Biografie van martine van der reijden

In Amsterdam geboren.
2021
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    10

    remise

    Top 100
    bij de buren bolt het geluk met helium
    gevuld begeleiden kreten ons gesprek dat
    beter loopt als ik zwijg je stem
    vliegt tegen de kartonnen muren op tast
    vouwnaden hoe gooi je een kamer weg

    waar hologrammen huizen de bramen
    op je lijf voeden zich met de nerven in het tafelblad 
    uit je armen pulk je dode vliegen legt
    ze te rusten in het raamkozijn het huis flatteert
    je niet je huid filmt vaseline 
    glanst op ongemakkelijke

    momenten dat de vuurkorf 
    van hout was droomde
    je ik zocht 
    natte takken vochtig mos metselde om en om
    als de ingrediënten in een lasagneschaal jouw vlees
    krimpt maten de trein stikt rechte naden op
    de rails bij elke steek vervaagt het patroon dat ik

    je gaf kijk dan daar een vogel een merel zie je hem ook
    dat is een kauw zeg je kauwen begeleiden
    stervende kauwen en ik begin te redderen gooi

    het verschoten fruit bij 
    het plasticafval en weet
    dat hoesten 
    in een film niet veel goeds belooft 
    vallen is actief en dwarrelen vrijwillig probeer ik nog 








2017
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    246

    ik wilde

    Top 100
    en de gordijnen denderen over de rails trekken schaduwen binnenstebuiten
    kleiner kleiner slist je tong en verdwijnt in
    de blauwe inkt likt kokhalzend ijzer 
    spinnenpoten zuigen de kroontjespen met moeite tussen de webdraden
    nagels krassen nerven op rode kool blauwe bladeren houterig verschijnt mijn 
    naam in een maagdelijk wit kader

    waarom ik het schrift tussen mijn dijen klem?
    ik verwacht het gevoel van mijn petticoat
    hoe tule als fijn schuurpapier raspt daar waar zacht wit vlees
    bleekroze lippen doen fluisteren zoals
    de jurk van de spaanse danseres kijk hoe trots zij danst roept mijn moeder en ik zie
    voel dat ik mijzelf knijp tot op het bot onverwachts
    verlies ik rode korsten weeïge geuren

    de wind laat zich niet makkelijk vangen in mijn schepnet en zij roept
    buk niet zo je lijkt wel een hoer 
    de zon grijpt naar mijn schaduwbenen beroert warm 
    mijn onderbroek
    is het een snik of een geeuw die mij ontsnapt de 
    hoer tikt verleidelijk tegen de ramen ik 
    ben onmiddellijk verkocht

    als na jaren de aandacht dreint
    ik aan mijn wonden blijf likken vingers naar ijzer ruiken
    kom ik tot bezinnen zoek ik
    angstvallig mijn naam op het web 
    ik wilde dat jij keek toen ik danste als kind trots