloven

    Talm ik geloven dat je louter hebt gekaatst

    wat door ons effectloos eerder opgeslagen

     

    Wakkerwaans leven

    in omgekeerde weerschijn weliswaar

    upsidedown en viceversa weliswaar

    Op accidenteel doek de reflectie weliswaar

     

    Toch herken ik in dit nachtelijk braken

    In ogen, oren, monden de buren

    En als ik door mijn haren heel goed kijk

    zie ik op hun achterwand mijn eigenlijk

  • 4
    5899

    Me bedoen

    1e ronde

    Me bedoen                     (aan Willem Jan Otten)

     

    Met een deurknop in de hand

    spits ik de oren.

     

    Fluit daar een wulp einde wedstrijd

    Veeg ze dan wat leeft,

    en ook wat niet leeft,

    van tafel, van huis,

    van stad en van land.

     

    Met de deurknop nog in de hand

    verdoe ik jaren.

    Stroom ik Gods water

    over Gods akker.

     

    En terwijl de ruimte uitdijt,

    sta ik in het oog

    van de storm. Met de deurknop,

     

    binnen noch buiten.

    Van welke deur.

    En van welk huis.

    Van Willem wie?

  • 5
    5906

    Morgenroodmantra

    1e ronde

    Morgenroodmantra

     

    Met o beginnen, de rug recht

    Staan, met een glimgelachen mond

    Vol lange tanden en tongue-tied, stil

     

    Met o beginnen, de kin wijst zacht naar binnen,

    Ontspannen, open en rond op o gericht

    Tot de ziel ofzo ex nihilo wordt opgelicht

     

    Met o beginnen, zonder uitersten

    Naar alpha neigen, mee geven maar stand houden

    De medeklinkers die komen laat je gaan

     

    Met o- beginnen, tot plots

    tenslotte -mega juichend en onverdroten

    alle klinkers raken kortgesloten

  • 6
    10943

    Muze

    1e ronde

    Muze

     

    Op het toppunt van schijnen

    scheen het een spontaan zelfontbranden,

    als ontplofte het. En het liet geen sporen na,

    bestond, hoe fraai het ook was, niet meer.

     

    Er restte een wildgat, zonder rafelranden

    om aan op te trekken. Gapend open met niks er in,

    geen enkel houvast voor een reconstructie.

    Zonder letters überhaupt geen zin.

     

    Die lege diepte bewaart het ene trouw.

    Ik noem het ene: Het (van vrouw reductie)

    En zodra ik het meer tracht in te dammen

    zal ook Het (of vrouw) in geest ontvlammen!

  • 7
    5905

    Reset

    1e ronde

    Reset

     

    Aan de rand van het verstand

    hoorde ik over het juk van het geluk

    Bloot sla dood! dapperde ik van m’n stuk

    weerstand voelend bij de naderende overkant

     

    Aan de overkant schittert het spiegelland

    Waar gelijke mensen mensenwensen wensen

    Waar zonder smart ’t noodlot wordt getart

    Waar kijken, kijken-lijken, dromen wordt

     

    Waar schaduw bekort geen vlekken laat

    En meneer Rorschach het duidbare onduidt

    Met handen in het haar een keerpunt zoekt

    Daarmee ’t wezen raakt tussen schijnen en blijken

     

    Zonder retour kan de chauffeur de bus niet keren

    Kan hij enkel nog ter remise navigeren

    Daar draaien, de tegenvoeters negeren om weerom

    Op beide benen terug het wankelen te balanceren

  • 8
    5904

    Vooruit

    1e ronde

    Vooruit

     

    Vol vertrouwen ging ik meters

    in de horizontale - tegenover tijd in de verticale as:

    een gave boog in wording, krommend,

    westwaarts op de einder af.

     

    Achter wachtende gordijnen ligt het doel nog in een schemer.

    Juist nam ik mij eeuwig ochtend voor

    en verknoopte ik lange schaduwen tot perspectief

    -             

    Toen ongewoon, de zon zich vierkant tegen me keerde.

    En aan haar achterzijde verscheen

    roodgloeiend mijn naam.

     

    Hoe kon ik in mijn onschuld,

    hoe kon ik het niet weten weten,

    als ik van weten al niet wist?

    Het laatst opgemaakte diagram tekent

    met dito bed de logische bestemming..

  • 9
    5903

    Zo'n dag

    1e ronde

    Zo’n dag

     

    Zo’n dag die nagelbraamt aan je week en als het toch moet

    zich louter diagonaal door de deur naar buiten wringen doet

     

    Zo’n dag die je liever schrapt en overslaat

    omdat het licht je om te beginnen al tegenstaat

     

    Zo’n dag die scheurt en zich niet meer plakken laat

    Verstruikelt, verbreekt, verregent, verzakt of kapseist

     

    En waarop alles wat je ook hoe te eten maakt niet smaakt

    Je wegdrinkt wat paste en vervolgens vanzelf ongepast raakt

     

    Zo’n dag waarop, als je al bewoorden kan, je onverstaanbaar blijft

    Waarop werkwoorden als staan en gaan ook onvervoegbaar schijnen

     

    Zo’n dag waarop je het noodlot kunt verwachten

    En dat ’t je niet deert, zo’n dag!

    Een dag om nooit meer te vergeten…

  • 10
    5900

    Zondagmorgen

    1e ronde

    Zondagmorgen

     

    Bij oma een hoog achter

    tjilpen duizend mussen

    luchtgaten in beton balkon.

     

    Binnen ritselen sigarenbandjes

    op het pluche tafelkleed, blijven

    kleven aan zoete vingers.

     

    In de tuinkamer, met de

    ruisende populieren op het hoge behang,

    tovert oom mijn portret uit inkt

     

    Ondertussen, achter vertrouwde kuiten,

    vormen dinky-toys een verveloze file.

    En beveelt mijn verveelde broer

    de plastic soldaatjes met pinda’s

    gaten in de rij te schieten..

     

    Benen wisselen, een over de ander.

    De lucht wordt zwaarder, het lachen harder.

    Soms valt er

    (vertraagd als in zo’n moderne oorlogsfilm)

                                                                                     as

    naast de asbak

     

    Grootmoeder, moeder,

    grootvader, vader, mijn oom,

    mijn broertje en ik.

    En de mussen buiten:

    Ze zaaien niet, ze oogsten niet

    en vullen geen voorraadschuren.

    Vandaag niet.

     

     

     

2013
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    7184

    ( I.M. Rienk )

    1e ronde

    Dof kleurt je lijk, madelievengeel.

    Toegewijd zijn de weidebloempjes

    door je man tussen je dode knoken gestoken,

    verleppen er, ontberen er water.

     

    Het draagt je bril parmantig,

    streng bijna. Onnodig.

    Achter deze  losgeslagen brug naar leven,

    waarin, zo laat nog,

    gepoetste paarden grazen,

    is de zee oeverloos,

    de diepte mateloos.

  • 2
    7182

    Er waaien al uren meeuwen van zee

    Top 1000

     

    Er waaien al uren meeuwen van zee,

    er waaien al dagen meeuwen van zee.

    Eigenlijk waaien er al weken meeuwen van zee.

     

    En volgens de verwachtingen

    kan dat nog uren, dagen, weken aanhouden,

    zullen er nog vele meeuwen van zee waaien.

     

    Nu ik er bij stilsta, herinner ik me

    dat dit in wezen al mijn jaren al aan de gang is.

    Dus waaien er al mijn jaren al meeuwen van zee

     

    Zeer vermoedelijk is het altijd al zo geweest,

    eeuwen, en vermoedelijk zal het altijd zo blijven.

    Zullen er eeuwig meeuwen van zee blijven waaien..

  • 3
    7171

    Het ding

    1e ronde

    Het geheugen is groot als een bos. Je kunt er gemakkelijk in verdwalen

    (je ziet ook de wirwarrige wortels niet)

     

    Elk nu is zojuist weer voorbij. Onachtzaam is dat verweesd moment

    voor dood in het hoofd achtergelaten.

     

    Voor de tienduizendste keer wrijf je haar rulle aarde in je tabula rasa.

    en kleurt je heimwee roder.

     

    Voor de tienduizendste keer, vermoeid als de zee,

    pak je de zin weer op en woekert het verlangen verder.

     

    Voor de tienduizendste keer herschik je de oerpoep. Een kustlijn wellicht.

    Schep je je beelden..

     

    ..om het contact, waar mogelijk, met de werkelijkheid te herstellen.

    Voor de tienduizendste keer..

     

    ..de kinderlijke wonder:

    Het getij, wolken, de sneeuw met haar tienduizend namen.

     

    Met tienduizend woorden arrangeer je dat wat geluk moet heten,

    je niet begrijpt maar bij machte bent, en

     

    bovendien veel te groot is voor jou alleen.

    ..en nog, lieve lotgenoot,

     

    nog blijf je arrangeren, tot bloedens toe. Met grovere middelen,

    zeven, met desnoods grovere mazen.

     

    Uiteindelijk hervind je dat nu later. Veel later pas,

    na het noemen van de data, van de respectabele daden, dierbare naasten.

     

    Van mij, hoop ik. Ver na: ‘de herinnering blijft’, blijft

    het ding, als cliché, hortend steken in de laatste regel.

     

  • 4
    7195

    I.M. ( Ardea Cinerea )

    1e ronde

    Tegen het harde pragmatisme

    van de platte realiteit

    sloeg je je prehistorische baleinen stuk.

     

    Na als verfomfaaide

    en afgedankte paraplu

    ter aarde besteld te zijn,

    zal ik me je herinneren.

     

    Als onzeker zwabberend zwaargewicht,

    weerbarstig koerszoekend tegen wind

    en kleingeestigheid.

    Je geduldig wachten

    aan een langzaam sluitend wak.

    Je kort, maar vertrouwd commentaar.

    Waar ik hartgrondig mee mocht instemmen!

     

    Je oerschreeuw zal versterven

    en niet meer te reconstrueren zijn.

     

    Uiteindelijk zal je ondergronds

    vleesloos, maar vederlicht wegzweven

    op ondoorzichtig

    grondwaterpeilbeheer.

     

    Mijn mededogen,

    en het laatste geheim,

    nam je mee in je graf.

    Waarop dit armzalig kunstbosje,

    ongepast, weerloos tegen tijd,

    als een veel te mondain monument,

    je stijf gedenkt,

    maar niet eert.

  • 5
    7187

    Madeleines' vogels

    Top 1000

    Mijn bloembestoven nichtje,

    7, tekende een pauw

    met ultramarijn bijna hemelsblauw.

    (Nadat  juf met het dode voorbeeld

    het nieuwe active-bord verluchtte)

     

    Een eigenwijs, zoals mijn nichtje,

    beest is het.

    Happy met z’n extravagantie,

    dramatiek op één been,

    kekke heupstand, vervolgens

    z’n ijdelheid paraderend tot,

    einde catwalk-het seizoen,

    de rui genadeloos in zal treden.

     

    Terwijl ik me afvraag waarom

    in de kantlijn van de tekening ook een uil figureert,

    en hoe ik L.Rotgans’ Narcissus regels:

    “Gij vindt niet dat gij zoekt, gij zoekt niet dat gij vindt,

      Maar gaat, gemarteld door uw eigen schim verloren”

    kan spiegelen

     

    En intussen de ovengegaarde cakejes

    op tafel geurend de kamer vullen,

    vatten de pronkveren op haar tekening,

    plotseling, stuk

    voor stuk, vlam.

    En hoor ik ver weg de groteske schreeuw

    van pauw, eindelijk, precies

    bij zijn verschijning passen.

  • 6
    7178

    Talenten

    1e ronde

     

    Er zit een heel klein meisje

    in me,

    ze vindt het klein.

    Wil ze schilderen, toe,

    weet maar niet hoe. Wat doet

     

    die baardige man daar,  

    rauwdouwer, met die onhandige

    woeste gebaren ’t meisje verdrinkt

    en begint.

    N.B. Begint

     

    Er zit een keurige meneer

    in me. Te overwegen. Te o-ver-weg-en!

    ’t Zijne, ’t hare te redden of

    de bron te kanaliseren, de viezerik..

    een politicus zeker.

     

    Er zit een moeder

    in me, die het allemaal goed vindt.

    Met gesteven schort de mond gesnoerd

    nemen haar zachte ogen me

    gerust bij de hand.

     

    Er is oneindig veel papier, voor jaren

    (nog bomen), soorten, maten… Er zijn

    evenzoveel middelen in me.

     

    Van diep onder wiens taaie huid,

    en op wiens teken vloeit wiens inkt

    en waarom

    tenslotte toeterend de delta uit..

2012
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    2212

    Dan

    1e ronde
    Eenmaal in de hemel
    krijg je alles,
    verloren gewaand,
    gewoon weer terug.

     Let wel:  alles!
    Je oranje lederen bal,
    zwaar van dauw,
    inclusief winkelhaak,
    met de verwarrende geur van nieuw

      Alles dus:  fietsen, teksten,
    schetsen voor een betere wereld (‘not!’)
    verloren liefdes,
    ja, allemaal..

    vrienden te vroeg gestorven,
    momenten van tevredenheid geschakeld
    aan momenten van geluk
      een orgasmus continuüm

      En ouders!
    Maar die muziek die ooit zo mooi paste
    en luchten met vliegtuigstrepen,
    de ongewisse bestemmingen,
    zullen er missen.
    Zoals ook Zebralin
    En, natuurlijk, hoop
  • 2
    2213

    Geluidloos schuif ik bij

    1e ronde
    De winter draait zich
    in haar winterslaap
    nog eens om
    De ontsnapte dode lucht
    herinnert nauwelijks nog
    aan een liefdevolle belofte
    (de dekens zorgvuldig toe)

      De onrustige apneu naast me
    komt weer op gang
    Een onzeker geleid vervoermiddel
    van gebroken vergezichten
    (op met houten wielen rammelende fiets
    langs een rotsig ravijn)

      Voor zijn beurt
    opent plots een kieviet
    steels de ruimte
    Herschikt voorzichtig het uitspansel
    De weg is gewezen nu,
    er is nieuw licht aanstaande
    (countdown from now)

      Mijn siddering
    doet haat adem stokken
    Slaapdronken hapt ze verschrikt:
    “waar ben ik…?”
    En ik zal haar gerust kussen:
    (“…het is nog lang geen tijd”)
  • 3
    2214

    Heavenly creatures

    1e ronde
    Diepte onzeker, grens ongewis
    Tussen watergat en volle maan
     oefenen scholeksters
    in strakke formaties vluchten en landen
      Repeteren met militaire precisie
    vastgelegde afspraken
    over heden, toekomst en familie

      In het zomerwater,
    brak van uren,
    klinkt frivool het lompe plonzen
     der durfal geliefden
    Het oppervlak rimpelt het uitspansel
    van blotebillenpret

      Geen zuchtje riet,
    maarr!
    de goden slapen niet,
    ze sluimeren
    Ze tekenen met muggen dansen
    En met voorntjes,
    ..of wát?
    Met stekelbaarsjes,
    .. of wát?

    Tikken ze  met een natte vinger,
    achteloos de eeuwigheid
       En tillen blind
     het Al over het nauwe moment.
  • 4
    6007

    I.M. (Ardea Cinerea)

    1e ronde
    Tegen het pragmatisme
    van de harde realiteit
    sloeg je je prehistorische baleinen stuk.

      Na als verfomfaaide en afgedankte
    paraplu ter aarde besteld te zijn.
    Zal ik me je herinneren.

      Als onzeker zwabberend zwaargewicht
    weerbarstig koerszoekend tegen wind
    en kleingeestigheid. Je geduldig wachten
    aan een sluitend wak.

      Je kort, maar vertrouwd commentaar.
    Waar ik hartgrondig mee mocht instemmen!

      Je oerschreeuw zal versterven
    en niet meer te reconstrueren zijn.

      Ondergronds zal je vleesloos
    maar vederlicht wegzweven
    op ondoorzichtig  grondwaterpeilbeheer.

      Mijn mededogen
    en het laatste geheim
      kreeg je mee in je graf.
    Waarop dit armzalig kunstbosje,
    ongepast,
    als een veel te mondain monument,
    je stijf gedenkt,
    maar niet eert.
  • 5
    2208

    Nota Bene

    1e ronde
    Wanneer je alles
     (maar dan ook alles)
     en niets smerig vindt:
     Lust
     De losgezongen begeerte
     als hongerig reiken naar haar
     hemelse spelonken
       je overvalt

       Sta er dan!

       -als een willekeurig
     verdwaalde wilde krokus,
     die tussen vermoeid groenig
     gras zich ongepast vurig
     zijn plek beseft-

       eenzelvig trots!

       En weet je
     bijzonder kortstondig
     (je eindigheid indachtig)
     Alvorens gezamenlijk liederlijke uitvreten,
     zomers, in overdadige weelde losbarst,
     je reeds gezien, gedaan
     en verrot zal zijn

       In de regentijd, eeuwigheden later,
     zullen resten herinneringen
       worden nageblust,
     ( l’ Amor de loin)(wie zij was, en hoe)
     afsterven, vergeten
     en wegspoelen.

       Tot even verderop
     na een diepe afgemeten aardse rust
     de zon schraal, opnieuw
     maar gestaag en weer
     een kiem verrast
  • 6
    2210

    Verschijnsel

    1e ronde
    Niets menselijks vreemd
    plofte God met een zucht
    in zijn favo-eiken-diepzitter

     Ondeugden verstopten er een lichtzak
    Zodat met een knal
    de ganse horizon zich openbaarde

      ‘God poept licht’
    deed spoedig het verhaal,
    door de schertsenmakers, de ronde

      Moe van al het eerder pogen,
    de plaaggeesten zat,
     van vermeende obstipatie verlost,
     opgelucht
    zag Hij dat het goed was

      En gunt ons nu als dank
    voor opgebracht geduld
    een gloedvolle nabrander