Wat kan ze anders
dan schuw op wankel hoge hoeven
met een wiebelend hoofd, als een hoedenplankbeestje,
over het hek turen?
Haar ruwroze tong uitsteken,
ze moet weten wie ik ben.
Licht geven uit haar fluwelen vel,
me aankijken met de allerzachtste ogen.
Met haar rafelstaart onophoudelijk
vliegen verjagen omdat dat moet,
geelgekke flapjes ontsieren haar oren.
Rustiger dan een slapende reus.