Biografie van Rozemarijn van Leeuwen

Rozemarijn van Leeuwen (Utrecht, 15 februari 1972) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde in Utrecht en Antwerpen. Zij is lid van het Utrechtse dichterscollectief Ithaka. Deze poeziegroep gaf twee dichtbundels uit, Onbekende havens (2002) en Zomermorgens (2012), en een setje poeziekaarten bij het tienjarige bestaan in 2008.Rozemarijn won de Strellus Poezieprijs 2005 van uitgeverij De Vleermuis en in 2011 bereikte zij de top 100 van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd (jury o.l.v. Gerrit Komrij). Ze publiceerde in verschillende verzamelbundels en tijdschriften, waaronder Armada, tijdschrift voor wereldliteratuur (2006), Voor wie men knielt en opstaat (haiku's, 2011), Rozentuin, klavierklanken (2012) en Pandora, tijdschrift voor kunst en literatuur (2014).
2010
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    2299

    de vrijheid van meningsuiting is eenzaam

    Top 100

    de vrijheid van meningsuiting voelt zich ongelukkig

    ze staat koud in een hoekje te rillen, uitgekleed, van alle kanten

    wordt er aan haar getrokken

     

    ze wankelt, zoekt steun, staat alleen

    kan niet zonder metgezellen

    de vrijheid van meningsuiting is eenzaam

     

    ze kan niet zonder de waarheid van meningsuiting

    de mildheid van meningsuiting

     

    ze wordt opgetild door de kennis van meningsuiting

    en het inzicht van meningsuiting

     

    ze maakt plezier met de relativering

    en de humor van meningsuiting

     

    ze wordt gepolijst door de verwoording van meningsuiting

    gesierd door de menselijkheid van meningsuiting

     

    ze zoekt aansluiting met het begrip van meningsuiting

    en het mededogen van meningsuiting

     

    ze kan een handreiking doen met de deemoed

    of de bescheidenheid van meningsuiting

     

    zij is niets waard zonder de liefde van meningsuiting

     

    de vrijheid van meningsuiting ligt in ieders mond

    voelt zich grieperig roept nog met een klein stemmetje

    dat ze alleen niets waard is

     

    maar niemand luistert