hij zakte zomaar in elkaar
liet al zijn wegwerptassen los
een restje wijn en blikjes bier
rollen rinkelend over straat
geschrokken deinzen mensen terug
geen mond-op-mondbeademing
een enkeling pakt zijn mobiel
iemand zet een blikje recht
de tram waarin ik zit trekt op
zolang ik hem kan zien
kijk ik nog even om
met zijn volle ruige baard
in winterjas van mottig bont
liggend voor een bloemenstal
met al die blikjes om hem heen
is het vanuit de verte net
een gigantisch knuffelbeest
alvast door iemand neergelegd