Biografie van Iris Drenth

Nog geen profiel opgegeven.
2018
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    3893

    HET UUR VAN DE SPREEUW

    Top 100
    Het mooie meisje met de eekhoornoortjes en ik,
    we spraken in haar kleine kamer bij onhandig licht
    in courante termen van die tijd: postmodernisme, 
    fin de siècle, paradigmawisseling. Zij was Gaia,

    Chaos ik. Ontwikkeling van nieuw bewustzijn 
    en geboorte versus woekerende uitdijing, vermenig-
    vuldigde herhaling van het enkel ding tot de n-de 
    macht, tot in de volste verte. Waarna implosie, stilte,

    nacht. Hoe je vroeger aan de dag moest voelen
    wie je vandaag zou kunnen zijn, in welke holte
    de tijd zich verstopte en waar je vrienden waren, 
    overal. In de Amstel inkt een kleine rimpeling, 

    de lichte trilling van een nieuwe dag. Een aalscholver 
    spreidt zijn vleugels en wacht af. Een kras een scherpe 
    tekening tegen de lucht van zeilende meeuwen in 
    hun vlucht, geen vermoeden nog van spreeuwen 

    die van onderaf de brug hemeldonkerend oorverdoven, 
    van horizon tot horizon, het water raken, opgeslokt 
    door golven, metershoog, muur na muur - het meisje 
    de kamer het lamplicht en ik, ópgegeten door het uur.

    Goedemorgen patrijspoort. De ochtendmist verschuift 
    het bed waarin ik lig, de wind waait om een ander
    schip. Zij heeft zichzelf herhaald in kinderen, verse 
    woorden voor een nieuwe mond. Mijn zinnen cirkelen 

    nog om hun punt, vogelvleugels fladderend - de kamer
    barst zijn ruimte in. Mijn hand ligt op de koele tafel,
    voelt het hout, weet de vorm. Ik ben hier, vandaag, al
    mijn vrienden ergens, deinend in dezelfde stille storm.
2013
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    7604

    OUD HOUT

    Top 100

     

    Mijn vader leert mij een pijl en boog te maken

    in het bos. De boog het touw de punt van de stok

    tot in perfectie slijpen met een zakmes.

    Ik geloof dat mijn broer er ook is, hij staat

    op de foto in zwart-wit die ergens ligt.


    Later leert hij mij lijden. Door bewegingloos

    in een stoel voor zich uit te kijken naar iets 

    wat ik dan nog niet zie. Ik wilde dat ik niet

    naar de man had gekeken.


    Er klinken orgelklanken uit het bos rondom

    zijn schuur in het kaal. Muziek 

    heeft mijn vader verlost maar ik kan

    de natuur niet verdragen. Klassieke

    klanken klinken als voetstappen

    in een lege koude kerk.    

          
    We zagen een boom om in de tuin 

    door weilanden ingebed. Het verbaast me

    hoe zacht en ruisend hij valt. Het kind in mij

    denkt: de jaarringen niet tellen, niet tellen -

    de ringen. Stukken bast liggen in mijn kamer

    zwijgend te zingen. Ik word oud.


    Waar zijn de foto's. Ik probeer 

    een herinnering te wringen uit hout.

     

2009
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    11752

    Je vroeg mij: waar blijft de tijd, ik zei: (eerste regel, zonder titel)

    Top 100
    Je vroeg mij: waar blijft de tijd, ik zei:

    in de gaten van de sokken die verloren
    raken in de wasmachine van dit draaiend

    universum. Ik keek er ernstig bij en jij
    lachte. Later zei je dat je aan een God

    met breinaalden had gedacht, die het leven
    van de mensen, die mieren daar beneden

    met geen mogelijkheid kan bijhouden,
    laat staan hun voeten warm houden.