Eline Vere heeft het nieuw aanschouwd.
Het bad waar half Den Haag de schoolslag leerde,
dat je verliet als A-gediplomeerde,
verviel, verdween: te duur in onderhoud.
Nu wordt het op dezelfde plaats herbouwd.
Maar oude boogjes, spanten, weergekeerde
gietijzeren kolommen, de beweerde
Couperiaanse sfeer, het laat me koud.
Want mij is weinig anders bijgebleven
dan vaders vaak wat wrevelige blik
om deze zoon die echt niet onderdeed
– qua zwemmen – voor de rest, maar die zo-even
hoezeer hij ook zijn best deed vaste prik
opnieuw als nummer laatst was aangekleed.
KWATRIJN
Was ik Rimbaud, ik zag kalessen, draken
tamboers, een mijnstreek, galerijen, staken.
Maar nu zie ik wat weiland met een koe,
meer kan ik er waarachtig niet van maken.