Biografie van Hester van Beers

Hester van Beers (1995) legt graag haar kijk op de wereld vast in poëzie. Haar werk is gepubliceerd in Meander Magazine, Avier, Extaze, Tijdschrift Ei en in verschillende bloemlezingen. Ze plaatst regelmatig gedichten op ongerijmd.tumblr.com. Op 11 maart 2017 verscheen haar debuutbundel 'Het einde van de roltrap' bij uitgeverij Lipari. Deze is nu te bestellen op www.lipari.nl.
2021
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    3687

    Paprikaplanten

    Top 100
    De recyclebare tas van de apotheek zit tjokvol
    rust, blijdschap, realiteitszin. Uit mijn oortjes klinkt
    de akoestische versie van dat nummer van het songfestival
    en over mijn wangen worden zoute sporen

    getrokken als voren in het land, klaar voor het ontkiemen
    van bloemen of paprikaplanten. Ik lees boeken
    over middeleeuwse monniken, over hoe je hart
    vermorzeld moet worden zodat het kan rusten in God

    en bedenk dat ik liever pillen slik. Ik fiets
    over een drempel en ben bijna even los,
    zie het mondspoelwater door de gootsteen lopen
    en oogst de paprika’s zodra ze volledig uit één kleur
    bestaan.
2020
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    3538

    een halve mantel

    Top 100
    deze vrijdag smaakt naar appelmoes, het bevroren regenwoud
    trekt door de ramen heen naar binnen. de treinen in de verte
    toeteren naar spoorlopers. mijn kleine handen liggen
    op de poes, ze zoemt als de elektrische fiets

    van mijn moeder. vannacht droomde ik
    dat ze dood was, ik werd huilend wakker
    en zocht haar in het donker. 

    op de foto in de woonkamer schuw ik
    het zand en het water, ik zit op een geruit kleedje
    en tuit mijn lippen. ik weet nog niets

    van antiaanbaklagen en vaatwassertabletten.
    ik ken het lied dat mijn vader op de piano
    kan spelen, het lauwe softijs bij het zwembad,
    de witte dagen van de winters

    in de caravan. ik gooi nooit mijn lampionnen
    in het vuur, bang voor spijt. mijn opa speelt de zwerver
    in een jutezak en krijgt een halve mantel.
    we eten speculaaspoppen en drinken
    chocolademelk. mijn ogen tranen van het licht. 
  • 2
    3544

    glas in lood

    Top 1000
    je bespeelt me als een piano
    met je zachte, witte handen
    en je weet het niet.
    je bekijkt me met de kleur
    van hout en chocolade
    en ik sterf, steeds een beetje
    meer. vandaag droeg je een jurk
    die tot je kuiten kwam. het licht
    viel door je heen als glas in lood
    en wierp een regenboog op alles
    dat je zag.
  • 3
    3543

    het verwerken van informatie

    Top 1000
    wetenschappers zeggen dat in de diepste zeeën geen geluid doordringt
    en dat het in de toendra te koud is voor de meeste bomen.
    ik vraag ze waar een meisje in dit vrouwenlichaam wonen kan,

    waar de watersnood het hoogst is en de vissen
    door de straten zwemmen. vanbinnen galmt het
    als een lege kathedraal. de ogen van mijn moeder

    zijn als Kerstmis in de caravan, mijn vaders handen
    ruw als een kattentong, roze als de map waarin ik brieven bewaar
    van iedereen die me geprobeerd heeft te repareren.

    op televisie was een jongen die de dagen zag
    in kleur, zondag was paars, maandag was oker,
    zei hij. hij had er vrede mee, dat zag je meteen.
    wat ik niet zou geven voor vrede.

    we leven in een tussentijd, de grijze stof
    loopt uit mijn ruggenmerg en spoelt door het doucheputje.
    de grijze stof is verantwoordelijk voor het verwerken van informatie.
  • 4
    3542

    januari

    Top 1000
    het leven is maar klein, we komen steeds
    hetzelfde tegen. bij het dauwpunt
    condenseren de tranen van God
    op de bladeren, iedere ochtend
    leegt mijn vader de asbak
    en rookt hem weer vol.

    ik schreeuw mezelf wakker
    en slaap weer in. ik geef bloed
    dat in een plastic zak verdwijnt
    en ik raak nooit leeg. we zingen psalmen
    en ze raken niet op.

    er komen steeds weer nieuwe potten
    appelstroop uit de fabriek.
    de appels worden gekookt en geperst
    en hangen volgend jaar toch weer aan de bomen.

    ik verwacht dat ook jij in januari
    weer voor de deur staat in je bruine jas.
    dat je je sleutels weer vergeten bent
    en ook de hond waarmee je ging wandelen.
    dat je je vingers op de pianotoetsen legt
    en opnieuw begint.

  • 5
    3540

    kind

    Top 1000
    ik ben de afdruk van het kleine
    in jou, de arbeid van je lijf, je leden
    uitgescheurd en opgebroken,
    de bewoner van het graf
    dat in je buik is uitgehold.

    onze vaten zijn verstrengeld,
    ik zuig het leven eruit op
    als ranja uit de plastic beker
    met prinsessen die ik later
    mee zou nemen naar school.

    ik klauw me naar het licht,
    zo groot als bomen nu
    ik ze kan zien, zo hoog als vogels
    die naar Spanje gaan. een navelstreng
    die uit de hemel hangt, langzaam word ik
    opgetrokken.
  • 6
    3537

    nachtcocon

    Top 1000
    ik zuig op de kralen van een snoepketting, slik de felle kleuren door.
    in mijn mond is het zesendertig graden, heb ik geleerd:
    mijn eigen tropisch regenwoud. ik waad op mijn kapotte ballerina’s
    door een poel met roze kikkers. aan de hemel staan planeten

    zonder water. ik kijk vanuit de auto naar de neonlichten
    van fastfoodrestaurants. naast me slaapt mijn zusje
    diep, ze gloeit van de warmte in het donker. ik ken de weg

    naar huis nog niet, papa’s grote handen
    liggen op het stuur. de gordel snijdt in mijn hals,
    ik duw hem zachtjes weg. de wereld wordt vager
    en vager en ik val steeds verder
    naar beneden.
  • 7
    3539

    nee of ja

    Top 1000
    er zit een glitch in het systeem, we flikkeren
    als figuurtjes op een beeldscherm, verstrikt
    in stroomdraden en radiogolven.

    je aura heeft de kleur van kauwgum
    met aardbeiensmaak, dat betekent dat je zoekt
    naar vrede, heb ik gelezen

    in de verkreukte krant die mijn frietjes droeg.
    aan het eind zaten mijn mouwen vol
    met mayonaise. we zweven altijd net

    tussen twee frequenties in, hersendode dingen
    regeren ons bestaan. het sneeuwt
    op televisie, ik druk mijn handen tegen het scherm.

    daarbinnen is het zwart-wit, nul of één, nee of ja
    waar bij ons de grenzen wazig zijn, het water troebel,
    de vissen verbrijzeld.
2018
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    6689

    gezien de omstandigheden

    Top 1000
    ik word al tijden niet meer wakker
    naast mijn bed of in de kast.
    mijn lichaam heeft geleerd te blijven.
     
    het bankje is kouder dan onze billen.
    we delen een kroket uit de kantine.
    ik blaas over de bruine pulp en praat over de dood.

    het raam weerspiegelt ons als schimmen
    naast elkaar. onze omtrekken zijn groter dan wij.
    verstijfd houd ik mezelf binnen de lijntjes.

    de kroket koelt af tussen mijn verkrampte vingers.
    als je weg bent, staar ik naar de schim
    die naast me zit. ze lijkt niet echt op jou.

    mijn ademwolkjes worden een dichte mist die me verstikt.
2017
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    6179

    melkgebitten

    Top 1000
    ik voelde me een hoer,
    vertelt haar flonkerende stem.  
    ik knik.
    zij is verder dan ik,
    past beter in haar nieuwe vormen.

    op het schoolfeest heeft ze gedanst
    zoals grote meisjes dansen.
    ik stond met een glas cola aan de kant
    en keek.

    in onze monden hangt de smaak
    van onze melkgebitten.
    in een kistje verzamel ik mijn oude tanden.
    ze zijn verbrokkeld
    als stille bruistabletten.
  • 2
    6183

    opwekking

    Top 1000
    sla je jas om me heen en rits hem dicht. 
    sluit me op in de herfst onder je huid,
    in de zeeën waar je zilveren vissen slapen. 
     
    begraaf ons in de rode bladeren. 
    slaap met me en wek me op,
    schep een lente die in mijn lichaam past. 
     
    verspreid me over de vlakten, maak me
    zaad voor nieuwe bossen die de onze zijn.
    groei me op en kus me op mijn voorhoofd.
     
    ik heb niet veel, maar ik ben oud genoeg
    om mooi te zijn en licht genoeg
    om lief te hebben. 
2016
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    8567

    *

    Top 100
    Onze straat krimpt als een vaatvernauwing, iedere ochtend
    wonen we dichter bij elkaar. Vonkjes vallen
    op het asfalt, je hand een sigaret uit het raam. In iedere hoek

    een vreemdeling; als je te veel spijkers in de muur slaat,
    passen de foto’s niet meer. Mijn moeder durft
    de telefoon niet op te hangen, bang

    dat de stilte wortel schiet. De maan tekent gebouwen
    op het fietspad. Het bed verstopt verbrande dromen
    over glimmende glijbanen in nieuwbouwwijken.