Biografie van Sander Meij

Sander Meij (1980) studeerde Nederlandse taal en cultuur aan de UvA en is werkzaam als redacteur en tekstschrijver. Als dichter was hij onder meer te zien op Crossing Border en bij dwdd. Zijn werk viel enkele malen in de prijzen en hij publiceerde in verschillende literaire tijdschriften. In september 2015 verscheen bij Nieuw Amsterdam zijn debuutbundel Nieuw eiland, in 2019 gevolgd door Pincetbeweging. Voor meer informatie,
2017
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    9010

    hoofdbestemming

    Top 100
    sommige mensen in Berlijn
    komen net onder de douche vandaan

    druipend en naakt gaan ze voor je staan,
    barsten uit in het verkeerde Wilhelmus
     
    je ziet bloemen groeien en ogen gaan open
    en de wind maakt het graan feeëriek

    een stethoscoop zoekt nog de weg naar je hart
    en je weet dat de olie ververst moet
     
    je ziet eekhoorns eikels verplaatsen
    de hondsdagen hun bedrog verlengen

    je hebt andermans ogen al gesloten
    en eindeloos jennen de klokken

    je bent geen rebel, Don Juan of artiest
    en je snapt dat het daar niet om gaat

    een levensloop moet uitmonden
    de sluiswachter lacht er ernstig bij
     
    betekenis geven aan fruit en aan koffie
    aan blikken, aan stof en seizoenen
     
    een donornier onder een stolp van glas
    een droogbloem achter cellofaan

    je komt een verbodsbord tegen
    voor een pad zonder zichtbaar begin

    je komt er niet bij en je komt er niet uit
    waar had je gedacht naartoe te gaan?
2016
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    6455

    Brontekst

    Top 100
    als kind sprak ik zelden voor mijn beurt. Mijn lengte bedroeg die van een flinke cactus
    en echt populair was ik niet. Ik taalde naar aandacht als een vogel naar een fiets
    en ik had wel een naam maar hem spellen kon ik niet
     
    hoe woorden vielen diende geen belang, het ging om de manier waarop ze landden.
    Recht in onze monden waar ze tijdelijk verbleven, als gekeelde parasieten,
    altijd klaar om uit te vliegen
     
    wat waren we minder dan we nu geworden zijn, wat bogen we mee als gladde straten,
    probleemloos strooiend met citaten, de waarde van een kader
    deed voor ons nog niet ter zake
     
    we groeiden op, leerden met twee woorden spreken en begonnen naar de draai-
    boeken te leven. We hadden toen niet door dat van de zijkant af gezien,
    een draaiboek niet meer dan een lichtblauwe streep is
     
    zo’n streep was ook jij toen je moeder verbijsterd de bevestiging van je bestaan bekeek.
    Ik zeg dit omdat ik niet beter weet, dan te zoeken naar woorden om dit te vertalen
    (je hebt wel een naam, maar je weet niet hoe je heet)
     
    hoe misplaatst het is
    om hardop te zeggen
    dat iets klinkt om stil van te worden
2015
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    9738

    Hoe we er niet kwamen

    Top 100

    Op een dag hadden wij geen ambities meer.

    We beschouwden onszelf nog als wegbereiders, maar wisten niet langer voor wie.

     

    Al renden we in cirkels, als spinnen met gebrek aan pootjes, we kwamen toch terecht.

    We kozen geen paden, gingen desondanks vooruit, waarmee we bewezen dat eigen weg loont.

     

    De horizon maakten we rond: de spanning tussen ver en dichtbij loste op. We lieten onze baarden staan en leefden in het heden. We mankten onze angst voorbij en tatoeëerden hierover op de huid van onze ruggen.

     

    Eenmaal in het midden van de cirkel beland, kropen we naar de achterkant, die daarmee voorkant werd. We sleten onze dagen in gespiegelde herhaling.

     

    Toen kwamen alsnog de vragen: moesten wij onszelf niet herpakken, door opnieuw te leren spreken met een maagdelijke stem?

     

    In ons hoofd kwam vervolgens een asielzoeker wonen, die soms even naar buiten mocht, om met behulp van zijn ogen iemands kleding af te pellen.

     

    Dat lukte vrijwel nooit en als hij al eens slaagde, dan wist hij zich genegeerd. Op den duur ging hij op in een zeker circuit, waanzinnig naar het scheen.

     

    Achteraf had hij ons kunnen redden. We wogen die gedachte, verwierpen hem tot slot, waarna we de navels inspecteerden en het voelde alsof er iets groots aan ons ontsproot.