Biografie van catharina boer

catharina boer schrijft poezie (tot op heden 7 bundels o.m. bij uitgeverij Wel te Bergen op Zoomen Demer te Belgie), kort proza en toneel.voor meer info:www,catharinaboer.nl
2016
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    2144

    ANDERE MUZIEK

    1e ronde
    Die twee waren verzot
    op operettes, kans
    dat zij dansten: mijn vader
    kende namen, mijn moeder
    zong mee.

    Een stille buurman speelde op
    zijn harmonium met voeten
    op twee boeken, leek het,
    vocht hij met de knoppen.

    Klonk als eens: een bruiloft
    in engelenwit en ernst
    van muziek uit diep verleden
    die sindsdien in mij zit. Tot

    hij opzag naar die vreemde
    die neuriede bij zijn spelen,
    riep: 'wat doet dat kind hier?'

    Zijn vrouw opende de deur.

    De zomer was heet
    en ik bijna zeven.
  • 2
    2145

    AYLAN

    1e ronde
    Even was ik haar
    die je huidje warmde. Zij
    die nooit een stem heeft gehad
    in deze waanzin, gehuichel,
    religie als wapen.

    Zij droeg je, koesterde je,
    je moeder, riep je naam
    toen je viel, bad je na.

    Met open handjes die niets meer
    bouwen, jouw hoofdje opzij
    of je nog even naar haar reikte,

    spoelde je aan als flessenpost
    voor wie deze strijd echt lezen kan,
    gestrand aan vloedlijn van de tijd.
2014
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    4430

    GROOTVADER

    1e ronde

    Hoe jij, kort voor we jou zochten, mij

    verhaalde van je jonge jaren, je zwerftochten

    door bos of op water en hoe zat jij

     

    later jouw dagelijkse teugels was. Ook

    in jouw boot waar weidsheid over grienden

    voor het grijpen lag, vogels als jij vrijheid

    kregen, zei jij dat ik dit eens begrijpen zou.

     

    Je keek niet om, donkere gedachten leken

    op je rug geschreven. Soms in een droom,

    verdwijn je nog achter bomen en jaren en

    mompelt het water jou regel na regel na.

     

    Catharina Boer

  • 2
    4426

    HERFST

    Top 1000

    Als hoogpotige vogels wachten

    verschoven terrasstoelen. Elk moment

    zullen zij opvliegen naar streken

    met zon, zal de tafel hen nastaren,

    het wit van hun veren weerkaatsen.

     

    Door nevel nog schaduw van handen

    rond halfvolle glazen. Op onze plek

    weer jouw prikkende blik bij woorden

    over je twijfel en vertrek. Zo leeg nu

    dit terras van vluchtig samenkomen.

     

    Maar eens, lief, keert alles terug, lust,

    lach, vogels, de zomer en wij. In mij

    verstrengelen vast onze cellen,

    delen, scheiden en verbinden opnieuw.

     

    Catharina Boer

2013
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    2409

    De herinnering

    1e ronde

              leek al lang verzonken toen

    ze hem vroegen wat hij na jaren

    feitelijk nog wist. Voor een boek...

     

    namen ze hem mee naar die vervreemde plek

    waar een piloot was neergeschoten door

    destijds de vijand, een kist zich brandend

    in huizen drong, gat boorde in het hart

     

              van het dorp bleef tot slot de stilte

    tussen brokstukken verkoold overschot

    in zwart en stank waarlangs hij zwierf

    niet meer wetend waar hij was.

     

              Of hij iets zag...

     

    Gezichten ja, een poos in rook verdwenen

    tot ze schreeuwden: die jongen, haal hem weg,

    wat doet dat joch daar bij dat wrak

                                                en hij zweeg.

     

              Of hij nog foto's had...

     

     

     

  • 2
    1052

    Eurydice

    Top 1000

    In short en top, wandelden wij

    op de markt van een zuidelijke stad.

    Jij struikelde, huilde even want

    een moot meloen viel uit je hand.

    Je was wat gebruind, blond en zo

    nieuwsgierig naar buitenlandse

    nieuwigheden dat je even was

    verdwenen, ik je zocht.

    Nu leg ik bloemen op jouw steen,

    jij knipoogt naar me in de zon. Ik draag,

    zeg je, mijn mooie rok vandaag want

    ik ben jarig, wil een lied en misschien friet.

    Kom mam, geef me je hand,

    we gaan, we blijven altijd samen.

    Kijk nu niet om, daar ben ik niet.  

    ( i.m. Patricia )

  • 3
    3900

    Het verdwenen Landgoed

    1e ronde

    Het terras lag in herfstzon, maar

    het bos daarachter was zwart

    geweest die dag met zuchtend ruisen,

    de tikkende drup en het verdwijnen

    in nevel aan de einder. Tussen bomen

    schaduwde een gebogen vrouw voorbij

    haar stok tegen rest stenen van wat

    eeuwenlang een trots Buiten was.

    Onder haar grote zwarte hoed leek zij

    een paddestoel. Later herkende ik haar

    op dat terras, weggedoken, mogelijk

    dromend van een rijtuig, hoefgeklop,

    roerde ze in haar thee. Vanonder die hoed

    loerde zij met grondeloze ogen naar

    dat luidruchtige heden. Daarna

    rees ze uit haar stoel, gleed ongemerkt

    langs tafels, nam haar verleden mee

    en verdween in het donkere groen.

    Even ving ik haar blik als groet,

    de wind smeet haar kastanjes na.

  • 4
    1049

    Het Waait Aan

    1e ronde

    Wind sloeg het zand terug als blad van een boek,

    las luid uit verleden, schaduw gleed

    langs als een hand.

    De vrouw die hangt tegen een stam

    luistert naar de avond en het landschap

    in haar. Vertrouwd met zwijgende heuvels,

    denkt ze aan oeroude graven, de gevonden

    zwaarden van eens tot bevechten van om het even

    wat voor god of grond. Aan hutten

    waar huiden buiten hingen,

    binnen het beschutte leven was

    waar sagen herhaald over niet meer

    bestaande dingen die blijven.

    Verbaast zich om dat vredige gevoel van tijdloosheid,

    waarin alles stroomt, die komen kon van de kerende wind,

    die rondzingende verteller van oude zandvlaktes waar hij woont. 

  • 5
    3898

    MEISJE MET DE PAREL - Johannes Vermeer

    1e ronde

    Onder zijn scheppende hand, kijkt zij

    om, vraagt zacht 'zo goed pap?'of zoiets.

    Die strakke doek is niet haar dagelijkse

    doen, maar haar vader's fantasie. Hij

    glimlacht bij het levend licht dat gloort

    over haar gezicht, halsje, ogen en zelfs

    schittert door de parel in haar oor, in

    dit van eeuwen schemerend Delft.

    Hij schildert zijn grote kleine meid

    subtiel in korenblauw en napelsgeel,

    terwijl zij stil poserend naar hem kijkt,

    zich mooi voelt, maar toch liever speelt.

  • 6
    1822

    Zwaluwen

    1e ronde

    Lagen wij op onze rug in het duin

    tussen wolken de hemel te zoeken,

    treden te tellen naar dat uiterste blauw

    ons eens vrij en eeuwig te voelen

    als die vlugge vogels V in de staart

    die kwetterend buitelen in ruimte

    van liefde op wind die hen draagt

    en belemmeringen beneden hen laten.

    Dromen nu onze kinderen zoals ze dromen,

    komen weer onhandig tedere handen

    bijeen als taal van tasten en krassen,

    stolt voor altijd wat nooit is gesproken.

    Onze zomer verdampte in het heelal toen

    herfstwind ons sloeg, als al dat zoekraakt

    en wij terug dwaalden naar beschutting

    van toen tussen oude muren en gangen.

2012
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    2653

    de Styx

    1e ronde
    Achter de horizon vliedt
    een rivier. Schelp aan je oor
    dan kun je haar horen, zei jij
    liefste, maar ik wil nog niet.

    Met al wat vergaard op aarde
    varen wij, na ons  verscheiden,
    door haar water van vergetelheid
    naar de overzij, zei jij. Maar
    hoe kan  ik jou vergeten?

                                 Is er dan niets
    meer van ons, van eens
    die steen door ons verlegd, zeg
    me wat ons dit brengt.  Wit
    zal ons geheugen worden en
    de veerman int ons laatst bezit.
  • 2
    5580

    FREJUS

    Top 1000
      Zie hun schaduw langs de muur van 
    overledenen aan armoe, pest, mompelend
    volk uit sombere schilderijen. Hoor hun lied
    van eeuwen blind geloven, het zachte schuren
    van voeten op de trap naar het doopvont toe,
    bron waarnaar zij het nieuwe leven dragen.

      Het vont ligt stil nu, afgewend, verdroogd
    ook op de grond de kan van het allerlaatste
    levenswater. Hier bij het woord gids, dringen
    toeristen om een glimp door glas, waar eens
    devoot gezongen. Meer niet dan de toon van
    vreemde tongen. Engelen flitsen uit camera's,
  • 3
    2658

    KINDERSCHOEN - Amsterdams Historisch Museum

    1e ronde
    Een lange tocht ligt achter het,
    in moeras verzonken, gedroogd
    hier achter glas te pronk gezet,
    tanig geitenleren schoeiseltje
    van een kind van hooguit vier.

    Uitgelopen, sleets en scheef,
    maar met voetbotje dat nog bolt
    en teentjes haast te tellen.

    Hier wierp men zand op
    om de stad vast land te geven,
    te veel water kwijt te raken.
    Stel,

    van moeders hand of aandacht
    holde het weg, verdwaalde in
    de zachte lagen, ging verloren
    of
    een in het spel ontsnapte schoen
    koos hier voor eigen leven.

    Klein dingetje, herinnering
    aan een lang vervlogen kind,
    vertel.







  • 4
    5583

    MATROESJKA 's

    Top 100
    Zij bleef dezelfde in stem, gebaren
    maar borg steeds meer in haar dat
    mij niet zag. Ik die jaren herinnering
    bewaarde, waarin ik graag verdwaalde,

    Mijn winterkind, eens net zo'n blos en
    bloemen die rode muts en wanten sierden,
    heeft nu haar kamer leeggehaald, keuze
    gemaakt, zegt achteloos: die laat ik hier.

    Verstilde meisjes, de buitenste is vrouw
    met onleesbaar veel gedachten. Ze verlaat
    het huis, zo is het goed. Behoedzaam schuif
    ik de beelden  in elkaar. Die kunnen wachten.
  • 5
    2659

    OVER de WAAL

    1e ronde
    Onze trein snijdt lijn van de rivier
    tot ontmoetingspunt tussen wal
    en wal van de Waal, mijn weg terug
    vliegend op vleugels van de brug.

    Jij, jong maar voorbij, zegt: dat ben jij
    met die rimpels. Wij aan beide zijden
    in het raam door waas over de Waal
    even vertakt in wegen, rivieren, zijn

    tijdloos in ruimte waar passers
    passeren, lijnen verleggen en een rij
    bomen wuift over weids water van
    de Waal die later uit zicht verdwijnt.
  • 6
    6233

    SUPERNOVA

    1e ronde
    Zie,
           miljarden sterren uit explosie van licht
    zijn, als wij, van een oerbron het talrijk nageslacht
    dat door nevel van eeuwen een weg zoekt.

    Wij, in verschillende richtingen, meningen, religies
    en twisten uiteengedreven, zoeken onze oorsprong
    en botsen, wit verhit, om een god. Behalve wij twee,

    wij zullen elkaar zacht raken en vredig verder zweven
    door een hemel. Wij beiden weten heerlijk niets.
2010
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    5611

    STAMBOOM

    1e ronde

    -Teuntje 1821 - 1828-

     

    Schaars schrift, geschikt naast de jaren

    in een twee eeuwen oud document:

    een leven van zeven, vijf in een gesticht.

     

    Wie was je, hoe stierf je, hoe bewogen

    was van dit schrijven de hand?

    Ik vrees je verloren achter getraliede ramen

    in lange wanden, winterkil wit.

     

    Vannacht werd je even herboren

    in mij, kreeg je zelfs een stem,

    lopend neusje en hongerogen.

  • 2
    5610

    VERONICA

    1e ronde

     

     

    Het is strijdtijd, als ze niet grijpen

    onder mijn rok of bloes, bij soldaten.

    Krijsend slaan ze hun gevangene

    door de straten, gebogen, bebloed.

     

    Veel vrouwen deinzen terug, ik niet,

    ik schiet tussen hun geile benen

    door naar die bijzondere gewonde,

    want iets in mij ziet een zachte man

    in hem, ogen die om vrede smeken.

     

    Ik durf weer vrouw te zijn, herleef

    steeds dat strelen met mijn

    troostdoek over zijn bezweet gezicht.

    Ook daarin is zijn beeld gebleven.

2009
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    2325

    BEVRIJDING

    1e ronde

    Verbleekte foto: school met tanks, soldaten,
    stars and stripes. Bevrijd, ook herinnering
    losgelaten. Angstig kind achter geblindeerde
    ramen, was slechts hapering in de tijd.

    Hier was de triomf, met somber vonkend staal
    en dreun van wielen uit de hel. Nog richt
    een jong soldaat, ver van huis, wel duizendmaal
    'nooit meer' naar mij zijn desolaat gezicht.

    Hoe alles voorbijgaat, stromingen, gedachten,
    de school verplaatst, straat verbreed
    en bomen omgezaagd,

    valse adagia van andere machten dagen,
    waar toch in zachte zomernachten
    nieuwe geliefden door oude dromen gaan.
  • 2
    7206

    HET GEDROOMDE HUIS

    1e ronde
    Je hebt nergens wanden
    waartussen gedachten gekluisterd
    aan steen van vakken en trappen
    of onder een alles omvattend dak.
    In mij ben je een grenzeloos wonen
    met ruimtelijke vensters, waar licht
    weerkaatst, wit van tijdloosheid
    over weidse rivieren, oude heuvels,
    rond het kind onder seringen dat
    woorden vindt en lippen vol liefde
    in zacht fluisterende zomernachten,
    want nooit sluit ik een deur en nooit
    zal ik je verlaten. Nooit.
  • 3
    7205

    ROOD TUSSEN GROEN

    1e ronde
    Er zijn vertrekken in het huis. Een breekt open
    naar een pad, waar mijn rode schoenen, rozen,
    onafwendbaar de doornen en een knikkerkuil,
    want altijd wel gravend als bloedend kind.

    Spoorloos nu in de bast de ruwe runen taal,
    ook de boosheid daar ketsend neergegooid
    tot leeg mijn hand. Dromerig opgeraapt klaarde het
    glas weer vertes met hemels vol plannen.

    Het went, is slechts een plek van herkennen
    toen jij wegging. Over verwonde grond en boom,
    het vergoelijkend groen, rustig sussend
    als toen tussen rode druppels, de bloemen.

  • 4
    7207

    TEGENLICHT

    1e ronde
    Deze opname was van ons samen
    eens, maar ik ben er niet, raak je niet
    meer, ontheemd sta ik in winterland,
    tast houvast in sneeuw, met sporen
    nog, van jouw schoen misschien, of
    van grijpgrage golfjes over het strand
    bij ons huis toen daar nog licht brandde.
    Verblind nader ik niet en jij herkent me
    niet, uitgeknipt als ik ben, weet ik dat
    het verlangde ergens is waar ik niet bij kan.
    Liefste, pak mijn hand en laat papier
    ons woord houden, als je me trekt
    naar je licht en wij vervloeien in elkaar.
  • 5
    7204

    VOORUIT

    1e ronde
    Verleden, schrijf ik, achterwaarts,
    niets dan oud gevoel herkauw ik
    in dit hoofd en houw zo een beeld
    dat dient gekliefd, geschaafd.

    Maar zie, door mijn heden fietst
    een kleine jongen, misschien drie.
    Verbeten baant hij naar iets nieuws,
    zijn weg naar onbekende dagen.

    Hij moet. Het waarom om vooruit
    te gaan, herinnert hij zich niet,
    zijn doel, van nature ongedurig,
    ligt in zijn hoofdje opgeslagen.
  • 6
    2324

    VUUR

    1e ronde

    Waar ik je zoek tussen de dingen,
    vader, vind ik je graag bij de haard,
    waarin je roerde, gruis sloeg tot as
    om te vertrappen op ons winters pad.

    Je scheidde het goede, het vatte vlam,
    rosse warmte hing om jou, verhit
    of je weer stronk en snoeihout kliefde,
    even gebukt en afgewend.

    In noeste ernst van de dagen
    hield jij zo het seizoen in handen,
    waarin alles groeide. Ook

    na jouw verscheiden, je opging,
    verspreidde op de wind, blaas je nog
    telkens gloed in mijn herinnering.