Biografie van Peter Knipmeijer

Peter Knipmeijer (1970) schreef al van kinds af aan, maar begon pas in 2006 met het schrijven van gedichten. Sindsdien volgden er publicaties in kranten, tijdschriften en boemlezingen. In 2009 won hij de GVU Poetry Award en in 2010 verscheen tijdens het evenement 'Het Huis van de Poëzie' zijn debuutbundel , 'Tweelingsterren' (Uitgeverij De Contrabas). In 2010 behaalde hij de tweede prijs bij de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd. In 2011 en 2013 deed hij dit nog eens dunnetjes over met een top-20 notering. In april 2012 verscheen zijn tweede bundel 'Listeria' en in november 2013 het lichtversetussendoortje 'Opgelapt Schilderwerk'.Op dit moment werkt hij aan een vierde bundel, met als werktitel 'Wolfsgrauw'.
2013
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    257

    Gedicht waarin eigenlijk niks gebeurt

    Top 100

    Vandaag voor het eerst sinds jaren
    de zon weer op zien gaan. Flauw gedoe
    met langzaam licht en vogels. Ik
    wilde op tijd naar bed

    maar voor de wijn ontdooid was was het half zes.
    Enfin, ondertussen had ik een gat
    in mijn shirt gebrand en stond mijn facebooktaal
    op Afrikaans: 5 geleenthede hierdie week.

    Wellicht is het nog het vermelden waard
    dat mijn logeerhond alles onder zeek
    toen ik thuiskwam. Godzijdank
    heb ik laminaat

    en waren mijn schoenen toch al aan vervanging toe.
    In mijn asbak gloeit van alles
    wat er niet echt toe doet.

    De snelweg naast mijn flat
    komt langzaam tot leven.
    Meer kan ik er niet van maken.

2010
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    6593

    Enige feiten over vallen.

    2e prijs

    Eskimo's hebben zeven woorden voor sneeuw.
    Sneeuw heeft twee woorden voor Eskimo's.
    Kangoeroes hebben geen woorden. Ze wonen ondersteboven.
    Toch valt er nooit iets uit hun buidel. Babykangoeroes zijn zachte roze sneeuwvlokken
    die niet willen vallen. Vogels vallen naar het zuiden
    als het daar warmer is. Virussen trekken naar je ruggenmerg
    om af te wachten. Met afwachten sloop je een tegenstander.
    Monniken hebben geen tegenstanders. Ze kweken Heermoes.
    Heermoes helpt tegen aambeien maar niet tegen virussen.
    Sommige monniken wachten af, anderen vallen
    naar het zuiden. Hoe verder ze komen,
    hoe vaker sneeuw omhoogvalt.
    Eskimo's hebben daar een woord voor:
    'Babykangoeroes die vogels willen zijn'.