nu Jochem eindelijk slaapt trekken Erik en Mirjam
in de donkere nacht een zwarte waterplas onder zijn
bedje vandaan, aan het plafond worden een gele maan,
duizenden zilveren sterren en wat zeemeeuwen geprikt
van die zwarte waterplas wordt een oceaan gemaakt
met zeewier, zeesterren, wat haaien en zeehonden
en natuurlijk veel vissen en nog heel veel meer
zodat het een echt vette oceaan voor Jochem wordt
tenslotte zeilt een bootje met slapende Jochem erin
onder maan en sterren en zeemeeuwengekrijs naar
een heel ver wonderschoon eiland onbereikbaar voor
Erik en Mirjam die altijd zullen wachten op zijn terugkeer
het gedicht werd binnengeleid
de jury begon met het verhoor
urenlang, dagenlang werden
dezelfde martelende vragen gesteld
wie heeft jou geschreven?
wat is jouw betekenis?
wat moeten we met je?
wie denk je wel dat je bent?
je bent niet welkom
je bent een drol
je bent overbodig
je bent een nul
het gedicht brak niet
het gedicht was slim
het gedicht was voorbereid
het gedicht hield vol
het gedicht brak niet
uiteindelijk na urenlang beraad
na een doorwaakte nacht
mocht het gedicht door naar
de volgende ronde waar
de ultieme test plaatsvond
een norse lezer bracht
het gedicht naar zijn
vermoeide ogen en las
en herlas dit gedicht
een glimlach tekende zich af
op het gelaat van de norse lezer
dit was het moment van de waarheid
het gedicht had overwonnen
een heelal overwonnen