Biografie van Anke Cuijpers
Anke Cuijpers schrijft gedichten, verhalen en recensies. Haar poëzie is vervreemdend, maar vormvast, met gevoel voor ritme, en vol sterke beelden die je achtervolgen. Ze studeerde aan de Schrijversvakschool Amsterdam en publiceerde werk in diverse literaire tijdschriften, zowel op papier als digitaal. Haar recensies verschijnen op het platform van Bazarow.
2021
Nr.
Titel
Tekst
1
2760
Zelftest
Top 100
ze namen onverhoeds hun intrek in die overspoelde dagen,
de zwaarte van de wolken duwde het licht de grond in,
het werd zompig en onbegaanbaar
als reddingsboei kregen we het geluid van helikopters,
het trillen van de overheid op de bodem van de vluchttas,
er brak iets, evacueer
sindsdien hoor ik ze hongerig tegen het muizenluikje glijden,
ook angsten willen gestreeld, het gevoel hebben dat ze niet
alleen gelaten worden
dan plak ik een lepel tegen mijn voorhoofd, het is een truc,
maar zolang de lepel tegen mijn huid plakt, kan ik de angsten
niet voeren.
2018
Nr.
Titel
Tekst
1
4054
Uitschuifbare noodsituaties
Top 100
hoe zet je een muts op als er glas op je haren ligt, zodra het
het waait voel je overal de scherven, je denkt nog aan hoe je
zo van veraf lijkt te glinsteren, maar welk deel van de spiegel
je duwt wat je kwijt wilt onder wat ooit van een schaap was,
alles wat je denkt wint aan warmte, maar onthou dat het laatste
dat je moeder voor je maakte een uil werd zodat jij misschien
een nachtroofvogel blijft, in een compleet donkere kamer,
onthou, verlangens zijn brandladders aan de gevel van een
gebouw die opgehangen worden voordat er bewoners zijn
het is wettelijk verplicht om je veilig te voelen, ’s nachts
of bedoelen ze de plicht om je gasmeter bereikbaar te weten,
de knop om te kunnen draaien voor een vertrek
vertel je de man die piepers koopt om te vertillen dat de berg
aan lokspijs er niet toe doet, alleen dat je ze gebruikt,
of zeg je de man dat je zijn glimlach bewaart.
2017
Nr.
Titel
Tekst
1
3242
Mijn trui is lichtblauw
Top 100
het is mijn favoriete trui die bij elke wasbeurt groeit
waardoor mijn armen kleiner aandoen tot ook
handen uit het zicht, zo lijken de muren langer,
ergens is een glimlach op een kier gewaaid zodat ik
de nachten vrees waarin niets hoorbaar zal zijn dan het
geklepper van de deur tegen de stijl, het is de manier
waarop het geluid de stijl klieft waardoor de deur hoger
in de muur belandt, om de deur te sluiten zou iemand
op moeten staan, ’s nachts
brandt een lamp om de afstand van de kamer tot mezelf
niet te laten ontsnappen, over een stoel hangt de trui
als een lucht waarin geen wolken meer te breien zijn,
plat zoals alleen verstreken tijd kan zijn
mijn slaap is blind als een mol en onverbiddelijk
graaft elke centimeter van de nacht uit
in de molshoop van mijn dekbed slaap ik met een
schop alsof er een dier is dat ik wakker wil slaan.