Biografie van Pauline Alting von Geusau

Nog geen profiel opgegeven.
2021
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    6976

    Laatste ruizen

    1e ronde
    Kaboem
    kaboem
    kaboem
    Kaboem
    kaboem
    kaboem

    Nu, met mijn oor op het laatste ruizen van jouw slagader, 
    weet ik nog net van de rook uit je borstkas.
    Hoe ik begon met vasthouden, 
    mij ferm met mijn oor tegen jou aandrukte
    en hoorde hoe je klopte.
    Wist van je verstoorde ritme en ik je kussend verleide
    tot onze cadans.
    Hoe het omarmen daarvan,
    zó op de vloer naast je,
    mij uitputte, mij alles pijn deed,
    maar ik niets anders had willen zijn
    dan met mijn oor op het laatste ruizen van jouw slagader.
     
    Kaboem
    kaboem
    kaboem
    Kaboem
    kaboem
    kaboem
     
  • 2
    6975

    Niet dat

    1e ronde

    ‘En, sluit je ogen.’
    Ik sluit ze.
    ‘Versta je mij?’ vraag je.
     
    ‘Ja.’ zeg ik.
    ‘Ik versta jou. Als ik je niet had verstaan,
    had ik mijn ogen niet gesloten.’
     
    ‘Versta je meedeinen?’ vraag je.
    ‘Natuurlijk versta ik meedeinen.’ zeg ik
    en ik wieg dat het een lieve lust is.
     
    ‘Niet dat.’ zeg je. ‘Niet dat.’
     
    Versnel ik van links naar rechts
    Van voren naar achter, cirkelt mijn romp rondom wat.
     
    ‘Niet dat.’ zeg je. ‘Niet dat.’
     
    Vertraag ik van links naar rechts
    Van voren naar achter, cirkelt mijn romp rondom wat.
     
    ‘Niet dat.’ zeg je. ‘Niet dat.’

  • 3
    6991

    Requiem van een Oleander

    1e ronde

    Geen water en er komen mannen,
    stoere mannen, met grote vrachtwagens.
    Een boormachine met diamantboren.

    Het graniet kreunt en vergruist maar geeft, haar water niet prijs.
    Alsof het diep ondergronds is afgesproken,ook niet, de tweede, de derde dag op een andere plek.

    Gebeurt wel vaker zeggen de mannen en ze vertrekken, fluitend, het is weekend.

    Decibellenrust, maar nog steeds geen water, schenken we ons een borrel. De zon schijnt.
    Vanzelf het zicht op de oleander, die ene, die andere jaren zieltogend op ons water wacht
    en nu opmerkelijk groot en fris, haar groen en fuchsiaroze toont.

    De man, die andere stoere, de mijne, haar het weinige water wat we hebben, toespeelt.
    Hij naast haar wegzakt in verzadigde grond.
    Hij zich vasthoudt in de aarde, het daar stroomt.
    Hij graaft en niet op een bron maar op een spuitende leiding stuit.

    We niet kunnen geloven, dat al die tijd,
    zij, die mooie, die frisse,
    dat zij in haar eentje, al dat water wat gemist wordt?

    Dan wordt er naar bouwmarkten gereden, worden er stoppen gehaald om af te sluiten,
    en stroomt water van haar wortels onze leidingen in.

    Dan. Dan. Dan.

    Niet meer overal waar het kan,handen wassen onder een lopende kraan.
    Niet meer naar de beek voor doorspoel-, was en afwaswater.
    Niet meer zoeken naar waarom.
    Niet meer bang dat de aarde, zich inhoudt, zich roert en haar water niet prijsgeeft.
    Ze het immers wel deed.
    Ze besloten had het aan haar te geven.

    Ik met tranen zie dat ze gaat hangen,
    Ik nog overleg om alles terug te draaien.
     
    Stoppen eraf.  Het water over de akker.  Die van haar.
  • 4
    6981

    Slotgracht  

    1e ronde

    ‘Daar.’ zeg je.
     
    Je wijst naar de deur, staat op en pakt mijn hand.
     
    Ik ren met je mee alsof je mijn gelijke bent.
     
    Ik ren alsof ik nog net zoveel energie heb als jij.
     
    Langs het springtouw aan de kapstok,
    de vraag aan mijn moeder of ik met kniekousen mag,
    de rode rubberlaarzen,
    het rieten eiermandje met de zachte bekleding.
     
    Door de tuin, langs de rozenstruiken,
    plukken we zachte rupsen,
    maken we parfum van rozenblaadjes
    en eten rozenbottel jam op wit brood met roomboter.
     
    Het pad af, de duinen in,
    zakken we door het mulle zand naar het strand.
     
    Daar bouwen we een zandkasteel van zanddruppels
    en graven een slotgracht tot de zee.
     
    ‘Een eeuwige slotgracht.’ zeg je en ik knik.
    ‘Een eeuwige slotgracht.’ zeg ik. ‘Een eeuwige slotgracht.’
     
  • 5
    6971

    Vandaag nog

    1e ronde

    Knip ons maar aan elkaar
    en laat de dag beginnen.
     
    Verrek ledematen
    om eigen as
    voor wie je bent
    en wie je was.
     
    Besluit.
    Slaap ademstoten uit.
    Reik, toets vingertoppen
    en weet van geen stoppen.
     
    Verdraag, vandaag nog, met open ogen
    wie je hebt gekwetst en wie je hebt bewogen.
     
    Kom tot elkaars zinnen.
    alleen daar, begint beminnen.
     
    Knip ons maar aan elkaar
    En laat de dag beginnen.
2020
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    6856

    Afscheid

    1e ronde
    Toen het jouw bij mij, bij ons was.
    Niet wat jij deed of wie jij was.
    Maar, toen het jouw bij mij, bij ons was.
    Dacht ik, dat het jouw bij mij, van mij was.
     
    Dat, dat jouw bij mij, niet van mij, wel vóór mij, maar van jou was,
    begreep ik pas, toen het jouw bij mij, er niet meer was,
    ik het niet in jouw ogen, maar in de mijne las,
    en jij, nog steeds, mijn vader was.
  • 2
    6852

    Gekoesterd werd ik

    1e ronde
    Gekoesterd werd ik,
    toen ik rechtop in gestreken kleren,
    scheefzakken vertrouwde
    en schuren herkende.

    Met liefde draalde en draaide ik.
    Met liefde draalde en draaide ik, wist op tijd te voegen, te stutten en glad te strijken.
    Met liefde draalde en draaide ik zonder kreukels te maken.

    En, gekoesterd werd ik, gekoesterd.
     
    Nu,
    nu jij er niet meer bent,
    en ik rechtop in gestreken kleren,
    met eenzelfde soort liefde, draal en draai,
    staan er anderen op, die rollen verdelen
    en let ik vooral op de ijver waarmee ze dat doen.

    Nu,
    nu jij er niet meer bent,
    en verdriet wordt gewogen, pijn in porties wordt verdeeld,
    schuurt het schuren zonder te herstellen,
    is het scheefzakken niet meer te stutten.
     
    De hand op mijn rug, waar ik niet om vraag, maakt kreukels.
    Ik laat het en we vallen en vallen en vallen.
     
    Gekoesterd werd ik. Gekoesterd.
  • 3
    6850

    Nu pas

    1e ronde
    Helden zijn het.

    Hoeders van onze Vaders en Moeders.
    Die met gevaren op de loer,
    praten met je zus en weten van jouw broer.
    Die zorgen voor elk ongerief
    rondom het sterven van jouw Lief.
     
    Helden zijn het.

    De moedigen, de dapperen,
    die nu pas, langs al dit overleven,
    tot Helden zijn verheven.
     
    Die, als wij straks terugkeren
    naar ons normale ziek
    nog steeds opveren
    voor uw persoonlijke paniek.
     
    Helden,
    die zorgen voor onze pijn.

    Helden
    die eerder al, nu, altijd, Helden zullen zijn.
     
  • 4
    6846

    Troost

    1e ronde
    Omdat ik ben omgevallen en weer opgepakt wil worden,
    duw ik je om en pak ik je op,
    naai opnieuw oor aan jouw versleten kop, 
    en bind een sjaal omdat het koud is.

    Omdat ik verdriet vermoed, druk ik je tegen mij aan
    en ruik nog steeds de oude speelgoedwinkel,
    waar meerderen met jou, zaten te wachten, toen,
    op zo’n meisje als mijn moeder.

    Mijn te strakke omhelzing, jouw ademnood,
    je vergeeft het en wijst mij op de sporen in jouw vacht,
    van haar liefkozingen en tranen, 
    toen ze nog klein was
    en ook wel toen ze groot was,
    net zoals ik nu.


  • 5
    6862

    Vlekken

    1e ronde
    Het moment voordat je gaat.
    Mijn veel te harde zinnen.
    Ik hoor het net te laat
    en jij keert terug naar binnen.
     
    Haast ik, grijp ik, trek ik stoel, te ruw, naast je.
     
    Slaat arts met laatste hand
    jouw dekens vogelvrij.
    Schuif ik vlekken aan de kant
    over jouw tekort naar mij.
     
    ‘Net nu, voordat je gaat.’ zeg ik
    en je benen zijn paarsblauw
    dan alsof je mij verstaat,
    ‘was het mijn tekort naar jou?’
     
    Mijn tranen veeg ik niet, 
    ze spoelen ruis en pijn
    en ik hoop dat jij nog ziet
    ik niet zonder jou wil zijn.
     

     
2019
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    6400

    Eigen vuur

    1e ronde
    Ontsteek ik, met hand op hart

    mijn eigen vuur,

    brandt helder licht.


     
    En in dat zicht, heb ik,

    op grond van mij,

    stoel neergezet.



    Daar,

    bij mijn tafel en mijn bed,

    stroomt liefde naar binnen,

    dansen vlammen om mij heen.

    Mijn bed om te beminnen,

    een troon voor mij alleen.


     
    Daar schittert mijn zwaard.

    Daar keer ik steeds weer.

    Mijn huis, mijn haard,

    het dooft niet meer.
  • 2
    6411

    Het dooft niet meer.

    1e ronde

    Badwater verloren
    tussen tenen,
    waar nog vliezen,
    spoelt stilte in oren.
     
    Geschubde handen, rimpelen lauw tegen rand
    naar de kant, waar ik,
    nog net als prinses, mijn draak aanraak,
    de zwavellucht en rook, die rest,
    terugduw in de fles.
     
    Zit hij daar, achter glas, naast mij,
    nog steeds op loer en uitgeput,
    op badkamer vloer en ingedut.
     
    Ga ik staan, kijk ik hem aan,
    keert hij zijn rug, glij ik, zak ik terug.

    Roep ik: 'Tot hier. Ik stop.'

    Met liefde onder water,
    ik niet meer denk aan later, 

    ademt mijn hart mij naar rechtop.

    Vallen er scherven op de grond,
    versta ik woorden uit mijn mond.
    ‘Voordat wij verder gaan, zal ik je verslaan.’ 

    Drijven tranen, eerder opgelost als zout in water, zich nu tot olievlek
    naar zachte armen om zijn nek en vergeten mijn wraak daar naast mijn draak.
     
    Nu ik hem bemin, als koningin, pak ik mijn zwaard, speel met vuur dit keer.
    Mijn huis, mijn haard, het dooft niet meer.
  • 3
    6420

    Raam

    Top 1000
    Jij sluit mijn raam,
    dat zeg je.
    Jij sluit mijn raam.
     
    Jij bent niet licht,
    dat zeg je.
    Jij bent niet licht.
     
    En als je al
    de gedachte hebt,
    jij bent geen vlinder,
    jij bent zwaar.

    Jij bent zwaar,
    dat zeg je.
    Jij bent zwaar.

    En jij weet het.
    En ik weet het.
    En jij weet dat ik het weet.
     
    Dat raam,
    dat raam,
    ik sluit het niet.
     
    Dat raam,
    dat raam,
    krijg jij niet open.
     
    Dat openen,
    dat vraag je aan mij.

    Dat licht, die vlinder,
    dat vraag je aan mij.
     
  • 4
    6415

    Schaamvlees

    1e ronde
    Mijn waar is waar.
    Zonder kauwkaken
    zeg ik wat ik te zeggen.
    Zonder stokken
    adem ik wat ik te ademhalen.
    Ik, niet op eieren,
    niet eens een gedachte daarover,
    denk dat het voorbij is.
     
    Dat anderen, mij
    te vuur en te zwaard
    omdat ze weten
    dat als ik
    dat als ik mijn waar,
    als ik mijn waar,
    dat dat waar is.
     
    Dat dat vraagt
    om samen,
    om handen,
    om armen.
     
    Dat dat vraagt
    om open ogen.
     
    En juist daar, daar waar, niet eens het sluiten,
    maar het wegkijken was, met open ogen naar andermans waar,
    daar waar ik niet opnieuw ben opgestaan, daar is schaamvlees ontstaan.
     
    Spierloos tussen donzen, zit nu gestolde pijn
    die in gemasseerd en vastgezet
    onverslagen blijkt te zijn.
     
    Daar wachtte het op herstel
    kreeg zwijgen haar vrij spel.
    Maar waarheid laat zich niet bedekken
    onder een levend vel.
     
2018
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    7948

    Alleen

    1e ronde

    Het schuiven van
    jouw bestek naast
    het vouwen van
    mijn servet.

    In jouw,
    over mijn gesprek,
    eten vergeten.

    Jouw knikken zien,
    naar mijn aangeven.

    Het jouwe pakken,
    het mijne stapelen.

    Naar het midden brengen,
    de rest aannemen.

    Het laten staan,
    Het verder gaan.

    Mijn schaduw verleiden.
    Dan, mijn vertrek voorbereiden.

     
  • 2
    7933

    Heb mij lief

    1e ronde

    Zorg voor mij en

    wikkel me.

     
    Wentel mij en

    draag me.

     
    Krul mij op en

    streel me.

     
    Vergeef mij en

    laat me.

     
    Laat mij rusteloos zijn.

     
    Vertaal

    mij

    niet.

     
    Heb

    mij

    lief.
  • 3
    7950

    Ik heb mij liefgehad geweten

    1e ronde

    Mijn schuilen
    werd niet bekeken.
     
    Mijn verlangen
    keurig afgemeten,
    heeft op liefhebben geleken.
     
    Langszij het stille smeken,
    vallend, het opstaan,
    het terugdeinzen vergeten.
    Daar heb ik mij liefgehad geweten.
  • 4
    7939

    Leeg danst mijn buik

    1e ronde

     
    Mijn baarmoeder
    beklaagt zich
    terwijl ik in mijn armen lig.
     
    Ik wikkel mij
    in de waan
    nooit meer in jou op te gaan.
     
    Mijn lijf bloost diep,
    want waar jij sliep,
    heb ik jou zwijgen toegebracht.
     
    Jij, mijn kind,
    wordt nu niet meer verwacht.
     
  • 5
    7943

    Om gaan

    1e ronde

    Het schuilt in het staan.
    Stappen stoppen.
     
    In beweging komen,
    waar stilte je draai verbaast.
     
    Als links naar rechts
    dwarrelend verdwaald
    en verliezen nadert.
     
    Drijf dan af
    en verlaat de liefde, zeg ik.
     
    En als de wolven komen,
    streel ik mijn waanzin,
    waar wachten verlaten lijkt,
    waar weten niet is.
  • 6
    7929

    Plaats maken

    1e ronde


    Het vluchten of wegen bewandelen.
    Het dempen of bodem bepalen.

    Het slalommen richting eindpunten.
    Het eindpunt niet ontmoeten.

    Het heen en weer bewegen
    tussen plaats bepalen.

    Het wapperen met de handen.
    Het klappen in de handen.

    Het stampen met de voeten.
    Het stampen op de voeten.

    Het hoofd bestijgen.
    Het hoofd laten rusten.
    Het hoofd laten hangen.

    De storm toeknikken 
    en plaats maken.

     
  • 7
    7944

    Toen ik de maan verstond

    Top 1000

    Toen ik de maan verstond
    verzond ik mijn liefde.
     
    Verwonderd
    over mijn vliezen
    vleesde ik mijn brood
    besliep ik mijn uitgestrekte armen.
     
  • 8
    7935

    Troost

    1e ronde

     
    Waarom
    dan
    toch
    dat
    flinterdunne
    huilen.
     
    Mijn lippen
    immers
    sussen
    vlokkende
    knoppen
    voorbij.
     
  • 9
    7926

    Veelbelovend wrijven

    1e ronde

     
    Jij op de rand van mijn bed,
    bekijkt mij grijnzend.
    Ik zie je blote tanden.
     
    Nu nog voel ik je handen,
    het veelbelovend wrijven
    het liefdeloos bedrijven
    van jouw daad.
     
    Jouw geile hijgen,
    mijn stille zwijgen,
    lijken losgeslagen
    vormeloze woorden.
     
    De blaren in mijn mond
    hebben spreken stilgelegd,
    verborgen wat ik vond
    en wat nooit meer is gezegd.
  • 10
    8267

    Zo anders.

    1e ronde

    Dat het zo anders was
    toen ik in het begin
    in het ouderlijke gezin
    het onderhuidse schuren las
    en ik gestut en vastgehouden
    ons scheefzakken vertrouwde.
     
    Wij allen deel van dat ontbreken,
    en dat iedereen dat ook wel wist,
    het werden familiegebreken
    en daarom nauwelijks gemist.
     
    Zo anders is het nu,
    na jouw sterven,
    jouw vertrek.
     
    Het schuren een blaar,
    het scheefzakken te zwaar,
    door het gebrek aan elkaar.
     
    Zo anders is het nu,
    zo zonder schaduw,
    zonder ruis.
     
    Nu ruik ik onraad als er helderheid ontstaat
    is het stutten, het vasthouden steeds te laat.
     
    Zo anders is het nu.
2016
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    9480

    Doe het kort

    1e ronde


    Schik
    regendruppels
    tot vlokken

    Laat ze
    zweven
    in een lied

    Vergeet
    het dwarrelen niet

    Blaas het in luchtballon
    Neem het mee tot de zon
    maar doe het kort
    voordat het hagel wordt
     


  • 2
    9658

    Euthanasie

    1e ronde

    Je had het mij gevraagd

    Je zou toch al bijna gaan

    Toen heb ik het gedaan
     
    Je
    was
    niet
    één
    van
    mij

    Maar

    dat

    achterblijven

    daarna
     
    Gewoon de file in
    naar mijn Lief
    en mijn gezin
     
    Het antwoord  
    in mijn keel
    het terughalen
    het  kauwen
    -Hoe was je dag -
    -Een beetje veel -
    maar hoe was de jouwe
2015
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    10630

    Koffie!

    1e ronde

    Over haar heen gebogen

    veeg ik een lok,

    schuif ik slab

    tussen kin en borst,

    trek ik kopje dichterbij.

    Naast haar roept een man,

    hij heft zijn armen,

    zijn hoofd schudt spetters.

    Haar blik naar hem van onderuit,

    koffie die langs haar lippen druipt.

    Dep ik,

    geef ik een nieuwe slok,

    draait ze weg

    naar opzij,

    naar de man,

    die op de maat,

    met open handen 

    op de tafel slaat.

    Hoeken scheurden eerder.

    Onder het kreunen, nu,

    breken korsten,

    druipen witte draden

    langs zijn open mond.

    Hoe zij dan, naast mij

    naar voren buigt

    en het kopje 

    tussen zijn handen schuift.

  • 2
    10948

    Rozen in blauw gras

    1e ronde

    Vandaag weer, kijk je naar mij,

    je blauwe ogen, je blonde krullen glanzen.

    Wat ben jij een mooi Lief,

    met die zwarte randen 

    in het witte boord van je overhemd.

    'Liever met diegene, die in beweging komt.' zeg je 

    en ik, verder naar achter in mijn stoel,

    wens mij een rugleuning met meer ruimte.

    'Liever met diegene, die vertrekt met de vleugels wijd open.' zeg je

    en ik sta op en grijp mijn tas.

    'Alsof ik het was, alsof ik het was.'

    'Nee.' zeg je.

    'Ik vertrok, met mijn vleugels wijd open.'

    Ben ik binnen gevaren

    met jou in mijn kielzog

    en weet ik nog steeds niet 

    wat ik moet doen.

    Zo is het ongeveer.

    Nu ren ik hier,

    mijn tenen in het nauw gedreven door te kleine schoenen op te hoge hakken.

    Mijn benen vermicelli-wit onder mijn korte rok met plooien.

    Mijn blauwe koffer met rozen sleep ik achter mij aan alsof er geen wielen onder zitten.

    Mijn armen in de lucht met jouw witte zakdoek, maar de bus rijdt voorbij.

    Een paard holderdeboldert naast mij,

    een tegengestelde hand strekt zich uit en grijpt de mijne vast naar omhoog.

    Een hak bungelt aan mijn tenen.

    'Alsof ik het was, alsof ik het was.'

    en naast mij vallen rozen in blauw gras.

2014
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    10763

    Andere werkelijkheid

    1e ronde

    als de paginarand

    zichzelf naar het midden gooit

    volgordelijkheid verslaat

    omdat juist die kant

    andersom de pagina bedrijft

    in wat woorden zouden mogen doen

     

    je met geloken ogen een andere werkelijkheid ontdekt

    je geluid achterstevoren tot je neemt

    en je van daaruit ziet dat een andere hand

    zich met jouw vingers verschrijft

  • 2
    10782

    Boten te huur

    1e ronde

    dwalend in duinen   langs donkere paden  

    kou die flarden opwekt voor de volgende dag

     

    op tast naar top zakken mijn voeten

    stroomt het zand en leef ik mijn schoenen

     

    vaal licht met dansende druppels waaronder schelpenpad zichtbaar

    galoppeer ik naar het dorp met het terras met te weinig mensen

    en de bakker op de hoek

     

    op het strand   boten te huur

    zeven sloepen met touwen rond de boeg

    op de rand van de buitenste zit en wankel ik de boot richting golven

    als de flank zich vlak voor het rollende water laat zakken

    weet ik mijn benen nog net op tijd terug te trekken

    vlucht ik de zandduinen in 

    wacht met mijn knieën in mijn armen op de opgaande zon

    waarvoor de neergekomen sloep   bij het houten strandkantoor

     

    dan komen er mensen    ze schreeuwen

    ze zeggen dat er foto’s zijn gemaakt

     

    zeven foto’s   van de onbekende vrouw   bij de sloep

     

    ik sta op  sla het zand naar beneden

    en loop naar de man die de grootste woorden heeft

     

    in de kring om mij heen spreken ze schande

     

  • 3
    10784

    Deur

    1e ronde

    waar ik niet meer kom

    doof ik het licht

    draai ik de sleutel in het slot

    ga de trap op naar boven  

     

    en laat die deur

     

    volgt

    bij elke tree

    het trekken aan mijn rug

    ik hardop tegen lichtknop

     

    TERUG

    TERUG

     

    mijn adem op tast

    zich stilhoudt

    zich ontvouwt

    voor waar het nu past

     

    rechter hand mijn hoofd

    op schouders draait

    links langs rand

    het houtwerk aait

     

    die deur duwt

    en brug bouwt

    naar open raam

    waar dan pas

    iemand anders is

    die er net niet was

  • 4
    10786

    Nieuwe kamer

    1e ronde

    We lopen

    naar je nieuwe kamer

    met een zoon

    die plastic tassen draagt,

    naar de auto gaat om meer te halen.

     

    ‘Hier is het ’, zeg ik

    en je boort je stok

    ver vooruit de open deur.

     

    De stoel, het bed,

    jou op de rand gezet,

    vallen doorzichtige druppels  in je schoot,

    zak ik naast je in het luchtmatras,

    schik je, haper je,

    haast je bovenlijf zich naar voren

    grijp ik je stok,

    sta je op,

    zeg je, iets van hup

    zie ik dan pas de natte plek in je rok.

     

    Loop ik achter je aan

    steun ik je van staan

    naar zit en stroop

    hurkend voor de pot  

    je onderbroek kapot.

  • 5
    10788

    Wie zal mij nog lezen

    1e ronde

    Willekeurige start op pagina zes

    terwijl pagina drie aan de beurt is,

    mijn pen dichtbij,

    niet meer schrijft,

    ik de boel  links laat liggen.

     

    Pijn

    in beet van weleer,

    een uur geleden.

     

    Wie zal mij nog lezen,

    als ik langs het steunen

    van mijn ademhalen

    ergens data heb ingevuld,

    dit boek heb vol gekrast

    met last en taalfouten.

     

    Wie zal mij nog lezen,

    als ik,

    mijn hand vrij

    van nieuwe bladzij,

    met drie brillen op mijn hoofd

    het koude water instap.

     

    Wie zal mij nog lezen,

    met jouw hap uit mijn schouder.

     

     

2013
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    10144

    Te laat

    1e ronde

    Te Laat

    Te laat zoals altijd

    zie ik wat mijn lichaam al herkent.

    Kennelijk loop ik links,

    half berm, half weg,

    ( zoals dit hoort, denk ik nog )

    Kennelijk gonst schonkig iets door beeld,

    heeft een blik mij valselijk bekeken.

    Schielijk scan ik contour

    waarin reptielenogen,

    wachters achter oranje glas.

    Handen vullen mijn waarneming.

    Mijn blik draait zich op, 

    stokt op jou aanzien,

    jouw bril, jouw kille loer.

    Jouw ongeduldig zucht,

    jouw ruik,

    stapt terug

    en om mij heen.

    Vreemd, waarom jij nu eerst?

    De rest van mijn tour vraag ik mij af,

    wie daar moest wegwaai op verlate pad

    niet wie het gedaan heeft en ook niet hoe.

  • 2
    10154

    Zonder titel

    1e ronde

    Net niet beklonken

    druipen kniekousen

    op de grond

    dansen kaarsrechten

    in te dikke schoenen

    springen rode zolen

    boven touw

    vallen borstjes

    in klaptonen

    op verse huid

    met daar ergens

    daar onder

    een poesie

    met nog te kleine haren.

    Verschijnt dat hoofd

    voor vensterdeur

    de kruk

    omlaag gedruk

    dat uitgeblaas

    die geur.

    Zijn grom

    zijn kom 

    maar op de mijne

    zijn blij om zijns

    in mijn zachte poppedijne.

2012
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    10143

    Als we niet meer kunnen praten

    Top 100

    Ik buig mij

    over rode konen

    onder krullend wit


    Wilt u dood vandaag?


    Een druppel spuug

    langs kin

    lijkt zin

    in spreken


    Maar, langs het haar uit ogen vegen

    hopend op een ja of nee bewegen

    kom ik leeg en stilte tegen


    De plastic slang

    van neus naar maag

    verloren op haar kraag


    Het roze flanel

    doordrenkt van zuur

    en zwetend vel


    Wilt u dood vandaag?


    Heeft u het opgegeven

    zelf de weg van vloeibaar Multi Fiber uitgedreven?


    Is dit het Nu

    Het Uur U

    met alle kinderen aan uw bed

    en vrienden waarop u nooit meer had gerekend?


    Is dit het Nu waarvoor U heeft getekend?


  • 2
    10131

    Vrijdagmiddag 1

    1e ronde
    Vrijdagmiddag 1 dat ik naar jou toe fietste en groene druiven zonder pitten voor je kocht en ook wel rozen die net open waren, heel dicht bij elkaar gebonden en dat jij altijd iets zei van - Hééé -, als je mij zag en dat je daar dan ook heel blij bij keek en dat je dan taartjes voor mij had gekocht in het kleine winkeltje en dat ze in het kartonnen bakje op het aanrecht stonden te wachten en dat ik dan altijd zei dat ik er maar de helft van wilde en dat vond je dan goed en dat ik dan toch alles op at en dat ik je dan mijn nieuwe jurk liet zien en dat ik aan je gezicht zag dat je het niets vond en dat ik dat eigenlijk van tevoren wel had kunnen weten en of ik dan een wijntje wilde en ik, - Ik hoef niet Mam -, zei en dat we dan samen de hele fles leegdronken en dat ik dan met mijn voeten op de bank een sigaret ging roken en vertelde over allerlei verdrietige dingen en dat ik dan heel hard moest huilen en dat jij dan mijn hand pakte en - Ach kindje toch -, zei  
  • 3
    10135

    Vrijdagmiddag 2

    1e ronde
    Vrijdagmiddag 2   mijn fiets in het rek kisten onder druipend afdak met grote groene druiven   kilo zakt in tas duwt frame uit evenwicht van stoep schuif ik op weg op zadel   trap rechtdoor langs smal pad weer tegen het verkeer   slingerend langs waar eens de slager de bakker   naar rechtdoor   waar nu huisjes met mannen en vrouwen in stoelen met wielen voor het raam   om de hoek in het wit jongens en meisjes die roken   schuif ik het slot tussen spaken klepperdeklep de fietstas open trek de trossen met mij mee door zoevende schuifdeuren de noodtrap omhoog op doorzichtige treden   dan   de bel van mijn moeder   ik had nog geen sleutel toen van haar te kleine kamer
2011
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    7617

    Genen

    1e ronde
    Genen   Leunend tegen baarmoeders wand, het aanzien van de navelstreng. Blauwe lijnen in wit vet vel verlangen naar het snappen van de schaar.   Bloeden, afbinden, verdrogen, zogen en afscheiden daarna.   Tijdens het uitwijken, het vliegen uit het nest, mijn hoop op eigenheid en zelf verzonnen liefde.   Maar daar waar draaibeweging mij door cellen voert, ontmoet ik, anders dan mijn vermoeden, mijn vader, mijn moeder, en die van daarvoor.   Ik, die van daarna, weliswaar op eigen benen, verbaas mij over genen maar kan niet anders dan mij verbinden en verder gaan.
  • 2
    7634

    heedaglief

    Top 1000
    heedaglief   inminuutmoment insecondmoment inmomentummetjes   vanjehouenvanjehouenvanjehouen enmissenenmissenenmissen   heedaglief dajewee dajeweehee dadagindaguitnie wauurinuuruitnie   ikjekuswildoe ikjeaaiwildoe ikdaagsjedagwilzijn          
  • 3
    7626

    Poppenspel

    1e ronde
    Poppenspel   Mijn pop ligt in de hoek, vermoedens van genegenheid scheuren krullen van haar kop, staren diepe ogen in, verheffen stopnaald tot pupil.   Ik draai armen op haar rug, heen en weer en weer terug tot het plastic moe is van bewegen.   Met rode verf maak ik slome lippen, duw vuist tot huig, of waar ik die vermoed.   Trek haar de kleren uit. Prop benen onder romp. Duw haar, ‘wankelt ze?’, tegen muur rechtop.   ‘Kijk!’, hoe ze valt, voorover, in haar klaargemaakte, kapot getrokken, wit kanten jurkje.   Haar mond bloedt en ik vind het goed.
  • 4
    7633

    Vlekkeloos

    1e ronde
    Vlekkeloos   De ander nog net zichtbaar, vertelt wat niet waar is.   Ik knik:   -Vlekkeloos, volkomen vlekkeloos ben ik.-   Het snuiven, zijdelings, verstilt een ogenblik. strekt, vertrekt.   En ik, gewend aan afwezigheid, ik knik en lik koud zweet van mijn armen.   -Vlekkeloos, volkomen vlekkeloos ben ik.-   Blauwe tenen in open sandalen, onder mijn oksels ruikt het naar ongewassen kleren.   En ik, piep en smak, ik knik en schik:   -Vlekkeloos, volkomen vlekkeloos ben ik.-
  • 5
    7615

    Waanzin

    1e ronde
    Waanzin   Het wacht, het smeult, het stekelt zich op en hekelt zachte woorden. Het draait, het slipt en lispelt klanken rond mijn lip.   ‘Spring sprong, pak me dan!’, ontglipt het zich.   Maar als ik zwicht, drukt het cellen dicht, mijn vege lijf, zonder gezicht slaat bodem weg, raakt liefde kwijt, verplaatst zich naar hanteerbaarheid.
2010
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    8873

    Bitterzoet

    1e ronde

    Kijk daar de fourageur

    van het smakken en het likken,

    smaken bitterzoet van kleur,

    vergeten speeksel in te slikken.

     

    De tong kent de primeur,

    die langs papillen prikken:

    draden lopen, ik besmeur

    mijn hoofd en dan het knikken.

     

    Waar tanden zich ontvouwen,

    sluiten open lippen knel,

    volgt nadrukkelijk het kauwen

    en de smaak van rottend vel.

  • 2
    8874

    In stilte

    1e ronde

    Bal in buik

    noodt lente naar binnen,

    stuitert en monstert zich aan.

    Ik vang en ik koester de waan.

     

    Kaatsend omhoog, opzij,

    raakt het alle kanten van mij.

     

    Is het waar?

    Is het hier?

    is het nu?

     

    Beschk ik over werk'lijk beleven

    of is het in stilte gebleven?

     

    Is dit het verraad,

    heeft mijn hart in spagaat,

    adem aan wanhoop gegeven.

     

  • 3
    8875

    Mijn lief is mijn leugen

    1e ronde

    Mijn leven bestaat

    uit een man in mijn bed

    die mij in verzet

    mijn lakens belet

    te bewegen.

     

    Geen warmte, geen zegen,

    slechts in stilte gelegen,

    ligt hij zonder mij,

    mijn lijf te beleven.

     

    Waar billen of buik,

    tussen borsten mijn zweten,

    voeten ontdekken,

    maar tenen vergeten.

     

    Samen, die keer,

    kan ik mij niet heugen,

    nu deugt er niets meer,

    mijn lief is mijn leugen.

  • 4
    8876

    Overstijging

    1e ronde

    Het schuift mij richting deur,

    neus opent het gerucht;

    een te lang gerekte geur

    verplaatst zich in mijn zucht.

     

    Verstijven, de teneur,

    het houdt mij in mijn vlucht.

    Geen beweging, de terreur

    van mijn zelfbedachte klucht.

     

    Hoofd op bank in schrikberaad,

    verdiept zich in mijn dreiging.

    Terwijl mijn hart op springen staat

     

    raak ik aan wat voorbijging,

    wat zicht steeds beschermen laat

    vraagt mij om overstijging.

  • 5
    8877

    Springtouw vrij

    1e ronde

    Mijn deduld is op,

    wat moet ik doen

    om dit te stoppen?

     

    Ik blaas bellen in de zee,

    schuim kop op kop,

    maar mijn geduld is op.

     

    Ik graaf heuvels in het zand,

    schuif kuilen naar de top

    maar mijn geduld is op.

     

    Ik spring mijn springtouw vrij,

    zak in bodemloos sop,

    maar mijn geduld is op.

     

    Zucht naar zin,

    houdt adem in.

     

    Stop.

     

    Mijn geduld is op.

    Wat moet ik doen

    om dit te stoppen?

  • 6
    8878

    Weg langszij

    1e ronde

    Mijn voeten lijken stenen,

    zij weten van geen benen.

    Zij kennen het beklijven

    van het rusteloos verblijven.

     

    Het wankelend verdrijf,

    van het dralen van mijn lijf,

    lispelt louter vleierij,

    wiegt en sust mijn razernij.

     

    Het hoort mijn luide zwijgen,

    het weet de weg langszij,

    verleidt mij langs het dreigen

    en keert zich tegen mij.

2009
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    12196

    Mijn taal klinkt

    1e ronde

    Mijn woorden kaatsen
    in echo terug.
    Keren werkelijk bewogen
    rondom mijn vaders rug.

    Mijn spreken, daar, waar,
    zijdelings gericht,
    ontmoet frontaal zijn schaduw
    weerspiegelt in mijn gezicht.

    Bij zinnen, daar, komt
    helder beeld voorbij.
    Los van vorm zit hij
    onvermijdelijk in mij.

    Mijn taal klonk niet daar,
    waar ik zijn stem vermeed.
    Mijn taal klinkt daar,
    waar ik mij verstaanbaar weet.
  • 2
    12195

    Verlaten huizen

    1e ronde
    Daar waar hij is uitgestoten,
    verlaat hij zich op gaten zaaien.
    Voeten strak aaneengesloten,
    verraden zich in slalomdraaien.

    Daar waar hij vergeten is,
    waar hij eens welkom was,
    verkent hij zijn gemis,
    het knellen van zijn jas.

    Toen hij was weggegaan,
    heeft het hem omver gebogen.

    Waar hij abrupt was opgestaan,
    liet hij zich achter wegen gaan,

    vertrok weloverwogen
    naar waar verlaten huizen staan.
  • 3
    12194

    Voor haar

    1e ronde




    Waar ik niet voldoe,
    daar voldoe ik nog steeds voor haar.

    Zij die mijn hart bewaakt,
    heeft mij opnieuw vlekkeloos gemaakt.

    Als ik dat liefhebben passeer, langszij,
    keert het zich afgeschrikt tegen mij.

    Verbleekt en uitgespeeld
    zie ik mijn eigen spiegelbeeld.