Hij rijdt de afslag voorbij
En stopt na honderd meter op de vluchtstrook
Een vrachtwagen claxonneert
In het dashboardkastje vindt hij de verrekijker
Hij stapt uit met het ding in zijn hand
De zon staat hoog
De lucht ruikt naar benzine
Voor hem ligt de polder
Een weiland
Een nieuwbouwwijk
Hij stelt scherp op een van de huizen
Op het terras onder de parasol
Zit zijn vrouw in bikini
Ze praat in de hoorn van de telefoon
Ze lacht
Hij kan het zien