Biografie van Ike Krijnen

Ike Krijnen (1984) is dichter, performer en stemacteur. In 2018 studeerde hij af aan de Schrijversvakschool in de richting poëzie met zijn eindwerk JE MOET WETEN, een magisch realistisch portret van mensachtige wezens. De top 100 gedichten 'glippermannen' en 'huidlijsten' kwamen uit dit werk voort. Eerder dit jaar verschenen werken van hem in De Gids, Deus Ex Machina en De Optimist.
2018
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    8469

    glippermannen

    Top 100
    Het regent, mijn raam klinkt
    alsof er maïskorrels achter worden verwarmd.

    Mannen aan mijn bed pruttelen met lippen en hun tong,
    verstonden mij wel, maar begrijpen het verkeerd en denken
    dat ik het had over regendruppels met een huidlaag
    – nu hangt de wereld er vol mee, net als klokken en barometers.
     
    Ik vraag me af waar die regels voor zijn als niemand zich er aan houdt.
     
    Het asfalt in het moeras is onze weg, krokodillen heten hier alligators,
    jij zegt het is om het even terwijl je het vlees uit je profiel peutert
    – wij zweten anders. Ik zie jou niet knikkebollen
    in deze kolonie van glippermannen
    alsof overleven een optie is.
     
    Sommige volkeren zingen het bestaan voor zich uit en taal speelt geen enkele rol.
     
    Overal waar je was heb je verzwegen.
    Ik dacht hier zijn geen deuren, geen mensen, alleen dieren.
    Alleen gaten in de grond en in de lucht.
    Toch klinkt er in de verte dat zaken in het slot vallen
    tussen het riet, over het water.
  • 2
    8480

    huidlijsten

    Top 100
    Ik knijp in elke hand alsof die van mijn vader is.
    Lukraak spreek ik mensen aan op straat,
    richt me tot hun handen omdat die niet praten kunnen.
    Soms zijn ze klam, soms koud en afstandelijk
    soms strelen ze met hun wijsvinger het kussen van mijn duim.
    Ik ben knokig als giraffen, eelt alleen waar het een functie heeft.
     
    Op een hoek liggen dennenbomen meer dan sneeuw
    opeengestapeld te wachten
    tot zij afgevoerd worden en verbrand.
    Een kind aan de hand van zijn vader loopt voorbij,
    ogen groot als sinaasappels. Het knijpt
    en krijgt drie knepen terug.
     
    Hij was iemand die ik kende van zijn films,
    zijn driedelige penoze aan stranden. Hoe hij daar voor altijd
    met zijn handen op zijn knieën en opgetrokken schouders
    op een boomstronk in de duinen zit. Golven tellen.
     
    Je zet hem onder je kin, gebald om je hoofd op te steunen als je zit.
    Eén vinger uitgestrekt over je wang, je huid iets opgehoopt
    alsof de vinger een sliding maakt in gras,
    naar boven je kruin wijst zo van: hier staat wat ik denk.
     
    Ik sla je hand weg en duik diep in je nekharen,
    knor en snotter wat terwijl ik woorden zoek.
    Alle betekenis verdwijnt in je vacht.
    Ik wijs naar de grond achter je.
     
    Ik sla je hand weg en duik diep in je nekharen.
    Dat deed ik al toen ik net geboren was.
    Tegenwoordig een kus op je wang
    tussendoor, zoals vogels in de lucht
    die plotseling van richting veranderen.
     
    Elke keer krijg ik drie knepen terug. Dat betekent ja.
    Het is wat tijdrovend
    – ik probeer dan ook weinig
    positief geformuleerd mijn vragen te stellen,
    maar ben jij het niet klinkt zo raar.
2017
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    9539

    Opa vertelt

    Top 100
    ’27 November 1944, juist.
    Fruitkroppen in dekmantelzetberken
    en giftige uierdistels van plantsoenplaat’
     
    hij zucht
     
    ‘ik denk dat ik het laat.
    Derrièredonderzaag en zaadrandfiguren,
    uren achterwaarts in plaats van laat.
     
    Ik denk dat ik het hierbij’
     
    kucht
     
    ‘missiekraamkopzandhoop en zoutverf,
    de oude werf waar ik met oma –
     
    ik denk bretelsweefselbandbeker,
    ondergoedgrondwasser en week’
     
    sputtert
     
    ‘de dag dat oma jonger leek’