Biografie van Natasja Kraijer

Nog geen profiel opgegeven.
2021
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    831

    Breken zonder spijt

    Top 1000
    Ik ga op je liggen en huil mezelf bij je naar binnen.
    Je legt je handen op mijn heupen.
    Ik weet niet of je me wilt wegduwen of juist in positie houdt.
    Schokschouderend laat ik sporen in en op je achter.
    Met je scherpte scheur je van alles kappot.

    Zittend voor het raam fladdert de horizon in rode stukjes op.
    Je zegt iets over wel weer moeten gaan staan. 
    Mijn knieën voelen als marmeren schijven aan.

    Thuis voor de spiegel spendeer ik stilstaande tijd.
    Ik zie er kleurloos uit.
    Vanuit de tegels trekt de kou verder naar boven, ik verlang naar een warm lijf.
    Misschien zou ik als een versteende robot naar je terug kunnen lopen
    en breken zonder spijt.
  • 2
    1929

    Hangop

    1e ronde
    Zag je maar
    de laaghangende regenwolken boven je kop als druipende hangop,
    zodat je zou weten dat alles in proces is en alles meetelt,
    net als alle geweende tranen,
    en die dikke van hangop.
    Elke druppel raakt meer
    leger.
    Meer dan eerder.
    Gevulde uren totdat de volte is bereikt.

    Hang op.
    De slingers zijn nooit bedoeld om er verstrikt in te raken,
    hoogstens om er verslingerd aan te zijn.
  • 3
    6317

    Het beste gedicht

    1e ronde
    Het beste gedicht schreef ik met de urn voor mijn neus, net opgehaald, er misschien te lang gestaan.
    Het lukte me niet om eerder te gaan.
     
    Het kronkelpad, de graven links en rechts
    verpieterende stukjes, verse, flikkerende batterijkaarsjes, de moeites gedaan.
    Hoe ver is alles weg.
    Het lukte me echt niet, écht niet, om eerder te gaan.
     
    Voordat in een knuffelkei met daarin iets gemengd met jou, wilde ik je graag eerst in zijn geheel.
    Ik zei misschien is dat raar. Er was geen antwoord nodig. Toch zei hij nee.
    De urn mee in een zwarte stoffen tas met een rits. Naar buiten gelopen leek het alsof ik met mijn eigen bowlingbal liep. Ik glimlachte omdat jij het humor had gevonden als ik dat zo had gezegd.
     
    Ik heb je thuis op de tafel gezet. De zwarte urn knuffelde ik de hele avond lang.
    Sprak woorden, woorden zinvol zinnen, de zinnen een heel gesprek. Spijt van de verloren tijd, en dat soort dingen.
    De liefelijk roze uitgekozen knuffelkei zat begripvol wachtend op een kussen op de bank.
    Tranen op de deksel die van alles opgebrand afdekt. Tranen roesten niet.
    Ik zal een plekje voor je vinden. Te beginnen met dit beste gedicht.
     
     
     
  • 4
    4718

    Meer

    1e ronde
    Vlinderende minnestrelen tekenen mijn vergezicht bij. Meer,
    waarin ik alleen maar wil zwemmen.
    Mijn naaktheid door koulauwe stromingen geraakt.

    Onderweg naar huis de bomen met goudoplichtende bladeren in de maneschijn.
    Ik klom om nog dichterbij te zijn.

    Ik stop zo vaak of sta stil bij. Kom mettertijd aan, dus nooit te laat.
    Meestal kom ik wel binnen.
    Verwikkeld in zinnen en spinnende webben. We zitten helemaal niet vast.
    Er zijn wat lijnen, maar daartussenin en eronder, erboven is alles open. Op de lijnen zou je kunnen springen.
    Waar hang jij je aan op?
  • 5
    3544

    Misschien kom ik er wel uit

    1e ronde
    Nu jij er niet meer bent, trek ik het aan,
    een zelfde soort pak, de strik om mijn nek.
    In de kiem gesmoord, nooit echt gehoord. Je bent nooit goed uitgepakt.
    Iemand met een slechte adem zegt het komt in de beste families voor.
    Misschien kom ik er wel uit.

    Om kleur te bepalen meng ik alle kleuren van de regenboog
    en nu wordt het zwart.
    De huilende aanwezigen zijn het hongerige wolvenkoor.
    Ik gooi wat stukjes zinnen naar ze toe. Misschien vormen ze een geheel:

    Nu levend

    Besef dat

    Zwart ook uit

    Heel veel kleur bestaat
  • 6
    2213

    Ommatidia

    Top 1000
    Van alle vliegen, zie jij de eendags.
    Van binnenuit gevangen, beukend naar buiten.
    Verdord resultaat tegen een verlicht raam.
     
    De vachten van jouw getelde schapen zijn vol van
    verdronken water uit zo’n diepte dat er eigenlijk geen enkel wezen meer op zijn poten kan staan.
     
    Waar de woelige wind mij verfrist en duwtjes in de juiste richting geeft, voel jij de stootjes.
    Niet plagerig bedoeld.
    Maar ook de windstilte kan omver duwen.
    Juist stil geeft doorgaans zoveel druk.
     
    Je laat me zoveel denken over.
    Weerzijden, allerlei keerzijden.
    Inzichten en zichtloosheid.
    Ik weet niet of dat stilstaan of vooruitgaan is. 

    Wist je al dat je een vlieg het beste kunt vatten als je hem heel rustig benadert?
    Zoem maar eens in op de ommatidia. Al die deeloogjes zien een heel eigen stukje van de wereld.
    Vanuit waar kijk jij naar waar?
  • 7
    830

    Pannenkoek met spek

    1e ronde
    Morgen eet ik pannenkoeken met spek. Stroop en pannenkoeken heb ik al, spek moet ik nog kopen.
    Ik weet niet waarom ik er zo vaak te laat achter kom dat ik nog iets nodig heb. Dit kan nog in ieder geval.
    Sommige dingen zijn echt te laat, die haal je niet meer in. Ook niet als je voorin de rij gaat staan, voordringt. Alsof je daar iets mee wint.

    Maak een lijstje zei je altijd, en bezint eer ge begint. 
    Ik zou je willen vragen of je ook een spekpannekoek met stroop wil, maar dat is dus wel echt te laat. Je kreeg sowieso al tijden niets meer door je keel.
    Wij hebben te weinig echt gepraat.
    Misschien had ik een lijstje moeten maken van things to ask. 

    Op de achterkant van kant en klare pannenkoeken staat waarvan ze zijn gemaakt, maar er is vast meer dat niet beschreven is en er nog wel in kan zitten.
    Aan veel zit een uiterste houdbaarheidsdatum. Als je lang genoeg wacht en niets openbreekt verdwijnt en ontstaat er van alles.
    Soms gaan dingen stinken, zwellen ze tot een uitbarsting op.

    Alleen nog deze dagen kan ik bij je aankloppen. Tegen een opgeplakt reliëf van eiken op samengeperst hout.
    Je zei het maakt me niet uit waarvan het is gemaakt als er toch de fik ingaat. Je zou nu vast zeggen leg die pannenkoek maar op mijn buik, dan bak ik hem daar wel op.

    Ik heb een lijstje voor bij de super om de hoek, waar het ook een opgeplakte nepwerkelijkheid lijkt te zijn. 
    Tijd verstrijkt langzaam sneller dan de klok. 

    Af en toe klinkt mijn geklop op je kist. Dan lijkt het net alsof je opschrikt en doet het weer minder en meer pijn.
    Van mijn things to ask lijstje staat de vraag of jij mij net zo mist.
  • 8
    931

    Randgeval

    1e ronde
    Ik houd van de ijzige wind die door mijn kleren in mijn huid prikt. Je kunt je niet verstoppen.

    In een open parkeergarage kan er vanuit de buitenkant van alles binnenkomen,
    als je maar dicht genoeg aan de rand gaat staan.
    Ik stond er ook eens op, maar ik waagde het niet.
    Wanneer precies is het omslagpunt
    dat een druppel regen een ijsklompje wordt,
    zijn regenstaat verliest.

    Na het uitblazen van vijf kaarsen op mijn verjaardagsfeest sprak mijn vader voor het eerst over jou.
    Vrouw, bij wie ik in de buik, soort van ziek in haar hoofd.
    Zijn woorden bouwden in die van mij een warrig nest. 

    Mijn vader hield me altijd in de gaten, vooral bij sneeuw, daar lag ik het liefst zo bloot mogelijk in. De pijn verdovend, van buiten naar binnenin.
    Hij stond een keer boven me. De zon scheen fel achter zijn schaduwkop.
    ‘Ga weer staan,' zei hij. 'Alles lost vanzelf weer op.’

    Als je een hagelsteen doormidden snijdt kun je de laagjes tellen waaruit het is opgebouwd,
    het aantal keren waarop het in de wolkenbuien op en neer geslingerd is.
    Ik refereer aan jou als gelaagde ijskristal met prachtige kleuren indien tegen het licht gehouden. 
    Misschien smolt je wel gewoon te snel.

    Onderaan jouw oude flat krijt ik met wit jouw silhouet,
    zoals je toen lag in de vroege januari kou.
    Tussen de lijnen kruip ik in je terug,
    en fluister ik hou van jou.
  • 9
    5717

    Roestende dauw

    Top 1000
    We dachten dat het roestende dauw was, die druppels op jou.
    We probeerden ze te pakken, natuurlijk spatte alles uit elkaar.
    Misschien is dit teveel, zei Vos.
    We hebben toen alles achtergelaten.

    Op ons pad schilden vallende appeltjes met ons. Toch hielden we onze hoofden rechtop.
    In een vervallen schuur met allemaal opgestapelde kasten, klom hij als eerste op een ervan.
    Ik trok me aan hem op.
    Het ziet er vanaf hier gewoon beter uit, zei hij.
    Ik wankelde.

    Vanuit het ingevallen gat stroomde er van alles in en uit mijn kop. 
    De stenen leien op de grond vertelden me ieder zo zijn levensverhaal. Soms blijven afdrukken achter.
    Op het plafond huppelde een konijn zijn tanden bloot. Kijk, wees hij erop. Het is bijna alles dat je ziet. Zie je dat?

    Krassende eksters maakten duidelijk dat we op moesten krassen.
    Vos sprong, gezien zijn doen kostte het niets.
    Ik zou willen dat ik nog veilig zat.
     
2020
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    2170

    Beeld

    1e ronde
    Je zegt dat jullie vinden dat ik chaotisch ben en dat ik wel moet
    Denken aan het beeld dat ik daarmee creëer,
    maar jullie zien mij niet, 
    wel vanuit tegenover,
    en door de koker, die de massa zo in elkaar heeft gedrukt.

    Graast een koe aan kunstgras als je haar eerst twee doppen door de neusgaten hebt geboord? 

    Niets aan woorden
    naar mij toe
    gemis aan
    perspectief zonder diepte.

    Hoe zie jij mij eigenlijk?
    Met mijn ogen zeg je dus
    weer hoor je me niet.

    Uit drap filter ik van alles klaar, maar je trekt het niet.
    Alles en iedereen blijft hier maar staan, terwijl er zoveel is neergelegd.
    Je herhaalt dat ik chaotisch ben, dat iedereen dat zegt.
    Met je ogen vorm je het beeld raar.
  • 2
    937

    Besteding

    1e ronde
    De tijd rijpt.
    Grijpt,
    zeker als er weinig valt,
    zoals laaghangend fruit.
    Gisten is ook de start van een ander proces,
    waardoor je kunt draaien,
    er van alles op kan laaien.
    Soms is drukken nodig
    op plekken die moesten worden aangeraakt.
     
    Kneuzingen gaan vaak dieper dan je denkt
    en kun je echt maar beter iets breken.
    Of ergens mee, voordat het te laat is.
    Maar te vroeg geplukt is ook zo zuur.
     
    Veel dingen zijn duur,
    zoals levenslessen en bepaalde materie.
    Materie stamt af van het Latijnse woord ‘mater', dat moeder betekent
    en met een t erbij doet er het inderdaad toe.
     
    Licht is de ijlste vorm van materie.
    Lichtdeeltjes zijn energiepakketjes die zich gedragen zoals je er mee omgaat. 
    Ik had me beter moeten gedragen, ik ben zo vaak wel en niet gezwicht.

    Aan de eindrand van het donker zag ik het.
    Ik kreeg eindeloze toevoer van zielenvoer, geheel vrij te besteden.
    Bij de meesten vul ik bij de hiaten, zoals bij een boom aan de voet,
    waar het meeste uitstroomt,
    maar het snelst er ook weer in.

    In de levens de zin,
    in het lichaam het bloed.
  • 3
    5430

    Cut off

    Top 1000
    Toen mijn moeder een dag na mijn vijfde verjaardag vertrok, richtte mijn vader zich op het stoppen van onze tranen en maakte zijn roemruchte kunstobject: een rozerood, licht doorschijnend peervormig figuur met rimpelige rode banen waardoorheen vloeistof pulseerde. Om de ketting waaraan het bungelde, kronkelde een elastische paarse slang die voor de navelstreng door moest gaan. Het kwam in een donkere kamer van een museum te hangen waar men zich als onderwater waande. Geluiden galmden: een kloppend hart, gesis en geborrel, bedompte stemmen.
    Cut off was interactief. Bezoekers mochten er inklimmen, een persoon per keer. Een tijdelijke baarmoederbewoner mocht er op basis van een innerlijk gevoel een tijdje verblijven en kreeg twee touwtjes in handen. Met de ene kon het object op en neer worden bewogen, met de andere heen en weer.
    Een camera legde alles vast en van het materiaal werd een art film gemaakt die gaandeweg steeds meer aandacht trok, met name vanwege de scène met de tijdelijke baarmoederbewoner Tony V., een veertiger die, er eenmaal in, de foetushouding aanneemt, een duim in zijn mond stopt en geen aanstalten maakt om de ingenomen plek te verlaten.
    Waar de gemiddelde verblijftijd vier minuten was, werd Tony V. na twee uur door de cipier met het verzoek om eruit te gaan wakker geschud. Het tot krijsen aanzwellende huilen ketst vervolgens tegen de muren, waardoor Tony V. zijn stem verliest en ook eindelijk krijgt.
    Bij het gat waardoor hij ook naar binnen was gekomen krijgt hij de ballen die hij tot dan toe niet had en laat zich vanaf een halve meter hoogte op de grond vallen.
    In bladen en op tv en verkondigde hij steeds hetzelfde: ‘Ze trekken je er gewoon uit, de koude realiteit in. Ik was er niet aan toe.'
    Een van de kranten kopte: “Tony V... voor de eerste stapjes levensmoe.”
    Mijn vader verkocht Cut off aan een kunstliefhebber die zich thuis als een adult baby gedroeg en een vrouw betaalde om een verzorgende moederrol aan te nemen. In een poging om het door mijn moeder ingeslagen gat enigszins te dichten, stortte mijn vader het grootste deel van de opbrengst op mijn spaarrekening.
    Ik vroeg of ik met het geld mijn moeder van het eiland kon laten terugkeren waar ze met de intentie om zich voorgoed van ons af te steken naar toe was gegaan, en of ze dan misschien een echte moeder zou willen spelen en niet meer weg zou gaan.
    Mijn vader had toen wat uitgeblust voor zich uitgekeken en zijn vlezige armen ten hoogte van zijn buik over elkaar heengeslagen. ‘Nee. Met geld kan veel, maar niet alles.’
    En zo kwam het dat ik op mijn eenentwintigste van het geld een eigen baarmoederschommel liet maken, een tiny house kocht en het daarin hing. 
    Als ik er in lig voelt het gat iets kleiner, misschien.
  • 4
    1152

    Stil

    1e ronde
    Het valt stil in mijn hoofd
    pijn
    stilling
    door het lawaai van het botsen
    tegen
    strijdigheden in alles dat je hebt gezegd en niet.
     
    Mijn eigen stem schoorvoette weg
    gekropen uit iets waar het niet meer wilde zijn.
     
    Luister
    en naar iets dat ik je probeer te zeggen
    zonder stem
    hoor ik het ook niet meer.
     
    Het schreeuwt van binnen
    is het mooier of is het andersom
    wat naar buiten komt altijd schoon
    gewassen.
     
    We kunnen niet altijd alles wegpoetsen.
     
    Je zei dat het per ongeluk ging
    en dat ik er nooit meer over mag beginnen van jou.
    Ook niet van binnen.
    En dat er niets van naar buiten mag komen,
    maar de dag erna ontdekte ik nog meer blauw.
    Het zat op mijn vinger, maar ik durfde er niet naar te wijzen.
     
    Je wilt van alles van mij
    opeisen,
    zelfs mijn zinnen.
  • 5
    910

    Wervelkolom andersom

    1e ronde
    Ze ligt erbij als een opgerolde egel die de moed heeft opgegeven,
    op haar zij, met gebolde rug.
    Of gebald, maar niet haar vuisten.

    Handen om haar omhoog getrokken knieën,
    alsof er eerst nog iets uit haar geperst moet worden,
    of juist ingehouden,
    sappen van het leven.

    Misschien heeft ze zo’n alles aantikkende droom gehad,
    en is dit het in stilte tot stilte wiegen van
    gedachten die te diep gaan en te ver overstijgen.

    Ik wil mijn vinger in een van de kuiltjes tussen haar wervels leggen,
    of juist op een van de heuveltjes.
    Ik wil haar zeggen dat er nog genoeg is,
    dat wat ik in mij heb wel wil delen,
    het in haar kan pompen.
    Maar ze zal zich nooit echt neerleggen.

    Ze rekt zich langzaam uit,
    reikt hoger dan dit plafond en draait zich om.
    Een andere strekking,
    wervelkolom andersom.

    Ik ga met mijn hoofd op mijn handen liggen,
    creëer een ander drukkend gevoel.
    We kijken elkaar aan.
    Boven een opkrullende glimlach kan een hangende frons niet blijven staan.
    Ze zegt: ‘Ik rolde mezelf uit in deze prachtige dag.'
    Ze ziet 
    wat ik niet zag.
2019
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    5364

    Altijd via de Galerij

    1e ronde
    Je weet niet dat ik al je foto’s delete die jij mij apped
    en ik ze altijd via de Galerij bekijk.
    Dat ik dus steeds vanuit een gewiste toestand reageer,
    omdat jij iets hebt, en ik niet meer.
    Soms doet iets teveel zeer.

    Het spijt me van het geheen en weer,
    slingerend tussen jouw huis en dat van mij
    en mijn gevoel.

    Je denkt dat als ik iets zeg ik dat precies zo bedoel
    en dat ik steady ben,
    je weet niet dat ik steeds wegren.
    In het draaien ben ik dan weer wel stabiel.

    Je kunt de niet geschreven woorden niet lezen
    tussen wat ik wel aan je heb gestuurd.
    Ik vraag me steeds over van alles af hoe lang het nog duurt.

    Bij mij gaat het meeste via een omweg,
    jij dus via de Galerij.
    Je zendt me steeds van alles,
    maar ik ben er nooit echt bij.
  • 2
    5333

    Er moeten meer vrije vogels zijn

    1e ronde
    Stijldansen; dansen in stijl in gekaderde vrijheid.
    Ik wil niet los met beleid.
    Je laat me in mijn keuzes vrij,
    maar kiezen moet wel, dat hoort erbij.
    Is dat vrij of dominant.

    Je zegt dat ik wel ergens voor moet gaan staan.
    Ik wil me vooral kunnen bedenken,
    meerdere klokjes rond
    en voortschuifelen in de tijd.

    Ik kijk niet perse op je neer wanneer je zoekt naar woorden,
    ook al zak daarbij door de grond.
    Het zijn wel precies dat soort momenten dat ik bijna kies
    om je te laten gaan.

    Ik vind je vrij dominant.
    Je doet me niet perse zeer, al lijkt dit wel erg veel op pijn.
    Ik zie wel dat je beter wilt, je kijkt ook steeds omhoog.
    Er moeten meer vrije vogels zijn,
    dan die ene die net toevallig overvloog.
  • 3
    5339

    Geen grensherkenning

    1e ronde
    Je zegt dat ik een stap moet nemen
    en iets over mijn eigen kracht, dat je daarop wacht.
    Ik waag een pas,
    je trekt me terug aan de kraag van mijn jas.
    Ik sta in jouw gebied,
    je beweert dat je geen grensherkenning bij mij ziet.

    Je benadrukt dat iets uit jouw koker is gekomen,
    ik weet niet precies wat.
    Dat jij hier als eerste ging wonen, je dat recht ook had.

    Jouw hendel, jouw schuur met opgestapelde dingen die ik betreed.
    Jouw stuur en jij draait en blijft maar draaien.
    Jouw schip, jouw trein, jouw fluit.

    In mijn eigen ruimte laat ik alles waaien.
    Er is altijd dat stapje achteruit
    en ergens in of uitstappen kan ook best via de vooruit.
  • 4
    5783

    Hotel de Bijenraat

    1e ronde

    In Hotel de Bijenraat is altijd wel ruimte voor het maken van zoete gedachtegangen.
    Het ziet eruit als een reuzencocon.

    De man achter de balie is gekleed in een zwart met geel gestreept maatpak,
    zijn ogen lichten op als ik binnenkom.
    Ik zeg dat ik wil inchecken.
    ‘Uitchecken bedoel je,’ en daarbij drukt hij op een knop. ‘Je stapt tenslotte ergens uit, maakt niet af waaraan je wel begon.’

    De cocon opent zich, schuift hoge muren van doorzichtige raten uit elkaar.
    Ik kijk tegen schoenzolen, stukjes van benen en broeken aan
    behorend bij zielen die iets hadden te zoeken, maar nooit hebben geweten waar.

    Er zijn kleine liftjes.
    ‘Ze zullen je brengen,’ verduidelijkt de man.
    ‘En wat als ik wil gaan?’
    ‘Dan niet.’

    Ik wil de tijd rekken, vooruit duwen nu het zo dichtbij sluipt.
    ‘Mag ik ook een laag hokje? Als ik het wil, klim ik er zelf uit.’
    ‘Nee. Het systeem geeft u een nummer. Dat bent u dan voortaan.’

    Vaak voel ik me moe.
    Misschien heb ik niet genoeg gehaald.

    ‘In al die cocons lijkt weinig ontwikkeling plaats te vinden, gebeurt er hier weleens wat?’
    De man trekt zijn wenkbrauwen en mondhoeken op. ‘Nee, natuurlijk niet. Daar hebben ze hun prijs voor betaald.’

    Sommige mensen slapen eindeloos goed, ik weet gewoon niet hoe dat moet.
    Ik stap vaak over dingen heen, ik weet niet waarom ik dat doe.

    ‘Het liefst leg ik me erbij neer, maar er is teveel dat me bekruipt.’
    De man kijkt me als gestoken aan.
    Gedruk op een andere knop.
    Achter mij zoeven de deuren weer open.
    In de tijd zal ik lopen,
    in een wereld op zijn kop.
  • 5
    5336

    Laat

    1e ronde
    Laat ons niet verdwijnen
    in iets dat niet niet meer gaat,
    als dat iets iets was
    dat eigenlijk niet bestaat.
    Ik trek jouw handen over mijn vermoeid gelaat.

    Laten we laten wat niet werkt
    en doorlaten wat wel.
    We moeten erdoorheen, het liefst snel door.
    Ik moet steeds maar denken aan wat je zei:
    soms is het te laat, gaan we er nog voor.

    Veranderen is verbuigen,
    vervormd resultaat,
    terwijl het nog steeds om hetzelfde gaat.

    Licht is mooi, in het begin vaak oogverblindend fel.
    We zijn jongelingen, pupillen in staat om bij te stellen,
    we wennen wel.
    Focus op het licht,
    ik wil jou zittend op mijn gezicht.
  • 6
    5358

    Terugrennen

    1e ronde
    Hij strekt zijn benen,
    rekt zijn armen uit in de lucht,
    klaar voor zijn vogelvlucht.
    Er is genoeg gezegd,
    gedacht evenzogoed.

    Zijn lamme vleugels worden neergelegd,
    met het hoofd gebogen volgt een diepe ademzucht.
    Nog even denken aan waaraan hij nog niet heeft gedacht.

    Terugdraaien kan niet, heeft ook geen zin,
    wel ergens aan voorbij gaan.
    Terugrennen kan wel,
    is soms beter dan blijven staan.

    Achter hem het ravijn.
    Het moet heel snel,
    met een grote sprong de vaart erin.

    De wind zal ruisen langs zijn oren,
    het bloed zal suizen,
    totdat hij niets meer zal horen.
  • 7
    5362

    Til me op Leg me neer

    1e ronde
    Til me op.
    Ik wil op je werkschoenen staan, op de neuzen van onverwoestbaar staal,
    in een vereeuwigde omhelzing door de lucht vliegen.
    Mijn neus in je stoffige blauwe overal duwen en je erdoorheen ruiken,
    vasthouden nu het er nog hangt.
    Laten we elkaar wiegen.

    Net lag ik nog in bed, miste te lang jouw warme lijf. Je had de wekker niet gezet.
    Misschien ging het kabaal in je hoofd weer met je aan de haal.
    Koude klamme lucht klampte zich aan me vast toen ik naar de werkschuur liep.
    Je reageerde niet toen ik je riep
    en ik niet eerder op jou.
    Ik heb je roep niet goed gezien.

    Til me op, dan kan ik weer bij je zijn.
    Nu voel ik me nog een beetje verdoofd,
    misschien kan het licht blijven.
    Ik zou willen dat ik sliep, en dit niet was.

    Til me alsjeblieft weer op, zoals je altijd deed,
    hoog genoeg om weg te blijven
    van de opkomende pijn.

    ………………………………

    Leg me neer.
    Vergeef me, mijn stalen neuzen hielden de zwaarte niet meer.
    Gooi ze maar weg, ze zouden niemand moeten passen.
    Sinds een tijd drukte alles door.

    Ik was bang voor mijn interne geschreeuw vanuit het diepste van mijn keel,
    bang dat ik geen stem meer zou hebben
    in zoveel.

    Ik tilde je op, droeg je mee op mijn voeten,
    zette de stappen voor ons samen.
    Maar mijn eigen gewicht werd te zwaar en ik wilde jou bovenop.
    Ik weet niet hoe het anders had gemoeten,
    steeds was er dat kabaal in mijn kop.

    Lieverd ga niet met me mee naar dit niveau,
    je had me te hoog zitten.
    Gebruik deze trap om op te klimmen,
    en de tijd om in te bezinnen.

    Er is nog zoveel om te doorlopen, door te lopen.
    Dus zet me neer, precies zoals ik was.
    Til mij nu maar op
    en leg me neer.
    Net als jij erbij,
    ook al doet het zeer.
  • 8
    7028

    Uitgelicht

    1e ronde
    Middenin de winter in een vervallen schuur,
    zag ik door een open ruit een stier.
    Ik eet er soms een stukje van,
    van dat soort tenminste,
    geserveerd met rode wijn of bruin bier.
     
    Over zijn ogen en een deel van zijn rug
    lag een vochtige witte dikke doek.
    Een ijzeren ketting hield zijn staart vast aan de met mest bespoten muur.
     
    Uit zijn neusgaten sijpelde angstsnot,
    hij schudde steeds harder met zijn kop,
    lichtte stampvoetend zijn imposant gespierde romp.
    Stomende damp en indringend gejank vulde de ijle koude lucht.
     
    In de hoek stond een kleiner exemplaar,
    bij elke kreet van zijn vriend keek het wanhopiger uit.
    Smeekzucht op hoge piepende toon,
    misschien was het zijn vader wel, en hij de zoon.
     
    Ineens spurtte de grote naar voren,
    rukte zich los en zijn eigen staart daarbij af
    en kwam vlak voor me staan.
    Zijn donkere ogen tolden en tikten steeds mijn blikveld aan.
     
    Hij spoog,
    warm kwijl landde recht in mijn gezicht.
    En ik voelde me verbonden,
    met deze stier zo uitgelicht.
     
    Nu kan ik niet meer terug
    naar de tijd waarin ik mee loog.
  • 9
    5365

    Voor een kort moment

    1e ronde
    Voor een kort moment zaten we gehurkt achter een muur om ons erachter te kunnen verschuilen.
    Voor een kort moment zocht ik naar woorden voor het moment ook al was het er nog maar net.
    Voor een kort moment vroeg ik me af of je ook in een kort moment verliefd kan worden.
    Voor een kort moment dreef je uitgeblazen adem als een wolkje voor je uit.
    Voor een kort moment was ik bang dat je mijn gedachten kon horen.
    Voor een kort moment vroeg ik me af of je ook iets van mij volgde.
    Voor een kort moment kreeg ik het gevoel te moeten huilen.
    Voor een kort moment was er stijgen en dalen geweest.
    Voor een kort moment hield ik vast en liet ik weer los.
    Voor een kort moment in elkaars warmte.
    Voor een kort moment daar.
    Voor een kort moment.
2018
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    4500

    De winkel van de Kunst

    Top 100
    Op de hoek van mijn straat is een uiterst klein winkeltje
    waar bijna nooit iemand naar binnengaat.
    Het heet De winkel van de Kunst.
     
    Voor een keer stap ik over de drempel.
    Ik zie een man die achter de balie staat.
    Hij draagt een ooglapje,
    ik weet niet waarvoor.
    Er zal vast sprake zijn van een bepaald gemis.
    Met mensen met een ooglapje is er doorgaans wel iets bijzonders aan de hand.
    Aan de andere kant weet je vanaf je eigen stand nooit precies wat de ander ziet.
     
    Een aantal mensen waaien aan,
    echt storm loopt het niet.
    Eenmaal alleen met de halfziener, tovert hij een glazen pot met stuiterballen tevoorschijn.
    Hij kiepert de inhoud leeg. Al die ballen stuiteren in het rond.
    'Zie,' spreekt hij. 'Alles valt uiteindelijk samen en stuitert op de grond, da’s geen kunst.
    Wel om jezelf voortdurend op te rapen, en jezelf bij elkaar.'
     
    Ik wil graag hier vandaan,
    toch vraag ik wat het kost.
    Hij antwoord: 'Ik kan het niet minder maken dan het is.'
     
  • 2
    2630

    De Z

    Top 1000
    Zo gek is dat, de behoefte om zinnen te beginnen met een Z,
    alsof ik het einde meteen wil hebben.
    In ieder geval in zicht.
     
    Inzicht dat ik het begin van het einde al wil zien,
    of een eindigend begin.
    Het allemaal voor willen zijn
    en gaan.
    Vooraan staan, zodat ik zo ver mogelijk vooruit kan kijken
    tot het niets er is.
     
    Dat als ik met de A zou beginnen dat vanzelf leidt tot de Z,
    maar misschien gepaard met meer lijden.
    En misschien sla ik dan ook wel te veel over.
    Of ga ik te snel.
     
    Zo frappant dat mijn kruidenpotjes altijd wat vettig in het rekje staan, ook al heb ik ze met een natte doek schoongemaakt en gedroogd met een droge.
    Zo bijzonder dat er altijd sporen van dingen achterblijven,
    en te verdienen zijn.
     
    Zee. Vroeger wilde ik er altijd aan wonen,
    maar dat idee ebde al snel weg.
     
    En nu heb ik ook nog de behoefte om te eindigen met de Z.
  • 3
    2629

    Heliumbalonnen

    1e ronde
    De ruimte tussen ons is met helium volgelopen.
    Er is geen echte stem meer te horen,
    veel te hoog
    of laag.
    Alles staat sowieso op knappen.
     
    De hele boel kan wel in het luchtledige worden opgelaten.
     
    Soms zie je ze wel, die ballonnen,
    een beetje trillend tussen de takken.
    Met zo’n doelloos papiertje eraan Voor wie mij gevonden heeft…
    Niks gewonnen.
    Nooit echt verder gekomen.
  • 4
    2628

    Het laat zich influisteren

    1e ronde
    Het laat zich influisteren als een dringend bericht.
    Er wordt me iets verteld over tsunami’s en verschuivende aardplaten.
    Dat die er vroeger al waren,
    nog voor het baren
    van mensen
    en zorgen
    over de continuïteit van de aarde.
     
    Al dat gedraai.
     
    Ik zie een boot plastic voorttrekken.
    Voorwerpen met open monden,
    zich verbazend,
    of misschien wel gapend.
    Moe van dit alles.
     
    Rechttrekken. Waarom is er zoveel krom.
     
    Gedreven.
    Samensmeltende ideeën over voorruit.
    Volle kracht.
    Streven.
     
    Alsof de wereld op maar één jongen wacht.
  • 5
    4501

    Je ogen staan altijd schever vlak voordat je gaat

    1e ronde
    Je ogen staan altijd schever vlak voordat je gaat.
    Ik wil weer zeggen dat het oké is om terug te willen,
    ook naar mij.
    Die oogstand zag ik voor het eerst toen ik me wel een
    keer uitsprak,
    toen mijn hart brak over al die uit pulverende pijn
    Over wel en niet bij me zijn.
     
    Roest begint ook bij aanhoudendheid,
    de geraakte plekken raak je niet zomaar kwijt.
    Je kunt er een mooi glimmend laagje overeen strijken,
    maar het is iets dat soort van inslijt: materiaalverlies
    veroorzaakt door aanhoudende wrijving over dezelfde
    plaats.
    Op een gegeven moment komt er van alles verpulverd
    uit,
    met het gevaar van definitief loslaten.
    Je zal dieper moeten gaan om echt weg te poetsen,
    en dan nog schuurt het.
     
    In de deuropening blijkt de drempel telkens hoog te
    zijn.
    Het is wiebelig zoals je nu staat,
    alle kanten opgaat, maar je valt nooit.
    Je bent mijn mooie tuimelaar.
     
    Als je weg bent, ruik ik aan je pyjama, eerder gooide ik
    alles meteen in de was.
    Nu blijft het eerst nog zoals het net was.
    Er staan dingen van jou op het tafeltje naast mijn bed.
    Ik laat het,
    steeds maar dat opgeruimde gevoel nastreven.
    Ik voel me soms een beetje op.
     
    Jouw tandenborstel leunt tegen die van mij in de plastic beker,
    je hebt je eigen tandpasta.
    Ik vind jouw verdwaalde sok in mij la.
    Ook als je weg bent maak je me weker.
     
    Er glijdt van alles door mijn vingers, en de wasmand in.
    Ik heb wat dingen rechtgezet,
    verander soms een beetje, maar zet na al die tijd niet
    meer alles op zijn kop.
     
     
  • 6
    2620

    Lagen

    1e ronde
    Slijtageplekken ontstaan doorgaans langzaam, maar eenmaal daar is het einde al in zicht.
     
    Een oppervlakte is opgebouwd uit een laag van opgestapelde dieptes,


    de scheidslijn ertussenin is broos en vaag.
     
    De kern zit niet persé in het midden,
    maar meestal ergens in een tussenlaag.
  • 7
    2632

    Mijn hoofd verwinterd

    1e ronde
     
    Ze stond als een uitgeschakelde robot in de kamer,
    keek alsof ze bepaalde codes moest zien te kraken.
    Vervolgens haar hersenen krakend over wat ze ook alweer aan het doen was.
    Zoveel vergeten vragen.
    Zij die mij als vrucht had gedragen.
     
    En ik? Moet ik dan nu al iets gaan doen aan de kou, en aan het niet weten?
     
    Mijn hoofd verwinterd.
    Laten we gaan liggen in een bed dat tjilpt,
    bij elke beweging verder wegzakkend,
    afvragend of het nou vogelgeluiden zijn
    of het resultaat van een hoop gebonk.
     
    Mijn hoofd verwinterd.
    Er zitten vlokken in mijn hoofd die me wollig maken.
    Ik hoef geen schapen te tellen om eindeloos lang te kunnen slapen.
     
    Schaduw werpende,
    steeds meer bedekkende sneeuw
    dat van alles en mezelf zoek maakt.
    Vanaf hier beneden vervagen nuances tussen licht en donker.
    Ik zou kunnen verzuipen,
    maar blijf nuchter.
     
    In mijn teruggetrokken hol doe ik niet zoveel aan eten,
    meer aan gedachten verteren. 
    En harde noten kraken.
    Ik zal het einde bewaken.
2017
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    8749

    Ik had niet gedacht

    1e ronde
    Ik had niet gedacht
     
    Ik had niet gedacht, dat het pad zo zou vertakken.
    Dat je me na die eerdere kou, zo onverwacht,
    een zetje zou geven,
    in plaats van een duwtje in de rug.
    Richting een meer dat eenzaam en bevroren lag te liggen,
    waarin mijn voeten zo zouden bevriezen dat ik nooit meer,
    echt, in beweging zou kunnen komen.
     
    Na de hele wereld op zijn kop
    en zoveel onstuimig weer,
    kwam het juist weer wat op.
    In de gevangen warmte, in de bewaakte kassen
    waar bloesems van vergeten fruit voorzichtig begonnen te bloeien
    aan groene takken,
    dun als sprieten zich dapper hadden vastgeklampt aan de ruiten.
    De wil van het leven naar het licht toe.
     
    Ik had niet gedacht,
    dat de afspraken die we maakten
    over zaken die ons zo raakten
    zo… zouden worden ontkracht.
    Dat we de weg zouden bewandelen naar de banken van mahonie.
    Honende opmerkingen,
    waar ze eerder zo zoet als honing
    werden ingesmeerd.
    Nee, nu het zout,
    in de wonden nog niet zo oud,
    maar verser dan ik dacht.
     
    Natasja Kraijer
     
     
  • 2
    5270

    Omranden

    1e ronde
    Ik geloof dat ik het toen al wilde omranden,
    dat fotosische moment tussen jou en mij.
    Een toverpen tekent de wanden
    en streept door wat je niet zei.
     
    Stippellijntjes die kunnen verbinden.
    S
      l
         i
    n
       g
    e
    r
       e
    n
    de lichte woorden
    tussen bloesemende linden,
    die geurend terugwaaien,
    wat we al eerder hoorden.
     
    Ik geloof dat ik vanaf onze eerste zin
    voor het laatst
    afscheid wilde nemen
    van het begin.

    Natasja Kraijer
2015
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    2010

    Er is hier geen vriendschap

    1e ronde

    Pleisters en lijsters,

    ze delen lucht.

    Het vliegen,

    de gebakken.

    De klucht.

    Er is hier geen vriendschap,

    we hebben elkaar straks niets meer te zeggen,

    niets meer uit te leggen,

    zodra die poort opengaat.

    Dan zien we de lijsters,

    en je gaat en staat,

    waar je maar wilt,

    met het verlangen dat zo lang in je heeft gegild.

    Een heel luchtruim,

    de hele aarde,

    om je in te begeven.

    En de pleisters?

    Die trekken we gewoon van ons af.

    Daar zit geen vriendschap onder verscholen,

    alleen maar littekens.

    We kruipen simpelweg terug naar onze holen.

    Het was de pleisterlijm die ons verbond.

    Een plaksel van verschrikkingen,

    en rechten die je schond.

    Het bedekte alleen een gezamenlijke wond.

     

     

  • 2
    5011

    Het geluid

    1e ronde

    Herken je dit geluid, sms dan WEET naar ons nummer, je weet toch... Of stuur een appje via onze apperdepep die je via onze site kunt downloaden.

     

    Nee, het is niet het geluid van:

     

    - spontaan reiskofferpakken

    - pannenkoeken bakken

    - iemand een high five geven

    - een ballon in de lucht laten zweven

     

    Ai, de jury meent dat er even een aanwijzing moet worden gegeven.

    Hier komt ie dan: “Onderwaterdansen is een vak apart.”

    Nou, we gaan weer fris en fruitig van start.

     

    Het is niet:

     

    - iemand in het gezicht slaan

    - op iemands lichaam staan

    - een granaat op de grond gooien

    - het ijsberen van dieren in circuskooien

    - in een kast duiken als de schutter binnenkomt

    - het dichtsnoeren van een mond

     

    Helaas, het geluid is niet geraden. We bevriezen het geld voor een volgende keer.

    Hopelijk doe je dan weer leuk mee, we waarderen je inzet zeer!

  • 3
    5015

    Mossel

    1e ronde

    Als een mossel die je weggooit,

    omdat hij maar niet opengaat.

    Te gesloten. Tik tik tik tik.

    Openen doe ik nooit.

     

    Breek je mijn schelp,

    dan zal je je snijden.

    Eet mij,

    en ik zal je vergiftigen.

    In mijn schuilt geen parel,

    er is geen trofee na het lijden.

     

    Een weekdier,

    dat zou ik moeten zijn,

    maar ik ben niets van dien aard,

    jouw zoute vocht ben ik niet waard.

    Mijn sluitspier

    trekt alles samen.

    Ik knijp je tastende vingers fijn.

     

    Je huilt,

    tranen als water naar de zee.

    Uiteindelijk ga je niet met me mee.

    Dus ik verdwijn weer onder de grond,

    er is niets dat ons echt verbond.

     

  • 4
    5012

    Niets

    1e ronde

    In dit pak van neopreen dringt weinig door,

    alles glijdt lekker van me af.

    Het onderwatergeluid dat ik hoor,

    pingt een kalmtefrequentie naar me toe.

    De zuurstofslang bungelt uit mijn mond,

    af en toe neem ik een raspende hijs.

    Mijn duikbril klemt,

    ik zie spleetjes van de werkelijkheid.

    Niets in het bijzonder wordt uitgelicht,

    niemand heeft een gezicht.

     

    Door deze modder waarin mijn flippers zich hebben vastgezogen,

    hebben zich massa’s voortbewogen.

    Er ontspringt een kind uit de rij,

    het gaat voor me staan.

    Ik sluit mijn ogen,

    en het maakt toch niet uit wat ik zeg.

    Als ik ze weer open, is het verder gelopen.

    Het achtergelaten spoor zal worden uitgewist.

    De aanhoudende regen spoelt ook dit weer weg.

    Thuis is er nog chips en volgens mij zelfs nog wat port.

    Ik ga maar weer eens, de tijd is alweer genoeg opgeschort.

     

  • 5
    5016

    Verbond

    1e ronde

    De roodgele zon,

    trekt strepen over het water

    en verwarmt mijn gezicht.

    Onuitgesproken woorden

    zweven in een tegenlicht.

     

    De zon gaat onder,

    de glans in jouw ogen verdwijnt.

    Ik brand mijn vingers,

    aan iets dat langzaam wegkwijnt.

    Onze gloeiende kern,

    gaat uitgeblust ten onder.

    Zonder jou,

    zonder.

     

    De zee rolt woeste schuimtongen naar ons uit,

    eist op en trekt mee.

    Boktorren zullen ons wrakhout tot stuifsel opvreten.

    Het is onmogelijk om ons te vergeten,

    voor altijd zal ik bij elkaar vegen,

    wat ons verbond en verslond.

     

    Ik verstond,

    dacht ik,

    al die tijd.

    Toch ben ik je kwijt.

  • 6
    2009

    Wat is waar

    1e ronde

    Ik zwijg nu en daarmee lijkt alles deels verloren.

    Tegelijkertijd doorbreek ik juist een patroon.

    Van moeder op dochter, van vader op zoon.

    Scheiden,

    ben ik het kaf of het koren.

    Altijd het verdedigen, het (op komen) draven.

    Het graven,

    zoeken naar excuses.

    Conclusies die worden getrokken.

    De stelligheid maakt me doof, verdovend moe.

    Confuus.

    Diffuus.

    Wirwar.

    Wat doet er nou echt toe.

     

    Knopen en draden, gerafelde lijnen.

    Besparen van woorden, balanceren op koorden.

    Wat is waar.

    Garen, sudderen als een stooflap.

    Straks val ik nog uit elkaar.

    Vermijden van het onvermijdelijke.

    Zwemmen in een plas, waarvan je niet nat kunt worden.

    Dronken zijn zonder te lallen.

    Het ophouden van talloze borden, klaar om te pletter te vallen.

    Rondjes draaien. Mijn eigen staart achterna.

    Tollen, door die aanhoudende stilte tussen ons.

    Ik kan er niet meer tegen,

    de afkeuring, die in je hoofd gekerfde frons.

     

    Deze rotonde kwamen we tegen.

    Ik ga naar hier, en jij naar daar.

    Wat is recht, wat is krom.

    Wat wijs, wat dom.

    Wat is waar.

    Ik ga naar hier, en jij naar daar.

    Teveel om alles te omcirkelen en uit te leggen, het is teveel.

    Het is de reden waarom ik nu even niets meer met je deel.

     

  • 7
    5013

    Wazig

    1e ronde

    Wazige blik,

    mistige herinneringen.

    Irissen waarvan de randen zijn uitgevaagd.

    Soort van bezinningen

    in de tijd die hier wordt uitgedaagd.

    Ze zit in haar stoel

    en strijkt haar rok glad.

    Op de schouw tikt de klok,

    in het ritme van haar hart.

    De schemer zet in.

    Is dit het einde van de dag,

    of juist het begin.

  • 8
    5014

    Weg

    1e ronde

    Knisperend zand onder mijn voetzolen,

    bij elke stap beschadigt er meer.

    Een verderfelijke stank van open riolen,

    hangt zwaar,

    over deze plek waar ik jou als laatste zag.

     

    Ergens rent iets weg,

    het geluid van krassende nagels echoot in de steeg.

    De klamme lucht beneemt me bijna mijn adem,

    het omklemt me, maakt mijn lichaam zwaar.

    Elke keer,

    kom ik hier weer.

    Ik kan je niet laten gaan.

     

    Op de zwarte muren parelen druppels,

    ze klampen zich net als ik tevergeefs vast.

    Over het water dansen feeërieke vlaagjes van licht.

    Het voelt hier zo donker,

    nog steeds zoek ik je gezicht.

2014
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    1578

    Flitsend voorbij

    1e ronde

    Flitsend voorbij.

    Voorbije flitsen.

    Recht voor me uit,

    achter mijn ogen.

    Links en rechts van mij.

    Voorbij, jij.

    Je zoefde in mijn leven.

    Zoef zoef, door me heen

    en voorbij.

    De schrik, en eindeloze perikelen achter ons.

    Flitsend voorbij.

    Als een stotende trein,

    de toekomst door.

    Geen spoor dat me zal leiden,

    Alleen stof achterna, in mijn ogen

    was ik verblind.

    Geen weg meer vooruit te branden.

    Vlammen die in me opgaan en doven.

    Voorbij,

    in een flits.

     

    Natasja Kraijer

  • 2
    1577

    Tastende stenen

    1e ronde

     

    Nee, zei ze met haar armen over stijf elkaar.

    Maar er lagen al te veel keien in het water.

    Te hard in het zicht en te zwak om te negeren.

    Licht, dat erop weerkaatste.

    Ze zijn komen aanwaaien, vertelde ze.

    Haar vinger krulde haar haren.

    Maar dat is niet waar,

    die zijn te zwaar.

    Geworpen door het verleden en het heden.

    Tastende stenen,

    Eerder lagen er niet zoveel.

    Nu een pad.

    Glad,

    maar ook als zingend koraal dat je open kan halen.

    Je ziel barst open als je hierop zal lopen.

    Dat mag ik hopen, en ze lachte. Liet haar haren los.

    Beide armen uitgestrekt langs haar lichaam.

    Goed, ik zal wel leiden, zei ze,

    Maar was dat met een ie of een ij.

    Koordansend op het water.

    Daarna verdween ze uit zicht.

     

    Natasja Kraijer

2013
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    1392

    Gevallen

    1e ronde

    Gevallen

    Draad, strak om mijn nek gespannen.

    Rafelende koorden.

    Ik pakte het van je af.

    Jij zoekt nu in warrige dromen,

    met klauwen zonder nagels.

    Handen zonder vingers.

    Klei in de grond, waar het had moeten blijven.

    Beklijven, doet het nu te veel.

    Het beeld viel en ik wilde het maken.

    Maar jij ving en herstelde wat hersteld moest worden.

    Zo kan ik het niet.

    Bang dat je mijn rimpels in het aardewerk zou terugvinden,

    als bewezen zorgen voorgoed in mijn voorhoofd gekerfd.

    Voor eeuwig uit de lichtvoetigheid onterft.

    Advena

  • 2
    1391

    Gezogen

    1e ronde

    Gezogen

    Beelden koppen tegen mijn hoofd.

    Ik wend mij af,

    maar de woorden blijven tikken op mijn kop.

    Men praat en haakt in.

    Tikt mij aan.

    Tik tik tik op mijn kop.

    Een wekker gaat af, een licht dooft.

    Ergens klinkt een bom.

    Ik wil het niet horen, wil het niet zien.

    Voorbij loopt zij,

    zwevend maakt zij versiersels op de grond.

    Ik staar ernaar.

    De mensen buigen naar voren, kijken niet naar haar. Heb je het al gehoord.

    Maar ik hoorde het erger.

    Weg met die gebroederlijke kring, en toch sta ik er ineens middenin.

    Gezogen naar het zwarte gat,

    omdat ik even de vergetelheid vergat.

    Nu maar zakken in de grond, er dwars door heen.

    Dwars door het gegoten zwarte steen.

    Als eerste met mijn aangetikte kop,

    de brokstukken ruim ik zelf wel weer op.

    Advena