Waarom de wereld? vroeg ik, terwijl ik de aarde van mijn schoenen veegde. Waartoe dient zij nog, waarom zouden we er om geven? Wat heeft zij van waarde zonder het idee er ooit vanaf te kunnen donderen? Waarom angst om niets dat nog verloren gaat, de wetenschap dat dat alles al eens is gedaan, zeg me: waaruit spruit de noodzaak nu ons bestaan niet langer om iets gaat?
We zwegen terwijl we naar elkaar keken. Hij boven, Ik beneden.
Hij sprak: je hebt gelijk, de eeuwigheid is rond en alles komt in golven, wij staan niet maar wij zweven, delven grond, ploegen graven, stellen ons dezelfde vragen. Maar kijk en zie: in die staat en dat besef was je nietig en alleen gebleven en had je nooit echt iets geschreven. Het is in wat je achterlaat waarom de wereld écht bestaat.
2017
Nr.
Titel
Tekst
1
8692
Dikke Man
1e ronde
In mijn bibliotheek komt een man die louter pillen leest. Hij zet zijn linnen tas steeds naast hem op dezelfde stoel en vertrouwt zich dan wat teksten toe.
Zo zit hij daar dan: uren – dagen–maanden achtereen en lijkt sindsdien nooit weggeweest.
Pas toen ik laatst na jaren eens de stilte en verbazing brak, hem aansprak met de vraag “waar láát u alles dat u leest?” trok ik plots de stop eruit
en liep hij langzaam leeg.
2
8959
Uit monden
Top 100
Mond - jij sponzende spraakkrater, jij pratende, jij onverbiddelijke in het ogenblik, je knijpt zo nat en zinnenminnend je zieleklanken klaar tot woorden, uitgesproken naar het oppervlak
Maar het geeft niet, liefste, wat je diepste binnen daar ooit van mij toch dacht, of hoe ze tal van onvoltooide dingen zo waarachtig af naar buiten bracht; zolang je mooie mond voor nu maar even zacht, nietszeggend, naar mij lacht
En zou een zoen van binnenzin nog ooit bij onze lippen mogen uitmonden, toe, laat ons dan voor altijd, zielbezegeld aan elkaar verbonden, voltooid bemind verzoenend blijven, als aanelkaargeplaktelijven.