Daar dus,
daar precies.
raadselmarges,
fluisterkanten.
dat iets gebeurt
is noodzakelijk,
niets verschuift zomaar.
omtrek maakt haar zichtbaar,
schuimbekkende dag
rolt binnen langs haar randen.
voor wie de zoom uitlegt
reikt ruimte.
Warmte, vroeg het herderinnetje,
is dat een sleutelwoord?
En waar past het op dat
het mijn hart kloppend deuren
laat openen van wie weet welke kamers?
Dit is een lastige zin, zei ze,
nog een keer.
En ergens
op straat loopt de postbode
met zijn dappere karretje
zijn choreografie van oneven naar
draai, stap, even.
Op de muren zitten postzegels,
hier was hij al.
Vastgelikte vensters, ook dat nog.
Hier was hij al.
In zijn tas zit iets
dat kan niet anders.
Pak het, vouw het open
duw de randen glad.
Probeer het.
Dat het niet lukt betekent niets.
Schapen dringen zich door dichte deuren,
lege handen zijn bedoeld om vacht te aaien.