Vroeger waren de jaren langer. Ik weet
dat ik de juiste kant op ga met dank aan
de blikken stem. De smaak van een peer
heeft iets weg van je arm uit het raam steken
en een vogel die in je open hand gaat liggen.
De lamp brandt omdat de zon schijnt.
Mijn overgrootvader zou er ook niets
van snappen. Omdat de wind
uit alle richtingen waait
is het stil. Op het station zingen drie meisjes
in rokken over een man die ik niet ken.
Er staat een bank
waarop een man slaapt. Hij ademt
op het ritme van mijn hart.
Ik kan mijn hart stoppen. Als je wil
kun je me op andere gedachten brengen.