Biografie van Annemie Deckmyn

Annemie Deckmyn °1955 te GentPrijzen:SMS poëzie wedstrijd 2006 Prijs religieuze poëzie Gerolfswal 2006Prijs religieuze poëzie Gerolfswal 2009Top 100 Gedichtenwedstrijd (Edities 5 en 12) Bundel 1 "Alles gebeurt onderweg" (Uitgeverij P. Leuven 2018)Bundel 2 : "Storm na storm" (Uitgeverij P. Leuven 2022)
2021
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    6786

    analoog

    1e ronde
    jij hield me in het vizier en pochte
    met de groothoeklens waarmee je alles vatte.
    ik, jouw Tai Mahal in een uitverkoren landschap.
    je stelde in op mij. koos de perfecte invalshoek
    voor een portret, vermeed de rode ogen.
    liet je toestel de sluitertijd bepalen. drukte gretig af.
    alles had met perspectief te maken, met daadkracht,
    niet met dure lenzen in hun strakke kokers.
     
    jouw geoefend oog vond de juiste compositie.
    zou de achtergrond teveel verraden, kon je vertrouwen
    op de speling van het licht, het blauwe uur.  
    je kwam dichter met je camera en wenkte,
    keek mij doordringend aan. legde mij vast op pellicule.
    ontwikkelde mij omslachtig in de donkere kamer.
    de rode lamp zorgde voor magie. traag toverde je mij,
    liet me drogen aan een henneptouw. fixeerde mij op glanspapier.
  • 2
    6790

    kapseizen

    1e ronde
    wij waanden ons onkwetsbaar.
    lieten de zwemvesten achter in de duinen.
    de sterke stroming, voor anderen te hevig, trok ons aan.

    velen verdronken door overmoed. wij zouden varen,
    in de vertrouwde vaargeul tijdig de bakens zien.
    bij nacht en ontij lichtten ze op. wij strandden niet,

    hoorden de misthoorn net op tijd.
    schampten de rotsen met het versleten vaartuig.
    een ongekende klip deed ons kapseizen.
     
    maanden in het droogdok gelegen,
    vastgeklonken aan elkaar. samen
    die vreemde rotspunt een naam gegeven.
     
  • 3
    6792

    oud paar

    Top 1000
    wanneer ik ‘s morgens kort van stof
    de trap afdaal, de leuning aai,
    monstert mijn oude man mij van beneden.
    zijn dag heeft niet veel om het lijf.
     
    ik zwijg in al mijn vezels, zie hem denken.
    haar tred is zwaar. de leden niet meer lenig.
    ze kiest omzichtiger haar stappen.
    het karig grijs ooit vol en blond.
     
    hij kijkt omhoog. ik vind hem zacht en sterk
    in al zijn spreken. zijn hand rust op de stijl.
    de laatste trede staan we oog in oog.
     
  • 4
    6780

    witte neushoorns

    1e ronde
         


          zeldzaam zijn ze de zachte gedachten,
          laatste witte neushoorns van dit halfrond.
          zieltogend op schaduwrijke plekken
          murmelen ze naar hun bewakers,
          smeken om erbarmen over ons doen en laten.
     
          hun strijdlust opgeborgen, niet de dorst
          dat alles altijd goed zal komen,
          vandaag misschien iemand mild zal spreken,
          want alle mensen deugen. hoor hen smeken
          behoedzaam om te gaan met aangeschoten wild.
     
2020
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    4573

    duiken

    Top 100






    voor onze kust zijn veel schepen gezonken.
    morgen duiken we naar een wrak,
    streel jij de oude stenen tot ze glanzen,
    wrijf je over brons tot het blinkt als goud.
     
    zoek mij dan. ik zal me in het wier verstoppen.
    kroel er doorheen, als door mijn haar. zet je tanden
    in de taaiste flank. bijt ongenadig in de bast.
    daar vind je mij een schat, een roestig anker.
     
     
     

     
  • 2
    4571

    solo

    1e ronde






    ik hou nog steeds van wandelen met mezelf.
    uitverkoren gezelschap op een zomers strand.
    niet alleen kleuters lopen plompverloren.
    voor mij is de verdwaalpaal ooit bedacht.
     
    wind in de rug kan ik wel uren lopen.
    nooit word ik bang of overspoeld.
    ik verzin vreemde armen die mij dragen,
    prevel mijn naam en word naar huis gebracht.
     
     
     
     
  • 3
    4570

    storm

    1e ronde




    ik heb mezelf zo vaak herdacht,
    van burggravin tot nar verzonnen.
    soms draagster van een lege kruik,
    een wulpse herderin. een schaap was ik,
     
    vol heimwee naar de pas geschoren vacht.
    vond in de uiterwaarden van de stroom
    ruimte voor foute  sprongen. donkere wolken,
    blikseminslagen tot de hemel brak.
     
    geur van zwavel in de lucht laadt op.
    storm na storm mezelf heropgebouwd.
    niemand breekt me nu nog af.
     
     
     
2017
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    6419

    *

    Top 1000

    HOOGDAG


    op een hoogdag belde ik mijn dode moeder.
    zalig, zei ze, dat je belt. niet te geloven.
    al hoor ik je slecht van uit mijn onderkomen.
    veel te lang geleden. tijd dat je me vertelt
     
    hoe het met de kleine waanzin is
    waarmee je bent geboren. waarom ik
    vandaag in je dromen zachter ben
    dan ooit tevoren, je omarm.
     
    het bleek een meesterzet. ik zweeg.
    zoveel mededogen onverwacht,
    bracht mij van slag. ik snikte,
    de bezettoon hoorde ik pas later.
     
  • 2
    6739

    PAPEGAAI

    1e ronde
     
     
     
    zelfs in de mooiste kooi
    is moeilijk in te schatten
    wat de dag ons brengt.
     
    je bijt je bek te vaak
    op mooie woorden stuk,
    verliest je grijze veren,
    al je geduld. pikt achteloos
    in het rond, tot plots uit niets,
    onverwacht helder,
    een hartenkreet weerklinkt.
     
    in een paar tellen ruilen we
    opgespaarde wrevel
    voor aangepraat geluk.
     
     
     
     
2015
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    9418

    1964

    1e ronde

     

    vanwege vroeger ga ik naar zee.

    in de golven verleden het kind,

    het duin, vaders das in de wind.

    ik ben negen, mag met hem mee.

     

    voorbij de bomen in buigzame rij

    hoor ik mijn naam op het strand,

    aan de vloedlijn grijpt hij mijn hand.

    de zee is gevaarlijk voor mij.

     

    verlangen blijft dat smeltend ijsje.

    de branding bedreigend nabij.

    landinwaartse wolken, laagtij.

    hij stierf, en in mij het meisje.

     

  • 2
    9429

    carroussel

    1e ronde

     

    de wervelingen van de jeugd,

    het achteloze slempen, dat stoere,

    waartoe het leidt? haalt het wat uit

    om jong je decibels te dempen?

     

    we vonden onze draai en bleven

    samen. nu met de radio aan.

    een hit van toen mag even luid.

    vroeger zet je niet zomaar af.

     

    soms klinkt het oude orgel door.

    ik ga op en neer, jij rijdt traag

    voor mij uit. de carroussel valt

    langzaam stil. blijf nog wat zitten.

  • 3
    9428

    gehaast

    1e ronde

     

    de deur valt dicht, ik sta op straat.

    het haasten kan beginnen.

    ik verstijf, besef te laat:

    mijn sleutels liggen binnen.

     

    het is een prul, een ongemak

    en ik sla aan het bellen.

    slotenmaker, nobel vak,

    hem durf ik het vertellen.

     

    hij plaatst een passend, soepel slot.

    ik draai vlot alle kanten op,

    loop onnadenkend in en uit

    tot ik zelf de dag afsluit.

  • 4
    9423

    omgestoten

    1e ronde

     

     

    het geheugen is gemorste melk.

    een op hol geslagen witte vlek.

    moeder, jij moest vloeibaar zijn,

    herkenbaar, een geliefd merk

    dat zich opdringt in de rekken.

    geen levenslange dorst. geen leeg glas

    op het aanrecht. ik zie je staan,

    vaatdoek als baken. een nat spoor

    dat ik volg. tevergeefs.

  • 5
    9405

    tandextractie

    1e ronde

     

    hij start het heidens ritueel.

    zijn plastic hand boort zich

    een weg door de routine

    van de gemaskerde dag.

     

    hoog zit hij, buigt zich over

    de prooi, monddood gemaakt.

    in enkele seconden klaar:

    krater in de hulpeloze bovenkaak.

    “niet spoelen”, zegt hij droog.

    ik slik en glimlach tam.

    geen evidente zaak.

2014
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    7670

    carroussel

    1e ronde

    met zwier wuift de jeugd ons toe.

    dat achteloos slempen, dat stoer

    gedoe. we staren. haalt het wat uit

    om jong je decibels te dempen?

    langzaam vallen we samen stil.

    aan tafel altijd met de radio aan.

    een hit van toen mag even hard.

    vroeger zet je niet zomaar af.

    er hapert al iets in ons oor.

    we draaien ons nostalgisch om

    vanop de trage carroussel.

  • 2
    7616

    honds

    1e ronde

    als je maar aardig blijft, of grappig

    mag je lelijk worden en ook oud.

    de handen klam. met enkel nog de hond,

    hij gromt van welbehagen. een blauwdruk

    van hoe een lijf kan zijn. gretig

    de snuit tegen elk kruis duwen.

    likken aan een vreemde huid.

    behaagziek op de grond, de poten slap.

    als jij maar aaibaar blijft wanneer ik thuiskom.

    onstuimig opspringen hoeft niet meer.

  • 3
    7666

    nacht

    1e ronde

    de dag sluipt in de nacht, wij zien geen overgang.

    kom schurk je zwijgend tegen me aan in bed.

    het went maar moeilijk

    om van gaafheid naar verval te glijden.

    alles is mooi bij het begin. het zuiglam wordt ooi.

    zaad in recht getrokken voren.

    einde seizoen barst grond echter in kloven.

    bieten komen uitgehold de winter door.

    in onze mond nog de smaak van brood.

    morgen niemand om de weg te vragen.

  • 4
    7620

    voorbijgaande liefde

    1e ronde

    zij woont niet in hoofden, eerder

    op zolders waar we zelden komen.

    ze prevelt er nieuwe zonden

    tegen crucifixen onder stof.

    zij nestelt zich ergens in een buik.

    de wulpste plek schraagt de tafel

    van een groots buffet. hier drinken,

    feesten we, nemen elkaar.

    zo zal het altijd gaan. ze offert

    geliefden op een ouderwets altaar.

    ze komen klaar onder kromme spanten.

  • 5
    7656

    wij

    1e ronde

    de eerte keer toen ik je zag lag je braak,

    onherbergzaam voor iemand op doorreis.

    alles komt aangewaaid, zelfs een vrouw.

    verschillen we van het landschap?

     

    ruig wordt omgespit, vertrouwd,

    grondig heraangelegd, bedwongen.

    land aan dezelfde stroom gewonnen.

    een vergezicht de omweg waard.

     

    wij werden afgebakende percelen.

    soms vind ik jouw spoor langs

    het pad dat ik duizend maal liep.

    een rijpe vrucht net voor de oogst.

     

2013
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    5099

    kinderen

    Top 100

    gedurfde keuzes konden we niet maken. ze hingen aan de haak

    bij de wanten en sjaals, haastig ons te verlaten.

    wij ontsnapten niet aan de middelmaat,

    bouwden een huis waarin we ouder werden.

     

    hun rode sokken lieten sporen na in de witte was.

    op een roze wolk voor even, speelden zij krijger door de gang,

    vraten onze voorraad op, scheurden bladzijden uit boeken

    ongelezen op tafel. krasten het behang met stiften.

     

    wij, uitgeput, vonden elkaar terug in verschoten zetels.

    van hun verhalen verzadigd dommelden we in.

     

  • 2
    5101

    reis

    1e ronde

    we zijn bereisd. geen grenswacht weerhoudt ons.

    in elk vreemd grasland herkennen we

    de donkere paarden, het bijeengeschoven hooi,

    een droge zomerwind in oude bomen.

     

    zwarte vogels krijsen om ons brood.

    verjaag hen met je handrug, stel me gerust.

    het is slechts reizen, we keren nog terug:

    in onze hoofden bruist de stad vanwaar we komen.

  • 3
    5102

    voor het raam

    1e ronde

    er zijn veel manieren om naar buiten te kijken:

    verveeld voor de beregende ruit

    eenzelvig met verdwaasde blik

    verborgen achter damp op het glas

     

    het gordijn voor de ogen

    voorhoofd tegen het venster

    een mok in de hand

    de troost van warmte voelen

     

    gebogen over de vensterbank

    op een keerpunt wachten

    naar de vlucht van ganzen staren

    vergeten wat daarnet nog bewoog

     

    een vleugelslag ver van de dood

    zich een fraaier uitzicht bedenken:

    een groter raam, een klare dag

2012
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    6203

    analoog

    1e ronde
    wanneer ik enkel nog besta op foto,
    vergeeld, verkreukeld, in een la,
    weet dat ik op het ijs
    vol heimwee wankel sta.  

    buitenbeeld het schrapen van de schaatsen,
    mijn vaart ondanks de tegenwind,
    een kind speelt in  het duister,
    kijkt in de lens.
    de achtergrond is grijs.
  • 2
    6195

    bij de krant

    1e ronde
    ruzie kan geruisloos zijn
    een ontbijt zonder brood
    samengeveegde kruimels zijn we
    grauw, verbeten aan de tafelkant.

    een krant om ons te verstoppen,
    bespeuren wie of wat er niet meer is.
    niet alles staat gedrukt  
    we ritselen, slaan een bladzij om

    de kreuken kunnen we gladstrijken,
    voorbij doorkruist altijd vandaag.
    midden het woedend letterspel
    zullen we het wit ontraadselen
  • 3
    6194

    orakel voor moeder

    1e ronde
    moeder, ongenode gast, ga weg.
    leef niet meer in mij.
    ik smeek je een tweede dood te sterven
    om mijn bestwil, voor mijn heil.
    wil mij voorgoed onterven.
    ik, ondankbaar adderbroed.  

    niemand weet dat je gebleven bent.
    ik schraap je weg en vil je vezels,
    jouw vreten onder mijn huid.
    ingewanden was ik met wijwater
    schaamteloos schoon.
    kom niet terug. verdwijn.

    kom niet in mijn keuken.
    zit niet meer mee aan tafel.
    ik braak je kokhalzend uit.
    het is genoeg. ik zet een punt.
    je hebt gelijk, ik ben gemeen.
    zo heb je mij niet opgevoed.  

    gun me mijn eenzaamheid,
    dit moederloos vrouwenleven.
    laat mij los, nu scheiden we.
    weg onder mijn bed vandaan .
    trap niet op mijn schaduw.
    sluit jouw alziend oog.  

    deze zonde is gebenedijd.
    ik mag er van genieten.
    lust om alleen te zijn.
    wandelen in de wilde tuin.
    ik laat mij niet meer vinden.
    de nacht was nooit zo licht.
  • 4
    6202

    staat van bevinding

    1e ronde
    eens over de drempel staat vast
    verval vergroot bij elke stap          
    neem alle schade op, bespeur het stof,
    het houtrot in het bint                                

    zie hoe slopend wonen was
    zet je op geen vensterbank in marmer neer.
    hier past behoedzaamheid en tact  
    elke barst heeft haar verhaal
    gruis geveegd onder de mat,

    de deur uit haar hengsels
    valt neer op de uitgesleten trap
  • 5
    6198

    wandeling in de stad

    1e ronde
    we behoren toe aan de straten van de stad,
    bewonen een huis waaruit licht lekt
    waar voetstappen weerklinken van buiten,
    het is een avond om voorbij te gaan.
      
    schatplichtig aan versleten stenen zijn we
    tol voor wat bewaard blijft en behouden,
    de drempel in arduin, de koperen engel
    gebogen aan het bruggenhoofd wacht.  

    gevels in het water lichten op.
    een kier volstaat om binnen te kijken,
    de overkant is verder dan gedacht.