Dwars door mijn naam dondert een vrachtwagen de parlofoon in. De klik laat ik niet voorbij gaan.
Boven de trap tasten naakte tenen naar warmte in de hall. Wat volgt zet de eerste stap, tot de blauwe rand van een hemd verschijnt.
Zij houdt niet vast, maar aait bij afdalen het zwart gelakte hout van de balustrade, ontknoopt met trage vingers blauw van blauw. Vanuit de schaduw verschijnt de man in mij.
We draaien de nacht om. Lakens zweten ons uit. Zij aait mijn ochtend wakker en prevelt iets over half negen, over haar man en straks.
Hem dwars ik op straat. Mijn groet struikelt. Alsof hij hier vreemd is, staar ik hem na.
2019
Nr.
Titel
Tekst
1
6443
Gezellig
Top 100
In dit verdichte land slapen wij in rijen naast elkaar, met muren van hard geperst karton als tweede huid.
Alleen achter het scherm schreeuwen wij het eigen gelijk de kabel in. Tegenspraak vindt geprogrammeerd zijn weg naar spam
of kleuren we onze emoties bij, badend in het licht van een schermfaçade, hengelend naar smiley’s. Snel en graag.
Een buur als muurgenoot. Langs de andere kant nuttig bij kleine zaken. Bij benadering volstaat formeel even zwaaien voor we de deur sluiten. Alleen ’s nachts zijn onze dromen groot genoeg om elkaar te raken.