pieppiep
lol
roflol
bye tweep
tiktik
fipo
sepo
bye nick
yolo
icq
#kans
ilu
#sjans
ilu2
Alleen de avond valt,
bedenk ik mij ineens
De ochtend niet,
die gloort
En de nacht?
Ja, die wacht
En de middag dan?
De middag,
de middag dut
Ik verblijf in je vertrek
in de sleur van geveinsde
vastgelopen passie
en verlangen
naar die schuchtere huivering
van de eerste keer
in 't gedimde licht
zoek ik in je ogen
naar onze blinde liefde
en die schaamte
van toen
voor je geile hunkering
maar zie ik je werk
van de volgende dag
Ik vertrek uit je verblijf
Wat je nu gaat lezen weet je niet
Het geheel is onbekend,
doordat je het einde nog niet kent
Maar dit gedicht vergeet je niet,
want het landt ergens in je brein
en gaat daar lekker zitten knagen
op onbeantwoorde vragen
Het zal voor eeuwig bij je zijn
Gewoon doordat je als lezer weet
dat de schrijver voor de clou
nu nog maar drie regels heeft
En dan nog maar te zwijgen
over het waar en hoe
ze elkaar aan 't einde zullen krijgen
Een oude baas die zat te schaken
op een vies en grijs balkon
met een vriend die het niet kon
Z'n vrouw die zat te haken
Kijk nou, zei hij, je staat weer mat
Z'n maatje zette toen zijn paard
en vroeg hem heel bedaard
Wie haakt er nou een mat?
Nee, je staat schaak met m'n dame
slaap je nou een beetje,
of zitten we te schaken samen?
Precies, je dame zit te haken,
maar da's gewoon een kleedje
Zullen we nog schaken?
Ik ben dichter Bij
ik zoem dicht bij een bloem
omdat ik graag met bloemen vrij
Ik ben dichter Bij
ik zoem en dicht erbij
en dat alles voor een honingzoete zoen
Ik ben dichterbij
ik zoem dicht bij een bloem
Een dag van ontzetting en verdriet
De dag dat je vader sterft, vergeet je niet
Een eeuwigheid geleden
Is die van mij overleden
Diep gegrift in mijn geheugen
Tijd heelt alle wonden is een leugen
Want als ik mijn gevoel geloven mag
Was het gisteren die dag
Vijf lettergrepen
Daarna zeven en dan weer
Vijf lettergrepen
Ik wandel door de witte winter
En volg de vogelvoetjes in de sneeuw
Als punten op papier
Als gedachten in een gedicht
Een krans van kraaiepootjes
Een lied van liefdeswoordjes
Te volgen tot de vogel vloog
Te volgen tot de dichter dacht
Ik zie de krans, niet de kraai
Jij leest mijn lied, niet mijn liefde
Langzaam ligt hij in de druppel-dauw
De nacht, vermoord door ochtendkou
Plukjes pluizig zon
Vertellen dat de dageraad zojuist begon
Morgen-roze-rood
Danst de nevel boven een kille sloot
Stil, heel stil
Kwaken de kikkers luid vantussen hun dril
Ssssssssssssssst, moet je horen .............
Dit is het ochtendgloren.
De kust kust de zee
Die brandend op het strand strandt
Eeuwig als altijd