Biografie van Marti Jansen

Marti Jansen is een schrijver, dichter en storyteller. Geboren en getogen in het Veluwse Barneveld heeft hij zich in de loop der jaren ontwikkeld als schrijver van sagen, legenden en volksverhalen. In 2007 debuteerde Jansen bij uitgeverij Van de Berg uit Almere/Enschede met de titel 'Rondom het Haardvuur'. In 2008 gevolgd door een volgende verhalenbundel 'Schemergoud'. Het schrijven van gedichten was al langer een passie en deze kwam publiekelijk tot uiting na de presentatie van de bundels 'Dwarrels & Zo' in 2014 en 'Hemel in je Hart' in 2015. Naast schrijver en dichter staat Jansen bekend als één van de verhalenvertellers, die ongetwijfeld tot de bekendste van de Veluwe behoort. Als kind werd hij al vroeg bevangen door de ruwe schoonheid van het Veluwse land. Op jonge leeftijd zwierf hij door de bossen en was vaak te vinden op boerderijen en hoorde daar de oude verhalen.Inmiddels is hij een bekende schrijver in deze regio en hoopt daar nationaal een vervolg aan te geven d.m.v. publicatie van een roman die momenteel onder redactie ligt bij een landelijke uitgever en waar voor de contracten inmiddels getekend zijn.
2021
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    27

    MEESTER

    Top 100
    In de verte bij mijn klaslokaal
    zag ik mijn meester met bloed aan zijn handen
    hij stond zwijgzaam op de gang
    en waste zijn handen
    aan de rode brandslang

    Ik vroeg hem of mijn moeder hem mocht bellen
    hij schudde zijn hoofd en verdween
    alleen het bloed dat achterbleef
    scheen zoals het rode licht
    op het werk van moeder
    in de avonddienst

    In de wasbak op het toilet
    lag een dode raaf
    zijn uitgedroogde veren roken
    naar het uitgevallen haar op het kussen
    de conciërge keek mij zwijgend aan
    zijn zwabber droop
    van het geronnen bloed door
    het zoute water opgelost

    Ik vroeg hem wie hij was
    en wat hij deed en wat hij dacht
    Hij rook naar zware shag
    en verzuurde drank
    die als een eeuwenoude deken
    in zijn huid waren gebrand
    Ik zag zijn naam op bladzij twee van de krant
    Uit ons midden weggenomen tot as was hij verbrand

    Ik liep naar buiten en zag
    de meester en de raaf
    op weg naar ons huis
    het rode licht was uitgedoofd
    wat achterbleef was bloed
    dat kleefde aan zijn handen
    in zout water

                              opgelost
2016
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    4850

    MENSEN ZOALS WIJ

    Top 1000
    Ik hoorde over haar
    Gevlucht uit een dat helse leven
    Beschadigd in haar kinderjaar
    In pijn haar vrouw-zijn weg moeten geven


    Ik hoorde het verhaal
    Van de kraamverzorgster hier ter land
    Over de liefde van haar jonge gemaal
    Over die enorme liefdesband

    Ik moest haar onderzoeken
    En voelde de pijn haar aangedaan
    Ik depte haar met zachte doeken
    Zag het leed in haar ogen staan


    Met glasscherven was haar onschuld
    En haar lustgevoelens weggesneden
    Ik luisterde.. met empathie vervuld
    Naar het relaas uit dat nabije verleden

    Ze verhaalde over de dankbaarheid
    Over de woorden in onze taal
    Ik hou van jou, klonk het verblijdt
    Vier woorden vertelden het verhaal

    Uit dat verre.. verre land
    Waar uitwassen van een geloof
    Waanzin brengen in het beperkt verstand
    Voor naastenliefde blind en doof

    Wie zijn wij om te zeggen 
    Dat er geen plaats meer is in deze herberg
    Wie zijn om te durven roepen
    Hun komst is zo erg


    Wanneer we liefde durven tonen
    Compassie, empathie en de rede
    En dat uit gaan dragen.. zal ons dat belonen
    En leren we over rijkdom en innerlijke vrede
  • 2
    4848

    Onbestemd verlangen

    Top 1000
    Al jaren sudderde het voort
    Een leven op de veilige weg
    Glad en breed zoals het hoort
    Geen grens die ik verleg


    Totdat er innerlijk wat gaat knagen
    Een onbestemd verlangen
    Een zachte stem begint te vragen
    Klinkt in de innerlijke gangen


    Alsof je wordt herinnert aan iets
    Iets zuivers waar je oorsprong ligt
    In dat grote mysterieuze niets
    Wat verder reikt dan het aardse aangezicht


    Het is alsof je langzaam wakker wordt
    Uit een diepe onbewuste slaap
    Ineens besef je dan nog maar heel kort
    Met dat uitzicht van een berg of kaap


    Dat het leven veel meer is dan dat
    Wat je dacht dat het zou zijn
    En zie je tot verbijstering wat
    Er voor intense liefde is en diepe pijn


    Opeens begint de reis bewust
    Zie je de doornen langs het pad
    En bloemen die bloeien van lieve lust
    Verwonder je jezelf over een kleurend blad


    Het hart kent al leidend alle wegen 
    Accepteert het leven in volle pracht
    Ondergaat de pijn die wordt verkregen
    Kent de vreugde en vrede wat alles verzacht


    Het maakt niet uit van welke afkomst
    Of je bid of mediteert in zen
    Of je slim bent of het domst
    Je hoeft alleen nog maar te zeggen... ik ben