ze noemen dat groen, zoals ik ben
maar aan de buitenkant is dat niet te zien
behalve misschien als we ver
met de auto moeten, naar een middag
vol goedbedoelde hapjes en grapjes
en hormoonvrije neefjes met gameboys
met mijn kaken vermoord ik soesjes
blokjes kaas, chips, bitterballen
binnenin mij krampt het rood
mijn clearasil-imune huid vlamt rood
de broekstriem op mijn buik is rood
mijn rode hersens dreunen zonder geluid
hip, high heels, disco, achterop de brommer, tongen
ik vertel over mijn werkstuk en pianoles
nooit getongd, nooit getongd, nooit getongd
zingt een stem die ik moet smoren
ik kauw hard op pindarotsjes, ik lach hard
om pindarotsjes, ik huil hard om pindarotsjes
ik pak een mes en steek ze neer, ook de neefjes
bloed, bloed, bloed zodat ze weten
hoezeer ze zich vergissen in mijn onschuld
blank zijn alleen de weke punten in mijn verse puisten
het zwellende spek onder mijn huid
de buitenste randen van mijn maandverband