ontmoeting I alsof het iets waard is iets te zoeken of te scheppen te ontschepen uit een engte in een vreemde ruimte in een vijandig gebied van platgetreden bemijnde wegen II alsof het niet waar is dat elk begin zijn voorganger dat elk einde een nazaat nalaat voor een opnieuw in een leegte die vol barstensvol van oud is
III alsof ik erom vroeg tussen nieuw en oud ingeworpen te worden en in het voorbijgaan dan toch de voorbijen opnieuw te ontmoeten