Bloed sijpelt langs de speer,
en toch begeeft de gorilla zich ook vandaag plichtsbewust naar kantoor.
Hij blikt in de achteruitkijkspiegel, kijkt, kijkt weg, kijkt opnieuw, kijkt opnieuw weg,
de hele rit lang, onaflatend.
Hij mag geen fouten maken, geen fouten meer maken.
Hij moet zijn hoofd bij de zaak houden,
focussen op het essentiële, het positieve, het constructieve, het toekomstgerichte.
Maak een lijst van alle dingen die je moet vergeten.
Schrijf ze op, zodat je je steeds herinnert, wat het precies is, dat je vergeten moet.
Vergeet het mes tussen je ribben.
Vergeet de lintworm die je darmen leegslurpt.
Vergeet de rouwmars van de achtergebleven kogel in je hersenen.
Vergeet het onverteerde voedsel dat op bodem van je maag ligt te fermenteren.
Vergeet de krassen op de auto van de baas, die hoogpotige, laaghartige meeuw.
Vergeet het langzame ontkalken van je dromen.
Vergeet hoe je jarenlang elke ochtend, bij ’t ontbijt, andermans lauwe stront kreeg voorgezet.
Vergeet vooral, hoe je zelf voor dit alles hebt gekozen.
Het moment is daar om de bladzijde om te slaan,
recht je rug, veeg de scherven bij elkaar
en lijm de brokken tot je een uniek,
gehavend kunstwerk bent.
Maak een plan en word het plan!
Sla terug,warm je vuisten,
laat je klauwen groeien,
poets nooit meer je tanden.
Plas naast de pot, of op de pot,
maar erin, vergeet het!
Je zal op handen worden gedragen,
als de leider van ’t Vergeefs Verzet,
maar desalniettemin een leider,
en iedereen zal van je houden
en je hoofd zal prijken
op T-shirts in revolutionaire kleuren.
Maar de gorilla heeft in geen van deze dingen
zin, hij is moe als eeuwen.
Liever vlijt hij zich in de oksel van het wijfjesdier,
treurt in stilte, en loopt leeg in haar warmte.