(En God zei: Er zij contact...)
En er was contact! Wel pas
de achtste dag. Niemand die er aan
gedacht had. Maar het kwam
en het was vol en rond
als wijn uit het Zuiden kan zijn
(denk aan Italië, het liefst aan Sicilië, aan Nero d’Avola).
In dat gloeiende landschap van hoop en verlangen
verrees het uit de steenwoestijn. Ik weet zeker
dat het precies zo is gegaan. Onder de regen van zon,
drie oogwenken van de Sahara vandaan, in zijn blootje:
contact! Uit het niets geschapen en dan weer terug
naar God weet waar. Zo onwezenlijk
als de evenaar. Zo onbevattelijk
als de zonsverduistering.
Ik tilde je boven mijn schouders,
boven de trappen van je trots,
boven de irritante krantenkoppen,
boven de antennes van vroeger,
boven de koude schoorstenen,
boven de torens van je ambitie,
boven de eenzaamheid van de Alpen,
boven de zwevende tv-satellieten,
boven het bovennatuurlijke van de Melkweg,
en heb er een mooi gespierd lijf aan overgehouden !
Ze gaan huppelend
over je borst
en struikelend
over je tepels,
met de glijbaan
over je hals
naar je achterover gebogen hoofd,
niet weg te sturen,
die onmogelijke kussen
zitten nu al op je mond!
En hij die eens opgroeide reflecterend
tussen koeien, padden en stille schapen,
die mooi gespierde kikkers bewonderend
met zijn blik omvatte en hopeloos verliefd raakte
op het dierlijk vernuft uit die verlaten vlakte,
wist later nooit hoe hij moest opklimmen
tegen de golfbergen die zwemmende vrouwen
met hun visstaarten speels teweegbrachten.
Ik wil het niet weten en doe
of mijn neus bloedt
maar ook doodgezwegen, ligt mijn grens
nog steeds daar
precies op zijn plek. Overal zwerft
kapot speelgoed,
vlak voor ik failliet ga waag ik nog
een laatste wisseltruc:
alleen de bode weet donders goed dat
het proces straks begint.
Geen strandtent heeft nog een patat met.
Wel een tongneus of een visvleugel.
De roze jurk van de vrouw in de deuropening,
doet dienst als het centrale punt van ons netvlies.
Hoog in de hemel ’t gekrijs van de meeuwen.
Niet helemaal onopgemerkt.
Het wachten is op het volgende
meesterwerk van Edward Hopper.
Dat zullen haast wel museumplaatsen zijn
in mij die ik van tijd tot tijd bezoek,
mooie installaties, meesterwerken uit mijn
privécollectie: Vermeer’s melkmeiden stellen
niets voor vergeleken met mijn jongensachtige
Indiase liefdesaanwinst. Nee, geen globale veilingen
bij opbod, dat is belachelijk! De wereld is
op vakantie, kun je het niet met het blote oog zien? Of bliept
het soms te hard in je computeromgeving? Whatsapp laat zich
vandaag helaas niet downloaden, misschien ook morgen niet:
wist je dat ik hardop kan nadenken en nuchter vertellen over
oude herinneringen die in me tentoongesteld zijn,
zelfs nog wanneer ik in slaap val?
Vandaag geen strandweer strandkleren strandstoel.
Wel blootsvoets. De zee spoelt rond mijn verlaten schoenen,
wil ze wegdragen. Telkens opnieuw krijgen mijn broekspijpen
een wasbeurt tot aan mijn knieën.
De Noordzee maakt braaf overuren en produceert grijs
blauw groen zwart. Grijsblauw blauwgroen zwartgrijs
blauwblauw. Halverwege breekt hij furieus
alles weer af.
Gelatine aanblik van een aangespoelde kwalreus!
Voetafdrukken van een vogel aaneengeregen tot
een kronkelend antiek schrift. Straks machinaal
gladgestreken door zeewater.
Ik proef het zoute bloed van de zee aan mijn lippen
wit-
trekken.
Wie zei ook dat het makkelijk zou zijn
met zulke mooie benen als die
van jou, van een brave fietser
op jeugdige spieren
verend
door mijn dromen heen het land in
van mijn trillende oogspieren
het land uit van jouw
kwijtgeraakte
geliefde?
Van streek door landgrenzen
koopt hij slaappillen
in de luxe winkel van het gastland.
De overtocht liet ook de vreugde
achter, maar er worden al snel
troostmeisjes geregeld
in het verschiet. Een rantsoen
verblijf, beloven ze
zachtjes. Je laten ombouwen
tot cijfer! De jaren
stapelen zich op als straatvuil
in arme sloppenwijken.
Hij wordt afgekeurd voor het leger
van workaholics. Op de stortplaats
van tijd leert hij moeizaam de stoere taal
van eenzaamheid om sneller te integreren.
geschakeerde vierpoter
passend uitgekozen
bij je zwart-witte zeil
zei een vriend en grinnikte
de selectieve talenknobbel in
haar poezenbrein reageerde feilloos:
ze gunde hem geen blik waardig
en ging door met het ontcijferen
van mijn lichaamstaal van
voor af aan als hiërogliefen
van springen, vallen en gaan
zonder haar genie
geen huppelen
meer op het zeil
Heb je krokussen in Kongo?
In de eerste lentezon steken we
onze straat over bij het plantsoen.
Het wemelt daar van lila krokussen
voorgezeten door rijtjes narcissen.
Verderop is de schooltuin waarin je
sinds kort werkt, maar ons gesprek is
nu gefocust op een bij uitstek
voorjaarsonderwerp: de krokussen
in Kongo. Duidelijk loopt je Nederlands
achter bij het uitdrukkingsvermogen van
je gezicht, dat onmiddellijk versombert
als je probeert uit te leggen hoe dat zit.
Waarom men in Kongo er niet aan denkt om
krokussen te planten, de jongeren geen vrolijke
plantsoenen laat inrichten maar liever een
donker plekje voor hen zoekt binnen de kerk.
Omwenteling
De oude sok koesterde
een grote liefde voor
zijn vele gaten maar
de losse draadjes
spanden samen tegen
het democratisch gekozen
kousbewind en zeker
van hun stuk, lieten ze
de anarchie zegevieren.