Het leven is vooral proberen.
Een blad dat van je hart valt;
een maan die met je meereist.
En toch.
We werpen onze ziel uit
naar het licht dat op ons balkon
in opstand komt.
Maar een boom telt nooit zijn bladeren.
Een zee geen golven noch de ankers.
Dilemma.
Dit hart zo zwaar, van alle lantaarns dat het draagt
oorspronkelijk geboren uit dunne laagjes suiker en zon;
voegen we schaduw toe aan de hoop.
En toch.
Ik geloof het gras dat verdort.
Ik geloof vooral de afstanden naar de maan.
Ik geloof juist dan het zingen van een moeder en haar pasgeboren kind.
Ik geloof hun sprong in een fontein.
Ik geloof de golven die hoger gaan.
Ik geloof de zwaluwen.