ik herinner mij hoe het begon
eerst kwamen er zes mannen te paard
reden tot aan het stadhuis met zwaard
al snel gevolgd door menig peloton
zo’n 6000 man met wapens
van poort tot poort stond het vast
de klinkers schoven door de last
van getrokken kanonnen en wagens
de vlag op het stadhuis werd gestreken
de veldwachter ontwapend vastgezet
dit alles was in korte tijd bekeken
alle bewoners waren toen aan zet
moesten rantsoen geven na deze streken
20 man per huis een soldatenbanket
‘s-middags was er een feest
op de markt stonden kramen
de akkerbond kwam samen
veel volk is er geweest
ploeg en eg waren versierd
vlegel, riek en witte staken
en met allerhande zaken
werd het groentefeest gevierd
groenten op de boerenwagen
rondom paarden en ook bokken
om jong en oud te behagen
en om nog meer volk te lokken
ging de bard zijn liedjes zagen
en al snel verjaagd met stokken
aan kabeljauw ruim geld besteed
en aan het schrijven van brieven
voor zaken en aan mijn lieven
en aan kaartspelen, wat mij speet
aan zeven potten brandewijn
voor de avonden en het feest
en aan kaarsen nog het meest
want zonder licht geen samenzijn
mijn schoenen lappen op z’n tijd
en vellen, nodig voor een broek
gemaakt door naaister en haar meid
aan verwennen, een peperkoek
en van de nieuwe pruik geen spijt
ondanks een gat in het kasboek
Onverwacht ligt er een papiertje.
Het ligt opvallend te zijn.
Een verrassing vanwege de onverwachte plek van het papiertje.
Je pakt het op en het is geen onverwacht papiertje meer, eerder een gebruikt papiertje.
Je vergeet het papiertje.
Onverwacht ligt er een papiertje.
Opnieuw ligt het opvallend te zijn.
Een verrassing vanwege dezelfde plek van het papiertje.
Je pakt het op en het is geen onverwacht papiertje meer, eerder een gebruikt papiertje.
Je herinnert je nu het papiertje.
Onverwacht ligt er weer een papiertje.
Opnieuw ligt het opvallend te zijn.
Een verrassing vanwege dezelfde plek van het papiertje.
Je pakt het op en het is geen onverwacht papiertje meer, eerder als het vorige papiertje.
Je vergeet nu het papiertje niet meer.
Je verwacht dat er een papiertje ligt.
Opnieuw en opvallend op dezelfde plek.
Je herinnert je de eerdere papiertjes.
Een verrassing, omdat er nu geen papiertje ligt.
Staal is de taal van de kade
containers zij aan zij
de wereld vaart langs
Staal is de taal van de haven
hijskranen op een rij
de tillers van de last
Staal is de taal van de kabel
trekkracht per meter
de lieren sturen bij
Staal is de taal van de treinen
wagons met lading
de wielen knarsen zacht
Staal is de taal van de lassers
met hun schermen voor
gloeiende connecties
Staal is de taal van de spieren
gebundeld in ploegendienst
met kroketten als lunch
Ik hoor zingen in het bos.
Geluiden uit en over het verleden.
Zijn ze weer terug?
Er is een verlaten zwembad in het bos.
Daar drijft een boom en de waterlelies bloeien.
Vlakbij het veld zonder doelen.
Zijn ze weer terug?
De bewoners van de inrichting in het bos.
En Roeshoofd?
Ooit, en misschien nu weer, de ontspanning en het vertier.
Ik hoor zingen in het bos.
Zijn ze weer terug?
er wordt geen schot meer gelost
toch meen ik ze te horen
een frisse wind waait langs de graven
toch denk ik rottigheid te ruiken
de foto’s zijn zwart-wit en stram
toch wappert de vlag er trots
de slaapkotten zijn leeg en proper
toch voel ik het vuil in mijn jas
het wachten duurt oneindig
toch flikkert de film gejaagdheid
de IJzer verandert de linie in drek
toch verschaft het plankier doorgang
de geluidsband schreeuwt het gieren
toch duik je na de inslag ineen
de waterfontein bevestigt de simulatie
toch blijven de voeten droog
met duizenden aan het front
toch sta ik hier alleen, met mijn brief
de begraafplaats leeg met stenen
toch verschuilt het zich achter mij
de waanzin
vier wielen staan klaar
een halve stap vooruit
draai synchroon naar rechts
een halve stap erbij
sluit aan
ontspan
een kwart stap achteruit
vier wielen rond met uitrol naar links
rechtop, open en reik
naar het servies
sluit
draai naar rechts
twee stappen vooruit
rust
buig, open en reik
naar de taart
sluit
een halve stap achteruit
draai naar rechts
stabiliseer
een kwart stap vooruit
stop
vier wielen staan klaar
sschss sschss verrchakschss sschsssss sjeêeêessssschss
shlleêeêf shlleêeêef chefchuf chefchuf .. chuf .. chuf
pfff, sschsch, ppppff rrrrrrrr tk stoelriemen vastktk
zoemmm zom zoemmm zommm zomzom zzzzzoemmm
trtr trtr trrrr prrrr trrr trrtrrr pprrr pprrr prrrrrrr .. .. .. prop
zoemm prop zoem prop prop propperdepropprop
propdeproppropper prop prop prr prr prop porppropprop
jie-ie-ie-ier ie-ie-ie-ie propp-p-p-p
prop prop prop propperdepropprop propperdepropprop
proppropproppropproppropprop
proplproplpropl
proplproplpropl
proplpropprop
PROPLPROPPROPLlanden
zuu, zuû .. .. .. zuû
zzieuuw bonk zzieuw bonkbonk
zzieuw bonkbonkbonk zieeeeuuwwwwww bonk
proproppropproppropl
proplproplpropproppropl propperdrpropprop
propdrpropperdepropprop prop prop prp prp
propstop
alle gekheid zit naast de kip, er is nauwelijks plek tussen de dames
filosofisch over het ei, geschuurd en gestempeld, wie was eerst?
de chroniquer zoekt het in de archieven, antwoord uit het verleden
de voetbode uit Paitou brengt het verleden naar morgen
oud nieuws zei de ontvanger, met een zwarte bes in zijn hand
en stuurt het antwoord per vliegende post
de randloper kijkt de kleine aan, terwijl hij de grote volgt
verschillend in afstand en toch gelijk
en draait rondjes met de tijd
de voetbode sterkt aan, Café Viva blaast hem leven in
energiek buigt zijn dijbierspeen naar het glas
Bubbles als een performance
de voetbode gaat voort en volgt de randloper op z’n tijd
voordat je het weet is morgen vandaag