Je zei ga alweer bij je weg. En ergens dacht ik
dat het misschien nu wel voorgoed zou zijn.
Dat ik mijn poppen in moest pakken en alles
wat ik van vroeger wist nu beter kon vergeten.
Ik ben lang te lang bij je gebleven. Nu zijn er
bijna geen laarzen meer die droog houden bij
echt verdriet. Laat staan. Een paraplu voor
onze jongste. Een auto rijdt door de tuin.
De man klopt op de deur. Stopt eerst nog
zijn voeten op de mat. Loost het zand. De
schuld. Knikt verder vriendelijk maar zwijgt.
Koffers verdwijnen in een achterbak. Je zegt
niets. Loopt nogmaals binnen en verschiet
in omhelzing. We breken af in halve zinnen.