Biografie van Koos Schreurs

Mijn naam is Koos Schreurs, geboren in 1944. Ik heb gewerkt als planoloog en als informatie- en ICT-manager tot 2002. Toen ben ik voor het eerst sinds 1964 weer gedichten gaan schrijven.
2020
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    3958

    Autobiografie

    1e ronde
    hij woont in een lelijk huis
    in een kansloze buurt hij vertelt
    zonder ophouden verhalen
    die de mensen daar opbeuren

    die woorden zijn een sluier
    over zijn eigenlijke verhaal
    dat daar sluimert in de diepte 
    in de afgrond

    en dat hij nog niet kan delen
    met anderen ontwrichten
    zou het hen of irriteren of
    godbetert misschien vervelen

    dat verhaal moet hij echt
    eerst aan zichzelf verkopen
  • 2
    3880

    Comeback

    1e ronde
    de president is boos want
    de president is bang ze zeggen
    “verloren meneer" zeggen ze


    hij kent het cliché 
    zonder ’n ei te breken geen omelet
    maar hém
    zullen ze niet breken

    hij breekt liever zelf

    eieren krakend 
    tussen marmervloer en schoenzool
    wadend door slijm van struif
    glipt hij naar de uitgang
    het weerlicht van de feiten in

    (hij weet: realiteit is een foefje
    bijv. als je 
    de pandemie loochent
    goochel je de winst tevoorschijn ) 

    in ieder brekend ei
    gaat zijn verloren ziel tekeer
    zucht onder zijn zolen zijn hachje

    ieder gebroken ei zal hij wreken
    na het golfen na de processen
    wanneer hij terugkomt
  • 3
    3878

    Staat van Onderhoud

    1e ronde
    ’n ouwe auto ben ik
    ooit een glanzende bolide
    nu roestend op de oprit
    wegterend in weer en wind

    start niet meer
    banden zonder profiel
    veren die niet veren 
    alle pakkingen lekken

    slijtage waar je kijkt
    de stoelen breken je rug
    de ruiten mat van het vuil

    wat nog werkt
    zijn de claxon en het mistlicht achter
    zolang de accu het blijft doen
2018
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    1552

    De geheime Rijmen van Donald J. Trump (Nederlandstalige Versie)

    1e ronde

    Mijn droom: een stabiel genie te zijn. 
    Maar in mijn ruime schedel wonen
    uitsluitend woelige demonen, 

    dus altijd kermis in mijn brein. 

    Ze dwingen mij nerveus te hypen
    over nep-nieuws en 't slijkmoeras, 
    en met 'n schaapachtige grimas
    dames in hun kruis te grijpen. 

    Ik rust sufgerotzooid even uit 

    op bed, de vuist vol kippenkluif, 
    en belazer en passant de kluit.

    Ik kwetter als de morgen grauwt, 
    voor wie mij nog altijd vertrouwt
    luidkeels mijn ode aan de fraude.

    'Die Trump heeft ons moreel verkloot' 
    zal men zeker zeggen, na mijn dood;
    een schier blasfemische trap na
    van, hou me vast, de media.

    Ik dus, die nooit aan mijn ego denk,
    uw klote-minderheids-president,
    heb u van mijn fatsoen beroofd?
    Geen Trumpist die dat gelooft.

    Ik was 'n loser, 3x vet bankroet, 
    met een klassiek napoleoncomplex. 
    Nu ik president ben, is dat weg. 

    Ik dus, POTUS, Schots en Duits van bloed, 
    een blanke man, 100% straight. 
    That's all, folks. Please lik m'n reet.

  • 2
    780

    De Wereld

    1e ronde
    Zo'n vijfenzestig jaar geleden
    had ik in een lucifersdoosje
    een meikever,
    geplukt uit de beukenhaag.

    Verder
    op de vensterbank
    twee jampotten water
    één voor stekelbaarsjes
    één voor kikkervisjes.

    Met mijn pet op
    rubberen laarzen aan
    in korte broek
    zakmes op zak
    en een tamme kraai
    op de schouder
    was ik klaar

    voor de hele wereld,
    toen.
  • 3
    2103

    Men Ziet niet graag Titels die te lang zijn, of die zoveel Informatie Bevatten, dat Men het Gedicht niet meer hoeft te Lezen.

    1e ronde
    Maar wel veel aangrijpends op papier,
    woorden zinnen, ook digitaal
    even zo goed ex- als impliciet.

    Daaraan voldoet dit hier
    helemaal
    niet.
  • 4
    779

    Ontstemd (Algemene Beschouwingen 2018)

    1e ronde
    Ik volg dezer dagen de debatten
    op tv en wat ik 
    hoor, niet te vatten. 
    Tussen ditjes datjes en dutjes
    de ene na de andere politicus
    :

        Het kan niet zo zijn dat 
        onze glanzende beiaard
        vals galmt.
        Luister, 
        ons gelijk luidt luid duidelijk
        en in elke toonaard. 
        Want onze fractie
     
        is een carillon 

        uit koper en tin, 
        100% roestvrij brons.

        Helder gestemde vaten
        die persoonlijk
    en in harmonie
        24 uur per dag haarzuiver
     
        resonerend voor u beieren.


    Almaar herhaald, ik zweer het. 
    Maar die beierende biedermeiers 
    zouden toch moeten weten, dat
    de binnenvoering van hun hoofd
    eigenlijk is 
    een roestig torenklokje.
    Gebarsten, 
    de klepel steken
    gebleven in hun strot.


    Beter geen acht slaan 
    op hun geklep geratel en geknars.

    Let op die gietijzeren
    lichaamstaal.
  • 5
    1811

    Regenboog voor Kleurenblinden

    1e ronde
    In kleurenblinden zit verstopt 
    een foutje ergens in hun kop:
    hun beide ogen, één plus een, 
    zien weinig kleuren, bijna geen.

    Zij kijken treurig naar omhoog,
    naar de bogen van de regenboog.
    Weten zij niet van kleur en tint? 
    Ze weten minder dan 't kind

    dat regenbogen kleuren kan,
    en nadenkt over wat ze ziet. 
    Vol begrip smeedt zij een Plan! 

    Ze schildert elke boog met niets
    dan zwart. Dat is genoeg, want
    veel méér zien die kleurenblinden niet.
  • 6
    1146

    Samen met Narcissus bij de Vijver

    1e ronde

    niet aanraken, nee, non
    deju, dit is
    beeldschennis, ondraaglijk,
    weerzin wekkende rimpelingen ons
    gelaat en de heilige vijver ontwijd

    vandaar gezworven eeuwen 
    op de vlucht te voet en te paard,
    onze mail per bode en postkoets,
    verminkt ons beeld dan vergeten

    internet nu op de knieën dank
    ons teerbeminde ego, onze kop
    weer gaaf glanzend verschenen
    tussen gepolijste reclames 

    beschrijf ons niet o Ovidius
    in poëzie, ik val niet wéér 
    voor 
    vanaf de Olympus  
    weerlichtende metamorfoses

    nee, onder eigen regie in mijn
    luchtcocon, spinsel van digits
    verpop ik doodleuk & soeverein
    tot algoritme van mijn imago
     

    tot echte roodbloedmooie
    kunst bloemen in lege vaas
    als het ware
2017
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    639

    Liefde, nog even

    1e ronde
    Een beeld komt mij steeds weer
    voor de geest: 'n zekere dood

    en de liefde, grillig, twisten
    om wie baas is in mijn hoofd. 

    Strijd splijt: ik begeer

    alleen de liefde, 
    en wil die hele dood missen
    als kiespijn, dankjewel asjeblieft. 

    Toch kan ik onmogelijk vergeten
    wie mij straks op komt vreten. 

    Zul jij dan bij me zijn? Ik kus
    je vaarwel, stel je aan hem voor 
    en fluister zachtjes in z'n oor:
    “Haar laat je voorlopig met rust”.
2016
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    4026

    na- na- naïef natuurlijk

    1e ronde
    De big bang baarde muisstil tomeloos
    de tijd,  4 fundamentele krachten, de kosmos.
    Veel later de evolutie: gewetenloos en bont
    gewemel op planeet no. 3 van de zon. Nu

    eist één tweevoetige primatensoort
    arrogant voor 100% de erfenis op, jaagt
    die er zonder zorg doorheen; méér
    méér vlug vlug en fuck the have-nots.

    Zelfzucht met neveneffecten:
    de biotoop voor de eigen soort
    gaat grondig naar de kloten voor geld,
    god, genot (soms wél 10 minuten spijt).

    Intussen zit hier nonchalant in zijn prieel:
    een drinker die niet drinkt,
    een denker die niet denkt,
    een dichter die niet dicht,

    maar met getuite lippen
    tut tut tut luistert
    kijkt en proeft van de dag
    tussen het dagen en het duister

    en daarna slapen gaat, een slaper
    die omringd door gruwelijke beeldschermen
    niet slaapt, verlangt te dromen van iets kleins
    zonder nieuwswaarde bijv. van 'n oorlog

    die niet doorgaat, omdat de strijders het beu
    zijn en thuis gebleven zonder gedoe
    met hun buren in vrede leven,

    en dat dat ook echt gebeurt.
  • 2
    8235

    Social media

    1e ronde
    "Wat wordt de wereld toch klein"
    zei ik gisteren tegen een huismus.

    Die was daar niet blij mee,
    riep zijn vriendjes erbij,
    van het een kwam het ander,

    een kwetterende zwerm
    pikte me dood.

    Zij blij.
2015
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    759

    De Doolhof

    1e ronde

    In de avondzon staat mijn vader
    bij de hoge haag
    slank is hij en jong nog
    een danser.

    Ik roep hem bij zijn naam
    hij draait zich om
    ziet me secondenlang aan
    en glimlacht.

    Met de handen op de rug
    wandelt hij kalm bij me vandaan,
    zie hoe licht zijn tred is.

    Hij verdwijnt om de hoek, ik volg
    maar verlies hem in de dwaaltuin;
    ik heb hem nooit meer teruggevonden.

  • 2
    2804

    De Verlossers

    1e ronde

    Streef onthecht naar innerlijk evenwicht
    adviseren de oude wijsgeren
    en dat probeerde ik, maar holy shit! daar 

    heb je de redders van ziel en beurs,

    luidkeels heil en verdoemenis predikend

    vanuit hun gammele luchtkastelen, 

    bevolkt door zeloten; krek beren dansend

    op smeulende sintels voor de bereleider.

    Ze bijten me toe, denk eraan,
    je hoofd zit los op de romp, los,
    een tol spinnend op spiegelglas,

    wij hebben recht op dat hoofd, want
    wij houden vast aan de leer, spijkervast.
    Wij zijn onvermurwbare heilanden.

  • 3
    758

    Gebed

    1e ronde

    Lieve god van mijn vervlogen jeugd,
    help me, ik weet dat u niet bestaat
    maar ik ben één uwer schepsels
    zogenaamd en kan mezelf niet redden.

    Leer me passabel leven
    in constant drukkend zwarte uren,
    reik mij vanuit uw verzonnen hemel
    uw verleidershand, leid me naar het licht.

    Mochten na dit ootmoedige verzoek
    rust en vrede in me nederdalen
    dan zij uw naam geprezen en geloofd.

    En de vraag of waarlijk gij het waart, oh heer,
    die mij houvast en vertroosting bood,
    dat blijft gewoon de vraag.

  • 4
    760

    In de Gedichtenmakerij

    1e ronde

    Op mijn werkbank liggen woorden
    volkomen ongeschikt om er wat
    dan ook mee aan te vangen,
    ze zijn te lomp, het zijn er te veel.

    Met dit ongeregeld zootje
    bezing ik tussen hemel en hel
    nog geen vlo maatje olifant,
    zo hoekig zijn ze en zo dof.

    Passend maken: weggooien, of
    schaven, schuren, slijpen
    en tenslotte glanzend polijsten.

    Een gedicht hoeft immers niet méér te zijn
    dan een speldenknop waarin heel de wereld
    gloeit en haarscherp naar buiten schijnt.

  • 5
    761

    Klacht van de Eremiet

    1e ronde

    Leven is ingewikkelde eenvoud
    ik zou bijvoorbeeld graag
    weer jong zijn en katholiek,
    maar god ligt dwars.

    Wat ik overhoud, is weemoed
    en de woestijn en bij elk ochtendkrieken
    eenzaamheid die mijn legers van die dag
    al reddeloos verslagen heeft.

    Onder een kameelharen
    mantel die wappert in de zon
    op de stoffige vlakte

    waar de verlatenheid suist
    en het schraal is, ritselt
    het zand langs mijn lijf.

  • 6
    828

    Natuurlijk

    1e ronde

    Natuurlijk, over 1 tot 4 miljard jaren
    is het leven op aarde uitgestorven
    en blijkt alles en iedereen
    vergeefs te zijn geweest,

    maar voorlopig
    is er Pip, 1 jaar oud
    die naar me kijkt met blauwe ogen
    en het beste humeur dat god

    als hij zou bestaan
    kan verzinnen;
    een lentemorgen
    om diep te inhaleren.

    Ik ben
    betoverd.

  • 7
    1907

    Op de Vlucht in Nederland

    1e ronde

    Vluchteling, strooien mens in lichterlaaie
    zwervend lopen lopen lopen door Europa
    op zoek naar verdoving wat kalme
    veiligheid en lucht om te ademen.

    Maar gedurig dreigen sintels weer
    op te flakkeren aangejaagd
    door het geblaas van die blaasbalg
    voor bange boze brave burgers.

    En ikzelf, waar waarheen
    kan ik ontsnappen aan die windbuil
    deze valse trekharmonica

    die zijn zieke scheten de ruimte geeft,
    ze stinken, ik ruik ze, ze zijn giftig
    het hele land is ervan vergeven.

2014
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    4268

    69

    1e ronde

    Men wordt oud,
    men huist in een slijtend lijf,
    moet leidingen repareren,
    het hang- en sluitwerk kiert,

    men heeft lekkende kranen,
    een lekkend geheugen,
    vervallende wanden,
    men tuurt door beslagen ramen,

    men leest boeken,
    men maakt poëzie
    en lijdt daaronder

    maar kan niet zonder
    schrijven, bovendien:
    men moet nog veelbelovend worden.

  • 2
    4269

    Dagelijkse Beslommeringen

    1e ronde

    Gepieker vlak voor het slapen gaan
    bij het tanden poetsen over wel en wee,
    in de regel over mijn gebrek aan empathie.
    Maar nu

    daalt een spinnetje vanaf 't plafond
    aan zijn zelf gesponnen draadje neer.
    Als het ter hoogte van mijn rechteroog
    (op ±10cm afstand) gekomen is,

    heb ik de vage indruk dat het even
    talmt
    vóór het zijn weg vervolgt
    omlaag naar een plekje
    waar zo'n spinnetje voor mij veilig is.

    Lichtelijk onthutst
    wens ik 't beestje 'goede jacht'
    en poets monter verder.

  • 3
    4270

    De Dichter en de Dood

    1e ronde

    Met zijn eigen dood heeft de dichter
    zolang hij schrijft, niks te maken.

    Waaraan
    denkt hij de godganse dag dan wél?

    Als hij zijn ei maar kwijt kan
    maakt dat geen reet uit.

    Lukt 't niet met dat dichten
    dan stroomt zijn hart over van weemoed
    en kan hij net zo goed dood zijn.

    Dus schrijft de dichter
    op weg naar onsterfelijkheid
    wanhopig voort, eindeloos.

  • 4
    4271

    Een Kleindochter

    1e ronde

                                                           voor Puck

    Na negen lichaamswarme maanden
    in 't water kwam Puck, fonkelnieuw,
    aangespoeld zwevend in een wiegje
    van zeeglas, verpakt in veren en dons.

    Zo zag ik eens haar moeder in de lente
    arriveren, toen ze me in één beweging
    binnenstebuiten keerde en nu weer;
    het moet diep in haar natuur zitten.

    Elfen en engelen worden zo geboren:
    de gevouwen vleugels verscholen op hun rug
    tot ze klapwiekend wegvliegen naar de verre zon.

    "I go, I go; look how I go,
    swifter than arrow from the Tartar's bow",
    maar please lieve Puck blijf voorlopig bij ons.

    _____________
    Citaat: Puck in Midsummer Night's Dream

  • 5
    4275

    Liefdesverklaring

    Top 1000

    Dit is exact de plek waar je geen
    olifant in de kamer tegen wilt komen
    in precies
    het huis waar gieren
    boven het zolderraam
    daarop wachten.

    Kom binnen, kom bij me,
    doe alsof je thuis bent.
    Let niet op de rommel, alle ongedierte
    is muizenis in mijn (of jouw?) hoofd,
    het doet geen kwaad,
    want kent het verschil
    met goed doen niet. Wijzelf
    hebben geen kwaad in de zin, toch?

    Kom dichterbij, omhels me,
    mocht één van ons een boa constrictor
    zijn - of misschien wel allebei -
    dan wringt er iets.

    Laten we het uitproberen
    liefste
    en als we het overleven
    vertrekken we onmiddellijk samen

    naar
    het verste einde
    van de meest eindeloze rivier.

  • 6
    4272

    Niet lang maar vol

    1e ronde

    Geboorte – leven – dood,
    aan – bliep – uit.

    Wacht even,
    zo meteen lopen we bedrukt de deur uit,
    mompelend dat we balen van ons leven
    alleen maar omdat het in een flits
    lijkt voorbij te gaan,

    terwijl jij mijn troost bent,
    onmeetbaar in tijd en ruimte
    en de kans,
    dat mijn bestaan jou troost,

    tranen in mijn ogen brengt.

    Zo wil ik in de liefde wonen:
    een vogelembryo
    vol onbenul in zijn eindeloze ei.

  • 7
    4273

    Si en H2O

    1e ronde

    Ziezo, hopeloos vastgelopen,
    het hoofd geconstipeerd

    een uurglas vol gemalen zand
    en hoe ik het ook schud en keer
    geen korrel roert zich, geen grein,
    de kiem in de kiem gesmoord

    terwijl deze krabbelaar eigenlijk
    wil schrijven van meanderend geluk
    en verdriet, golvende woordenvloed,
    helder stromend zuiver water (dorst–

    lessend, blust wat brandt, koelt de hitte)
    waarin vissen met hun tierelantijnen,
    hun tinten en hun blingbling krioelen,

    elkaar opvreten om in leven te blijven
    immer waakzaam in het water
    tot ze allemaal
    hun glimmende loodje leggen.

  • 8
    4274

    Studie van een Leeuw

    1e ronde

    Middag, de schaduwen schaars,
    ligt die leeuw daar onverschillig
    lamlendig, gemelijk ontwaakt –
    om te worden getekend

    voor als er een exempel
    bij de hand moet zijn;
    van Rijn heeft geen ander
    medium, geen camera.

    De leeuw intussen ligt daar
    vals zijn opties te bestuderen:
    zal hij die snoeshaan opvreten

    of niet? Hij ziet ervan af, het is te
    warm, wij weten: daardoor werden hij
    en Rembrandt wereldberoemd.

  • 9
    4276

    Vragen aan Vader

    1e ronde

    Wat moet ik doen, vader, als het toeslaat
    midden in de nacht of in de glanzende morgen
    wanneer de vogels schitterend klinken schetterend
    schateren in de tuin en hoog daarboven?

    Hoe mij vreemde zielen van het lijf gehouden,
    – die van Magere Hein en Pierlala en horlepiep –
    eisen zij mijn skelet op voor hun danse macabre
    die middeleeuws langs alle straten toetert?

    Hos jij mee in die polonaise van deur tot deur,
    bel jij persoonlijk plompverloren bij me aan?

    Zullen wij dan onhandig net als vroeger
    ongemakkelijk elkaars intimiteit ontzien?

    Maar alle gekheid op een stokje, vader:
    Heb je het een beetje naar je zin daar?

  • 10
    4277

    Waarschijnlijk Maria Vermeer

    1e ronde

    Een vader kijkt naar zijn dochter
    die hij een blauwe tulband opgezet heeft
    met daaraan een gele doek;
    onder haar hoofd het witte kraagje

    vlak daarboven hangend aan haar oor
    een rond kleinood, misschien een parel,
    dat linksboven het vensterlicht
    rechtsonder het kraagje weerkaatst.

    Iedereen ziet zijn bezorgdheid
    voor haar die hij met vaderhand
    geschilderd heeft: in haar ogen glanst

    de grilligheid van haar 17e eeuwse
    leven, haar – met Gods grimmige hulp –
    bedeesde fragiele fiducie in haar lot.

2013
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    1013

    1923 Foto in Sepia

    1e ronde

    Kijk: een grijsaard met baard
    vervoert schilderijen in de regen
    per kruiwagen over een kwartrond bruggetje:
    Monet in zijn tuin, was bijna blind door staar,

    liet zijn linkerlens op zijn drie-en-tachtigste
    verwijderen, nu klemt dat oog als monocle
    een juweliersloep; hij ziet niet scherper,
    maar blauw helderder dan ooit, en ultraviolet.

    Hij schildert water, zijn eigen watertuin
    waarin de grote waterlelies drijven.

    Wie zou niet graag een bad nemen
    in die vijver, zwevend tussen de lelies en

    gorgelend en kwakend met de kikkers
    misschien per ongeluk geschilderd worden?

  • 2
    1019

    De Wonderen in de Wereld

    1e ronde

    Lang geleden een dromend kind
    met teder vuurwerk in het hoofd
    en kleine wonderen om mee te spelen.

    Tegenwoordig hoopt hij per dag
    sterker vrezend voor zijn lot
    op een waar mirakel.

    Wanneer hij straks voorgoed
    de weg dreigt kwijt te raken
    zou er iemand moeten komen

    die hem terugleidt
    weg van nacht en nevel
    naar muziek en poëzie,

    die schrijdend over 't lentegras
    betovert wie haar en wat zij ziet
    en die niemand anders is dan

    zij – van het leven en de troost
    en van het gewisse einde mettertijd
    onder een flonkerende sterrenhemel –

  • 3
    1014

    Een Lezer van Papier

    1e ronde

    De relmuizen van de media mijdend
           vreemd genoeg
           een andere naam
           voor zevenslapers
    die bij nacht en ontij
    hun heisa
    aan de man brengen,

    zit in zijn leren crapaud
    onder een schemerlamp de boekenlezer,
    nieuwe poëzie tot zich nemend
    en dode dichters uit het halfduister
    van de plank.

    In de mallemolen van ijdel misbaar
    hopend niet gek te worden
    maar kalm te blijven,
    leest hij in precaire vrede

    zo'n prachtbundel vol genot en pijn,
    de bladwijzer gekocht in Dove Cottage,
    waar ooit
    William Wordsworth woonde.

  • 4
    1322

    Een uiterst Eenvoudig Brein

    1e ronde

    Een uiterst simpel brein
    niet veel méér eigenlijk
    dan een heldere glazen bol
    met een lampje erin;
    al zijn herinneringen
    voor iedereen zichtbaar,
    gedachten, sentimenten, instincten.

    Telkens als hij er mee schudt
    gaat het sneeuwen en dwarrelen.

    Weer tot rust gekomen
    heeft ieder stofje
    een ander plekje gevonden
    de samenhang der dingen
    is vernieuwd.


    In die holle stuiter

    moet alles
    opnieuw in kaart gebracht,
    hij noemt het poëzie.

    Buiten, wandelend in de zon,
    stelt hij zich voor
    dat een vallende dakpan
    zijn brein breekt
    en dat de inhoud verwaait
    in de wind.

    Dat omstanders gretig
    grabbelen en grijpen.

    Dat sommigen
    een fragment te pakken krijgen
    het aandachtig bekijken,
    ontroerd raken,
    het in hun zak steken

    voor thuis,
    voor later.

  • 5
    4952

    Evolutie

    1e ronde

    Een oppervlakkig dier
    drijvend in de diepe
    rivieren van zijn angst
    vond ten einde raad god uit.

    In den beginne was god een grote
    gonzende bromtol in de zon,
    strooide wielende kleuren in de rondte,
    liet zwevend over de wateren
    heilige schijn snorren in de wind.

    Het bange wezen daarbeneden
    is hem net zo lang blijven muteren
    tot hij op hem lijkt
    en vals op het lot rijmt.

  • 6
    1015

    Fact Finding

    1e ronde

    Verbeelding en de feiten matchen zelden,
    wie zich met zijn zelfbeeld vergelijkt
    beseft dat schoonheid
    onverbiddelijk lelijkheid oproept,
    zoals ijdelheid gêne.

    Neem nou die eekhoorn daar;
    rent langs de bovenrand van de schutting,
    zijn ranke lijf afgetekend
    tegen de strakblauwe winterhemel,
    aaibaarheidsfactor hoog, gebit vlijmscherp,.

    Amper bewust van zichzelf
    en niet al te slim
    houdt hij evengoed de schijn op
    van nooit verslappende vlijt en bedrevenheid.

    In werkelijkheid is hij glad vergeten
    waar hij die verdomde noten heeft verstopt,
    toch niet boven op deze
    kutschutting?

  • 7
    1323

    Geneeskunst

    Top 1000

    Hij neemt 's morgens zijn medicijnen in
    en wacht

         – hagedis, in de ochtendzon
         doodstil, z'n ruggengraat
         S-vormig, iriserend glinsterend,
         poten gespreid op het gladde snijvlak
         van een omgezaagde boom,
         haarscherp, waakzaam
         en kwetsbaar tot hij warm is –

    wacht op het gevoel in z'n lijf,
    waarmee de dag begint, senang liefst
    als een boek dat de ziel omhelst

    “Ulysses”

  • 8
    1017

    Ikaros, een Kwajongensstreek

    Top 1000

    Z'n schedel een door de zon verzengde
    zeppelin – de wind fluit door het karkas –
    valt hij in zee, waar Bruegel zijn been nog net
    kon schilderen; kalm draait de aarde door.

    Hij tolt dóór het licht omlaag, onderweg krijsen
    meeuwen gedachten in zijn hoofd – vallend
    naar het donkere water gelooft hij oprecht
    de hele wereld in staat van extase te zien.

    En de vader, een stipje tegen het zwerk
    rondcirkelend, zwevend op thermiek,
    ziet ontzet wat er gebeurt – nooit

    waren vader en kind zo diep gescheiden:
    de vader hoog in de lucht met zinkend hart,
    zijn kind – gek van de adrenaline, verdrinkend.


  • 9
    1018

    Trompe-l'Oreille

    1e ronde

    Als ik een gedicht onder de maat vind,
    verkreukel ik het papier
    waarop het geschreven is,
    of ik scheur het kapot,
    werp het zuchtend in de prullenmand.

    Een doodenkele keer vis het er weer uit
    strijk het glad of plak het aan elkaar,
    letters en woorden worden weer leesbaar;
    jammer, het gedicht knapt daar nooit van op.

    Deze tekst hier overkwam dat:
    verscheurd, in de prullenmand gegooid,
    weer opgedoken,
    aan mekaar geplakt met Scotch Tape.

    Het klinkt als wat u nu leest,
    maar vergis u niet: alleen
    het exemplaar met plakband is echt.

  • 10
    1016

    Wandeling met de Groep

    1e ronde

    Het hoofd suist de wandelaars
    van het denken en vragen,
    van het vergeten.

    Van het beseffen,
    dat een grote transparante pauwoog
    op een sokkel kunst is, zeker

    als die na het fladderen uitrust
    balancerend boven op een hoge
    fiberglazen grasspriet.

    Van het vragen hoe bijen
    de wonderbaarlijke verdwijning
    van honing uit hun korven gedenken.

    Van het vergeten
    en zich dat nooit meer herinneren.

2012
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    1263

    DE KRACHT VAN HET WOORD

    1e ronde
    'n Doodenkele keer is het eerste woord zo
    krachtig, dat het schrijven meteen kan beginnen
    met het tweede, moeiteloos door het eerste
    verwekt en dan het derde, en zo verder.

    Maar meestal lukt het die rukkers niet
    en is het impotent zwoegen geblazen
    als een muildier op vergeefse teksten;
    weer een illusie armer (of rijker).

    Soms, heel soms dan fokken ze
    als de konijnen en huppelen de regels
    vol aandoenlijk dartelend jong leven,

    elk woord in no time zelf capabel
    het goede werk dapper voort te zetten
    tot de laatste punt gezet is. . . . . Punt.
  • 2
    3021

    DERDE NATIONALE GEDICHTENWEDSTRIJD

    1e ronde
    Wij moeten schrijven zei de Dichter
    des Vaderlands tevens Voorzitter
    van de Jury desnoods tot bloedende
    vingers toe, maar niet over onszelf
    en zeker niet over ons verleden.
    Hij had helemaal gelijk.

    Gelukkig zijn mij 5 jaren geleden de volgende regels ingevallen:

              Ik had een idee, dat ben ik kwijt.
              Hoe zou dit gedicht ook alweer beginnen?
              Mij schiet werkelijk niets te binnen.
              Ik schroef mijn pen dicht; da’s nu een feit.

    4 Regels, sinds lang vóór voorzitters
    wijze woorden onafgebroken malend
    als een mantra in mijn hoofd dagenlang,
    wanneer geen onderwerp van buiten
    mijzelf en mijn verleden zich aandiende.
    En oh ja, elke volgorde van die
    vier regels, is correct; probeer maar.

    Daarom, laten we ze herhalen, totdat ze
    in onze lege hersenpannen resoneren
    zoals eens het viertonig bronzen
    klokkenspel in de kerktoren galmde,
    dat ons kwartieren lang at random
    bim-bom-bam-beierend over zonovergoten
    katholieke velden op hoogtijdagen
    naar de plechtige mis lokte, in onze jeugd.
  • 3
    1264

    EEN HOED

    1e ronde
    Niet alleen als hoofdbeschutting, maar ook
    om dit gedicht aan zijn laatste woord
    te helpen kocht ik een nieuwe hoed.

    De hoed op het hoofd waarin de namen
    van doden  zwak flakkerend oplichten
    en uitdoven, sporen van herinnering.

    Weemoed glijdt geluidloos voort,  eenzame
    blauwe vinvis, ijle schim zwevend
    door de barre, eerbied en ontzag wekkende

    mateloosheid de diepzwarte oceaan,
    het koude water. Water waarin alles
    is ontstaan, visjes die wij waren in de baarmoeder.

    Oh, mijn dode vader en moeder, gedenk mij,
    kom, troost mij alsnog met onthouden tederheid,
    zie hoe droefenis en vergetelheid me bestoken,

    ondanks de bescherming van deze nieuwe hoed.
  • 4
    1907

    EENDJES

    1e ronde
    Vanmorgen werd ik keurig netjes wakker,
    keek meteen helder uit de ogen,
    ordende m'n gedachten in een rij
    als eendekuikens achter hun moeder.

    De laatste de kleinste de meest schattige
    bevatte de hoop, dat voor het eerst
    sinds decennia de dag pijnloos
    zou kunnen beginnen en eindigen.

    Maar bij het oversteken van de weg
    werd dit weerloos eendejong verpletterd
    onder de wielen van een vrachtwagen
    met aanhanger, zwaar beladen

    met herinneringen, ervaringen,
    ouderdomskwalen en vermoeidheid.
    De rest trippelde onbekommerd
    de weg over, achter hun moeder aan

    die al even onbekommerd voortschreed.
    In het rijtje achter haar op korte pootjes
    ook het plan dit alles nauwkeurig precies
    op te schrijven, ongeveer zoals het hier staat.
  • 5
    1908

    LA CONDITION HUMAINE

    1e ronde
              Dit gedicht beschrijft een groot belang:
              het treurige lot van het mensdom.

    Vanmorgen bij het ontwaken kon
    ik 't geluk niet op, het was mij 's nachts
    in m'n slaap ten deel gevallen,
    maar evenmin als ik een met helium
    gevulde kermisballon op handen dragen
    kan, wist ik deze gelukzalige staat
    vast te houden; die kneep er tussenuit.

    Schoot dwars door een vlucht ganzen
    en verdween achter het wolkendek,
    regelrecht de hemel in. Daar hokt hij,
    naar ik hoor, samen met de ontsnapte
    geluksmomenten van ieder ander.
    Ze roddelen, giechelen en gniffelen. Zo
    wordt onze serieuze euforie bespot.

    Ons rest slechts berusting, en zuchten.
    Vandaag wil ik dit niet nog eens meemaken.
  • 6
    1909

    LEEG HOOFD IN DE ZOMER

    1e ronde
    Ik zie vanuit mijn hoge venster
    een grote parasol zonlicht weerkaatsen.
    In de schaduw spelen twee witblonde
    kleine meisjes, mij bereikt geen geluid.

    Hun serieuze spel hult de tuin in ernst
    en lome zomer. Ginds in de verte maait
    'n grasmaaier al urenlang geruisloos
    een veld, de vogels rusten en zwijgen.

    Niet één actuele gedachte meldt zich
    en ik kan nog niet weten, wat ik zo meteen
    ga denken. De hersenpan is proper

    en ruim als een glanzende lentekoele
    koepel, vloer van spiegelend marmer,
    waarop ik jouw hakken tikken hoor.
  • 7
    1265

    LUISTEREND NAAR CANTO OSTINATO

    1e ronde
    4 vrouwen, vleugels in een rij geschaard
    spelen Canto Ostinato en keuvelen
    met elkaar in korte zinnetjes 
    als pelden ze garnalen, gezellig,

    of klosten ze kant. Deze muziek: de zetels
    waarop we zitten de kamer het bed, liefste,
    waarin wij slapen de lucht die wij ademen
    onze klakkeloze hartslag. Dit zijn de klanken
    die ons goed houden en naar de rand voeren,
    een klassieke toverreis; de muziek een trein.

    Een vroege zomeravond al in mei,
    de trein een lang lint licht door schemerland
    vervoert o.a. de benauwdheid
    van reizigers die doodgaan (als zij hun
    adem langer inhouden dan ze leven),
    en 'n wanhopige zelfmoordenaar
    zit in precies de trein waar hij zich vóór
    had willen werpen; 't is om te huilen.

    Klammheimlich verricht het avondlicht
    een wonder, discreet dringt magie
    binnen en lucht van de fijnste herkomst
    vult de wagons voor teugen eindeloos
    herhaalde laatste adem, deze avond.

    De zelfmoordenaar glijdt weg
    in een verkwikkende slaap, droomt
              scherp en overtuigend als mimicry
              op  de vleugels van een vlinder
    dat hij ontwaakt op het eindpunt,
    uitstapt, voor de stilstaande trein gaat staan,
    deze aandachtig bekijkt, kalmpjes wegkuiert,
    't eerste boemeltje naar huis neemt.
  • 8
    3022

    NACHT

    1e ronde
    Wanneer vroeger is vergeten, meisje,
    ons geheugen niet meer geweten,
    is herinneren dan het aanhoren
    van stilte, kijken in het donker?

    Deze nacht doven overal de lichten,
    ogen dicht, oren en brein gespitst
    op het ruisen van sterren uit een ver
    verleden, alsof we het ritselen
    van muizen achter een plint duiden;
    of we gaan liggen met de ogen open,
    de handen achter het hoofd gevouwen
    op onze rug in het gras onder een heldere
    hemel, onbewolkt en aardedonker, zwart
    (vuurvliegjes en de melkweg daargelaten).

    Evenveel snappend als vissen op het land
    kijken wij het firmament in, miljoenen
    jaren terug aanschouwend, onzichtbaar
    blijft wat nadert en ons kan verwoesten.
  • 9
    3023

    OF GOD ECHT BESTAAT

    1e ronde
    Of god echt bestaat weet ik natuurlijk
    niet;      zo ja, dan verdient hij terstond
    een ernstig onderhoud, zeg maar
    van bezorgde vader tot puberende zoon:

    "Hoe haal je het in je hoofd, al deze
    ellende op de wereld; ik hoef het niet
    voor je uit te spellen, toch? Gewoon
    iedereen gelukkig, dat kan toch ook?

    Je hebt een punt, als je toevallig niet bestaat
    dan zijn we het domweg allemaal zelf schuld.
    Trek het je niet aan, maar eigenlijk

    geloof ik, dat wijzelf jou verzonnen
    hebben, gewoon als doorzichtig
    beetje sneu excuus voor ons falen".
  • 10
    1280

    OP HET KERKHOF

    1e ronde
    Ik kom graag op het kerkhof
    waar mijn ouders liggen. Hoge
    bomen ruisen, de paden zijn er ruim,
    het personeel deskundig en beleefd.

    Zij liggen samen boven aan 'n helling,
    hij al 35 jaar langer dan zij.
    Wie hen gekend heeft kan zich een beeld
    vormen van hun begroeting na al die tijd.

    Zij zal hem verwijten, dat hij haar zo vroeg
    in de steek heeft gelaten, zij hem zo lang
    gemist heeft, vele eenzame uren.

    Hij zal zuchtend, maar graag, wat meer
    ruimte voor haar gemaakt hebben, denkend
    aan al die uren die nu komen gaan.
  • 11
    1281

    REFLECTERENDE KLEUTER

    Top 1000
    Gefascineerd kijkt hij tv, het scherm
    weerkaatst in zijn donkere
    wijdopen ogen; z'n ogen
    een scherm voor wat hij ervan denkt
  • 12
    1282

    STRENGE WINTER

    Top 100
    Hij zit achter isolerend glas en roert
    in gedachten meedrijvend met de trage
    draaikolk -zo nadert ouderdom- melk rond
    in zijn thee, die ondoorzichtig wordt.

    Tegenover hem zoekt zij in de gids
    de soortnamen van vogels die in de tuin
    in vetbollen pikken en luid kwetterend
    vrolijk (lijkt het) vechten voor hun leven.
2011
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    4767

    BOODSCHAP

    1e ronde
    Roderick, rode kater, laat me verzinken
    in je grote ronde ogen en luister
    luister goed. Wij zijn familie, allebei
    rechtstreeks afstammend van het allereerste

    allerprimitiefste leven en wat daaraan vooraf-
    ging. We zijn geboren in het schuim van de zee
    en zijn gemaakt van sterrenstof. Door een lange
    mutatieketen zitten we hier nu samen in de tuin.

    Onweerlegbaar bewijs hiervan is niet geleverd.
    Niettemin, draag de boodschap uit op je tochten
    door struiken, klimmend in bomen, op glinsterende
    vissen loerend aan de rand van buurmans vijver.

    Een kater zoals jij, stijlvol en magisch
    die moeten ze wel geloven.
  • 2
    4771

    DAT IS DUIDELIJK

    1e ronde
    Het begint zonder benul . . .

    met de flits van de geboorte waarna
    het tot de dood leven heet, weerlicht
    en snakken, de eerste adem, lucht;
    het lege hulsje dat wurmt en zoekt en eist
    brult uit de strot, de taal het hele lijfje.

    Nee, dan . . .

    Michelangelo die zijn gedroomde idee visualiseert
    in het rotsblok, alleen het overschot wegkapt
    achteloos versmade beelden laat verpulveren
    in het marmergruis op de vloer van zijn atelier.
    Zet zijn zwijgende idee-fixe op een sokkel.

    En, superieur . . .

    Roderick de rode kater zwijgt natuurlijk
              (Wovon man nicht sprechen kann, darüber
              muss man schweigen, zei Ludwig Wittgenstein)
    toont in elke beweging automatisch het onzegbare.
  • 3
    4773

    EEN VERKWIKKENDE WANDELING

    1e ronde
    Vaak
    zijn lichte muizenissen schuldig
    aan het dichten van het hoofd; schud het op
    maak een wandeling, van hier naar hier
    weer terug natuurlijk, blaas die webben weg.

    Onderweg verander je niet veel meer
    dan de planten langs de weg
    loop je kalmpjes in dat hoofd te malen.
    Je tolt ideetjes rond en werpt

    voor je eigen plezier, zoals iedereen, een balletje
    op, dat is het doel van de exercitie. Opvallend genoeg
    komt zo'n balletje nooit meer naar beneden.
    Het blijft daarboven met talloze vluchtige
    ideetjes van anderen rond-dwarrelen.

    We denken ons met z'n allen een sterrenhemel
    bij elkaar, al die kleurige gedachten.
    Van jou, van mij, van Shakespeare, van Gogh
    Billy Collins, Remco Campert, Churchill
    Hitler, Pol Pot, al die hersenspinsels
    de hele mensentragedie in zeepbellen.

    Van zoiets kom je opgefrist naar huis
    het hoofd op orde, de doden voor even
    weer begraven.
  • 4
    5135

    GEVAAR

    Top 1000
    Woorden met scherp potlood
    geschreven op wit papier
    uitgegumd en weggeblazen, een wolkje
    grijs gruis meegevoerd op de wind.

    Water stroomt waar het gaan kan.
    Potloodpoeder daalt neer op het water
    vloeit naar zee langs paden
    van glinster en murmelen.

    Vissen proeven van het water
    spugen fijne deeltjes stof weer uit
    die verder drijven met de stroom

    weldra zo verspreid niet
    meer te vinden. Hachelijk:
    gedicht in het hoofd aanwezig!
  • 5
    4770

    GIEREN EN DRAAKJES

    1e ronde
    'n Woord als 'luchtbegrafenis' bekoort
    ook al vervliegt de eerste associatie.
    Mijn spontane beeld: plechtig ballet
    van uitvaartondernemers in het zwerk.

    De werkelijkheid: het teruggeven
    van de doden aan de natuur niet
    door ze te laten vergaan in de grond
    maar door ze hoog in de bergen te brengen.
    Daar blijven ze achter als voedsel
    meestal voor gieren, zoals sneeuwgieren
    in Tibet (Gyps Himalayensis).

    Soms is 'n frappante benaming
    genoeg voor pure mazzel.
    Laatst verleidde 'wierzeedraakje'
    mij tot Wikipedia en googelen.

    En, oh vreugde, het wierzeedraakje
    is een zich schuilhoudend zeepaardjesachtig
    beestje, dat leeft voor de kust van Zuid-Australië
    doet denken aan klein werk van Dale Chihuly.
    Een broze glascompositie, polychroom
    grillig van vorm, zwevend door water
    en wier (Phyllopteryx Taeniolatus).
  • 6
    4765

    MAN IN DE STRAAT

    Top 100
    Dat de dood geen sociaal leven heeft
    is een fabeltje, een unfaire pers.
    Natuurlijk, soms ontsteekt hij 't vuurwerk
    van oorlog, pandemie en catastrofe.

    Maar hij zorgt bij elke maaltijd voor gedood
    leven in de vorm van drank en voedsel.
    Hij, van zaad tot zerk onwankelbaar
    gehecht aan elk wezen, hoort erbij.

    Een keer, in 't kader van een hartinfarct
    heeft hij mij uit de verte schuw gegroet
    'n keurige, timide man met aktetas.

    Wie weet wilde hij jou 'n keer ontmoeten
    maar drentelde hij aarzelend en te
    verlegen keer op keer jouw deur voorbij.
  • 7
    4772

    REVE, TURNER EN CONSTABLE

    1e ronde
    Het magnifieke weidse panorama
    van Wolfs Crags, High Brow en Clough Head
    ligt te blinken in de avondzon, maar zeurend
    in mijn hoofd bakkeleien om de aandacht:

    God, De Liefde en De Dood.
    Dat mogen onderwerpen zijn OK
    voor mensen zoals Reve, bij dit uitzicht
    zijn ze veel te rijk en zwaarmoedig.

    Hier, waar Turner en Constable boven
    de heuvels van 't Lake District aan een stuk door
    licht en lucht en wolken schilderen

    verwacht men elk moment het opkomen van
    een groot gezicht, kakelbont, breed glim-
    lachend, wiebelend aan een heel dun draadje.
  • 8
    4776

    SCHOOL

    1e ronde
    Vissen leren niet veel in een school:
    op de dichtstbijzijnde buren letten voor
    en opzij, en exact nadoen wat zij doen
    dat is zo ongeveer alles, genoeg

    om de school in stand te houden.
    Een uitgebalanceerd leven zonder
    verspilling van energie, niet teveel
    richting en doel, in trance, in the zone.

    Dan, ineens, worden je buren op-
    gevreten, als je zelf al niet de klos bent.
    Ook predatoren vinden zo'n school

    cool en precies wat ze nodig hebben.
    De dood verstoort de school niet blijvend
    maar is altijd 'n moment verwarrend.
  • 9
    4763

    THE EYE OF THE BEHOLDER

    Top 100
    Kijk die grote kraai kijkt deze kant op.
    Met welk doel, wat denkt zo'n vogel?
    Naar wat precies kijkt hij? Wie weet

    naar het rustig glijden van de penpunt
    over het papier, wellicht naar de hand
    die de pen vasthoudt of naar die andere
    die halfbewuste bewegingen maakt:
    door het haar woelen, de neus beroeren
    oor krabben, kin ondersteunen. In de hoek
    die het linkerbeen maakt door de linker-
    enkel te laten rusten op het rechter
    bovenbeen ligt dit notitieschrift.

    Dat kan die toeschouwer allemaal zien
    maar de vraag is: waar let hij op?

    Opeens zie ik het langwerpige harde einde
    van mijn schoenveter voor het dekschild
    van een kever aan. Ik kijk op. Met flinke
    vleugelslag vliegt de zwarte vogel weg.
  • 10
    4774

    VOOR HET ONTBIJT

    1e ronde
    Diep in slaap zinkt hij onweerstaanbaar langzaam
    in de grond, totdat hij in een mensvormige mal ligt
    zeker een meter diep, met steile wanden.
    Hij ontwaakt en staart het duistere verleden in.

    Hij wacht. Het zonlicht van de dageraad
    kruipt schuin over de rand van zijn kuil.
    De lucht kleurt blauw, hoog trekken wolken over
    vogels markeren luidkeels hun territorium

    Nu kan voor hem de dag beginnen.
    Hij klimt uit zijn groeve, zuigt de longen
    vol ochtendlucht en loop op blote voeten

    nat van het bedauwde gras, in zijn olijfgroene
    pyjama, met verende tred regelrecht naar huis
    waar zij hem monter begroet. Zijn ontbijt staat klaar.