Wij aan tafel met de Dag
die duidelijk slecht uit bed was gekomen.
Ellebogen naast het bord,
gezicht meesmuilend onweer.
'Nog steeds zomer' ? wordt er gevraagd.
'Ja', blozen wij.
Nog steeds dat overdadig niet voorbije.
'Opdringerig ,dat groen, zeurt
het Verkeerde Been.Wij, met geleende
ogen, kijken geschrokken mee.
Ruimschoots en veel, dat wel.
Maar opdringerig, nou nee.
Dit roekeloos bemorste picknickkleed bevalt ons wel.
De stemming komt er niet meer in
Totdat iemand een beukenblad ontwaart
dat onmiskenbaar begint te verkleuren.
Een hulpeloze vaan, maar toch.
Morgen, beloven wij haastig.
Morgen trekt het bos haar ritselende handschoen aan.