de woorden die ik anarchist van ophokplicht schalks scharrel gehoorzaam aan de kalkwet worden door mijn grote vriend op het toilet met een sisser in het urinoir geil doorgelicht
hij ziet in al mijn klinkers kippenkontjes en zwoeg ik naar een euforistisch slotakkoord waarin ik rijmeldichters in de kiem gesmoord - tot kreupelzang en verbilde verbondjes -
de omvang van het erf per zweep laat calculeren trekt hij zich door het uitzicht op mijn hyperbool een anticlimax in een toktoktokkerig verbaliseren
zoals de kippen doen die met de knecht verkeren - niet wetend dat mijn meest ultiem parool de handschoen is die jou kukeleku doet ejaculeren