Biografie van Elly Stolwijk

In 1986 verblijft Elly Stolwijk als vogelwacht twee maanden op een klein onbewoond eiland in de Waddenzee. Daar, midden in de wildernis, besluit ze toelatingsexamen te doen voor de kunstacademie. In 1993 studeert zij af aan de Gerrit Rietveld Academie, afdeling autonoom.Zij tekent, installeert, filmt, fotografeert, schrijft poëzie en onderzoekt de relatie tussen woord en beeld.Gedichten van haar zijn opgenomen in o.a. De Gids, Het Liegend Konijn en Meander, ook in bloemlezingen (o.a. in de bundels van De Nieuwe Wilden, in de gelegenheidsbundel van de Nacht van de Poëzie 1989). In februari 2013 wint zij de tweede prijs bij de Turing Gedichtenwedstrijd. Zij leest voor, alleen, of in samenwerking met musici.In januari 2019 presenteert zij een uitgave in eigen beheer: 'Small walks 1 - 49', weergave (in foto's en korte teksten) van een verblijf als artist-in-residence in Arles.In oktober 2019 presenteert zij een tweede uitgave in eigen beheer: '42 sonnetten van wanhoop' (teksten, tekeningen). Op 23 februari 2020 presenteert zij in De Pletterij te Haarlem haar poëziedebuut 'liefde de vluchtige holte' (uitgeverij In de Knipscheer).Met haar beeldend werk neemt zij deel aan tentoonstellingen (o.a. Alkmaar, Bergen, Amsterdam, Leidschendam, Dortmund, Shetland UK).
2021
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    3048

    zonnesteek, ribbenkasten, ogentroost

    Top 1000
    hoe ik als kind een zonnesteek opliep
    en na een week in donkere isolatie
    uit de mouwen van mijn dunne truitje
    lichte vlokjes huid op het zand dwarrelen zag -
    de waddenzee zo dichtbij,
    en ach, die eindeloze dagen, met moeder 
    die haar lange lokken niet kamde
    omdat zij dat vervelend vond,
    het kammen van droge haren,
    en hoe zij steeds meer op haarzelf ging lijken.

    hoe vader de tent in de duinvallei
    voorzien had van uit elkaar gehaalde balen stro
    waarop wij sliepen,
    een overzichtelijke rij van ribbenkasten
    onder lakens van wit katoen,
    en ach, die eindeloze nachten
    waarin we elkaar verrasten met verhalen
    over de enige buitendijkse boer,
    we wisten zeker dat hij van verre kwam,
    dat zagen we aan zijn blauwe vlechten.

    naar buiten starend langs rechte gordijnen
    denk ik aan die zomers van zeekraal proeven,
    botjes trappen, over prielen springen
    en hoe we zilvermeeuweneierschalen,
    aardappelschillen en wortelloof begroeven.
    het meisje dat nu in mijn kleine voortuin
    naar ogentroost zoekt draagt een masker,
    ze is allang gewend aan de stof
    die mond en neus bedekt
    maar kan niet onbekommerd zingen.
2020
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    1545

    de andere kant

    Top 1000
    hoog boven het lege zwembad vrees ik de duikplank niet.
    na een dubbele salto lijk ik te blijven zweven,
    voor even heeft de zwaartekracht weinig vat op dit lijf.
    met armen gespreid en tenen wijzend naar de hemel
     
    ga ik richting aarde. tot zover deze duizelingwekkende euforie.
    natuurlijk val ik te pletter, nog enkele seconden resten
    waarin ik alles zie wat ik heb bekeken, alles ruik waarin ik mijn neus
    heb gestoken, alles proef wat over mijn tong is gegaan, alles hoor
     
    waarnaar ik mijn oren heb gericht, alles voel, de valversnelling
    voltooit mijn vlucht, ik nader het witte veld dat me verblindt
    en vloei uit als aquarelverf op papier
     
    aangebracht door een beginneling die zonder reserve
    de kleuren in elkaar laat overlopen.
    nu kan ik waarnemen wat zich aan de andere kant bevindt.
  • 2
    3422

    nothing else matters

    Top 1000
    de eerste zomer na de scheiding
    gingen we naar nijmegen om metallica te zien
    mijn zoons en ik
    en ongesteld als ik was
    - het bloeden is inmiddels allang gestopt -
    hoefde ik echt niet dicht bij het podium te staan
    uiteindelijk kwam ik daar toch terecht
    omdat de jongens een sms'je stuurden: ze zijn hier zo mak
    als lieve lammetjes
    ik ben naar voren gelopen en rustig naast ze gaan zitten
    terwijl ik bloedde
    maar dat baarde me ineens geen zorgen meer
    het was middag, het publiek verspreid en open

    tot uren later de lichttorens aangloeiden in de midzomernacht
    en bij het verschijnen van de band duizenden mensen opstuwden
    me in de rug duwden, help, ze pletten m'n jongste zoon

    toen vormden sterke mannen en vrouwen een zacht cordon
    en deed het er allemaal niet meer toe
    wat waren we opgetogen
    in het meezingen, armen om schouders
    met gloeiende ogen en deinen, deinen
     
    nu breekt mijn hart bij de gedachte dat het straks te laat is
    dat ik dit niet meer kan ervaren
    omdat het bloeden voorbij is en ik feitelijk te oud ben
    te grijs, te zwak in mijn enkels
    het slaat tegen mijn slapen dit te beseffen

    op zolder zoek ik het trouwpak van mijn overleden vader
    mijn haar knip ik zelf want de kapsalon is dicht
    verzamel de nooit gedragen pumps in een kartonnen doos
    en bestel blauwleren schoenen, voor wandelen uitgelezen
     
    het is niet nodig de jaren te maskeren
    want ik ben gewoon zo oud als ik ben of zo jong in wezen
    en gelukkig bloed ik niet meer
    zijn de zorgtaken veranderd in het huis altijd open houden
  • 3
    1032

    vergeten gezicht (1)

    Top 100
    toen eilandbewoners haar van de lekke sloep haalden wist ze niet meer
    waar de ronde spiegel had gehangen ● hoeveel kinderen er waren geweest
    en of ze namen hadden gehad ● en zo ja ● welke
     
    het verblijf ● een tent ● kon ze geen woning noemen ● het moeie lichaam
    was haar huis ● ogen ramen ● mond deur ● huid muur ● maag keuken ●
    darmen kruipruimte ● hart kachel ● baarmoeder kluis
     
    het werd warmer ● ze waren met velen ● soms kon ze zich afspoelen met
    water uit een fles ● in slapeloze nachten kroop ze naar buiten
    om te ademen en de sterren te zien
     
    de nazomer bracht vuur ● regen ● roet ● rook in het uit doek opgetrokken
    dorp ● ze zocht opnieuw een dak ● verscheurde kartonnen dozen ● schreef
    met as ● waarom noemt men regen hemelwater
     
    de herfst moest ze vergeten ● haar stem raakte weg omdat ze schreeuwde
    in niet te begrijpen dromen ● ze zou kunnen zeggen dat ze werkelijk
    waren
     
    achter de nieuwe omheining deinden de golven
     
    nu het wintert wikkelt ze de lappen van haar voeten ● in de onverwachte
    sneeuw tekent haar grote teen een volle maan ● plat brood ● zwart gat ●
    putdeksel ● geopende mond
     
    verse vlokken proeft ze op haar tong ● zakt door de knieën zonder het te
    willen ● valt ● nee ● zij is dit niet ● het is haar silhouet dat hier onzichtbaar
    op het asfalt ligt
     
    en vanaf deze duistere plek ziet hoe een lamp de woonkamer
    van een eilander huis verlicht ● iemand gooit geruisloos de tafel om ●
    doet daarna de luiken dicht
2019
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    2725

    Berlijn 1943 - 2019

    Top 1000

                                                           voor mijn vader die dwangarbeider was                                              


    Vandaag ga ík zijn weg door de stad
    die schuld ademt in grijze zuilen.
    Men danst hier in maatkostuum of joggingpak
    met naar de wolken geheven gezicht.
     
    Waar toen de barakken waren
    is nu een park zonder bomen.
    Erboven trilt in rechthoeken het licht
    als in listig geplaatste spiegels.
     
    Aan de Kühnemannstrasse, die eerst onvindbaar is
    omdat niemand mijn taal lijkt te spreken,
    verwijst een hoge schoorsteen naar de oude fabriek.
    Er staan kratten door argwanende mannen bewaakt.
     
    Hier moet hij zijn geweest, die kleine man,
    vroeg opgestaan omdat hij vuur moest stoken
    zowel voor illegaal brood
    als voor moordend metaal.
     
    Ik zet mijn voet in zijn voet,
    draai met mijn oog in zijn oog.
    Ik buig en keer terug met een hart-
    vormige steen in mijn hand.
  • 2
    2717

    Choreografie voor negen vrouwen en een androgyne accordeonist

    Top 1000
    We zijn in het souterrain van een groot hotel aan de rand van Sarajevo.
    De oorlog is voorbij en we zijn hier gekomen om te zingen.
    Langs de weg hebben we billboards met foto's van kapotte kleding gezien.
    We zijn voorbij de bibliotheek gekomen.
    Zij heeft geen voorgevel meer, verschroeide pagina's bezaaien de grond,
    wervelen door de wind in het rond.
    Op de stoep heb ik een brief gevonden, zonder envelop, vuil en nat.
    De taal ben ik niet machtig, het enige aanknopingspunt op het dichtbeschreven vel papier
    is een oude datum, ik schrik want op die dag stierf mijn ongeboren kind.
     
    De wandeling eindigt bij het hotel dat tegen een rotswand is gebouwd.
     
    We bevinden ons nu al uren in de kelder.
    Bij kunstlicht hangen we op doorgezakte banken en stoelen.
    We drinken heldere alcohol aangelengd met water.
    Na het optreden eerder vandaag ontvingen we ieder een rode roos.
    We geven de rozen aan de accordeonist met de donkere ogen en het korte, steile kapsel.
    Zij doet zich voor als jongeling en alle vrouwen willen vlak bij haar zijn.
    Haar blik vanachter de ruime, vierkante brillenglazen nodigt uit en combineert
    nauwelijks te verbergen verdriet met ondergeschoven wellust.
    Misschien projecteren we ons eigen heimwee op haar.
     
    Een vrouw gaat op het karpet liggen, trekt de knieën op, wiegt zachtjes heen en weer.
     
    Een vrouw trekt haar korte veterlaarzen uit en loopt op haar tenen over het groezelige tapijt.
    Soms staat ze stil.
    Als ze denkt dat niemand kijkt tikt ze met de vingertoppen vluchtig de vloer aan, keer op keer.
     
    Twee vrouwen staan tegenover elkaar, met afhangende schouders.
    Ze proberen elkaars handen te pakken maar grijpen telkens mis.
     
    Een vrouw begint te zingen: "Djevojka, djevojka, djevojka."
    Zij trekt haar indigoblauwe blouse uit en drapeert die om een van de vier lampen aan de wand.
     
    Drie vrouwen volgen haar voorbeeld en dimmen de andere lichtpunten met lichaamswarm textiel,
    donkerpaars, mosgroen, okergeel.
     
    Ik pak de brief uit mijn handtas en bekijk opnieuw de datum.
    Het smoezelige papier draai ik voorzichtig om en om.
    Dat het vel bijna scheurt is onverdraaglijk.
  • 3
    2721

    Dystopie, de gemeenschap

    Top 100
    Boven ons hangt een hard en scherp zwaard.
    We hebben de grafkuilen al gegraven en stenen monumenten opgericht.
    De feesten zijn wild, ongeremd geven we ons over aan elkaar en aan de elementen.
    Soms breken we door de waterval en rusten uit in de stilte erachter.
    Schrijvers tekenen onze historie op voordat het te laat is.
    's Avonds verlaten ze de bureaus om zich te laten gaan in de brutale wanorde.
    's Morgens lezen ze het geschrevene voor.
    Iedereen luistert tot het uitzinnige feesten weer begint.
     
    Zogenaamd zien we de schaduw niet.
    We doen alsof we vederlicht zijn.
    We doen ons voor als sneeuwvlokken en proberen het donker te ontwijken.
    Verhalen over hoe mooi de planeet was doen de ronde in de luwte der orgieën.
    De vuurzee lijkt nog ver.
    De eerste zieke vissen raken verstrikt in rietkragen.
     
    We hakken hout, we kneden deeg, maar het brood heeft zijn smaak verloren.
    Onze blik begint naar binnen te keren.
    Om angst buiten de deur te houden maken we een bootreis over de wijde delta.
    We zien gifgele kikkers en doen een spel: wie eet de meeste kikkers?
    We nemen een kijkje in de hemel hoewel we weten dat het gezichtsbedrog is.
    Het navigatiesysteem is niet te vertrouwen.
    Het amusement heeft een bittere ondertoon.
    Het eten wordt schaars en wie vis wil vangen betaalt voor een hengel een fikse prijs.
     
    Als het volle maan is komt het schip in botsing met een hoge oever.
    Daar wonen agressieve, verwilderde honden, ze springen het dek op.
    Om ze tevreden te stellen moeten we een hoofd offeren en wegwezen.
    Als we eindelijk thuis zijn zien we gloeiende stenen uit de lucht vallen.
    Op een landkaart markeren wetenschappers de inslagen.
     
    In deze laatste fase zoek ik een afgelegen plek in het gemengde woud.
    Onder de dikste boom ga ik zitten en sluit mijn ogen.
    Concentreer me eerst op de periode in de moederschoot.
    Na enige tijd bevindt mijn geest zich op een kronkelend pad in de mist.
    Ik laat me leiden door een stem die ik niet versta en toch begrijp.
    Het doel is bevrijding maar er resteert weinig tijd.
  • 4
    2833

    Een hoopvol vooruitzicht

    Top 1000
    Je slingert langs een lantaarnpaal, voorzichtig,
    wilt er niet tegenaan lopen, zeker niet nu de lamp brandt.
     
    De volgende dag word je grijs en doorzichtig wakker,
    als een zombieachtig wezen.
    Op een matje mediteer je en doe je ochtendgym,
    dat geeft focus en vlees.

    Omdat je water aan je droge huid moet voelen
    zeg je de haan, die op de rand van het bed kukelekuut, gedag en sprint weg.
    Al snel ben je in onherbergzaam gebied, noem het oerbos.
    De struiken hebben tronies, je wendt je ogen af.
     
    Als je een meertje vindt, spring je erin
    en ontmoet daar een lamprei die je verder brengt.
    Er zullen nieuwe, vreemde vrienden zijn,
    kaal of geveerd of geschubd, maar warm.
     
    Tijd doet er niet meer toe.
    Met nare gedachten maak je ontiegelijk korte metten.
    Elke nacht rust je onder de sterren op sterrenmos.
2018
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    6128

    autopsie

    Top 1000
    aangetekend werd het kleine archief bezorgd,
    een venster van cellofaan onthulde alleen mijn naam,
    niet de hare, die nog zelden klinkt en nergens meer
    te lezen is, behalve op een glasplaatje in het groen.
     
    het gaat me vooral om het gewicht, had ik laten weten
    bij het verzoek om informatie. hoe licht was haar hart?
    een forse walnoot in de dop, twee rijpe kersen, stengels,
    pitten, vlees, een huissleutel aan een nutteloze ring,
     
    mijn enige lippenstift: burning desire, borduurzijde
    donkerblauw in een dunne vlecht, een slok volle rode wijn,
    een eenvoudig kinderkompas, veel broze vleugeltjes
     
    van nachtvlinders die zich hopeloos verzamelen
    in een smalle lantaarn. sluit haar maar weer, fluister ik
    tegen de haastig opengescheurde witte envelop.
  • 2
    2686

    dat er zoiets bestaat als najaarstrek

    Top 100
    dat er zo iets bestaat als een dijk langs het water
    zelfs als het water er niet is. dat men daar kan
    staan kijken naar brandganzen die laag over gaan,
    met intens donkere blik hoog in de witte wangen.
     
    dat er zo iets bestaat als hartewee als ze vlak boven je
    vliegen met getekend gezicht, en hoe ze keffen
    maar je weet dat ze je niet begroeten want, nee,
    ze horen niet bij jou en je uiteengerafelde familie-
     
    verband. dat er zo iets bestaat als achterstalligheid
    en radicaal onvervulde wensen. dat er zo iets bestaat
    als wind in mijn oor die niet kouder kan zijn dan
     
    het kale woord dat je uitsprak voor  je van de dijk
    af rolde, en je opmaakte om samen met de ganzen
    naar niet bestaanbaar verre oorden weg te trekken.
  • 3
    2024

    kennis van zaken

    Top 1000
    bij het met blote handen wroeten rond de wortels
    van de oude, zieke es, klapten enkele van mijn vinger-
    nagels om. ik werd een ander mens en ben weggerend
    om personen te zoeken met meer kennis van zaken.
     
    het was een tocht waarbij ik het zicht verloor, uit de ziel
    stapte, leegliep, en tegelijk volstroomde met allerhande
    duivelse schimmels en droefenis. ik stond ervan te kijken
    hoeveel ik opnam en opgenomen had en al die jaren
     
    buiten mezelf was geraakt. inmiddels heeft essensterfte
    me bereikt, aangeslagen ligt hier op tafel mijn hand,
    dorre vertakking met langgerekte vlekken, te beven.
     
    gelukkig kunnen vooral oudere bomen weer twijgen
    krijgen op de nog niet aangetaste delen. ze zijn zelfs
    in staat te herstellen en nog geruime tijd te overleven.
  • 4
    2058

    nieuwe regels

    Top 1000
    lindebloesems geuren in de vroege ochtendzon.
    het is fris, over de klinkers rammelt een fiets voorbij,
    een verdwaasde jonge zilvermeeuw vliegt niet opzij
    als een gebutste cabriolet behoedzaam inparkeert.
     
    iemand sleept met een grijze bak over de tegels,
    op de stoep liggen snavels, graten, botjes, veren.
    er is een lamp die niet uitgaat. volwassenen gluren
    door de brievenbus naar buiten, dat zie je niet meteen
     
    maar de turende blikken spannen zich tot een machtig
    apparaat dat nieuwe regels stelt. dat vette vis alleen
    tussen vijf en zeven aan het spit mag worden geregen,
     
    dat blote voeten verboden zijn, dat klaprozen moeten
    worden uitgerukt want ze springen zo rood in het oog.
    brooddeeg mag niet meer in de vensterbank rijzen.
  • 5
    2056

    wat blijft na de laatste verschoning

    Top 1000
    de nacht voor het definitieve verschonen van het bed
    smeer ik me in met ronde olie zonder parfum.
    glimmend wikkel ik me in het laken dat als een huid
    gaat kleven, onscheidbaar zijn weefsel, vel en vet.
     
    in de ochtend pel ik me los uit de slaap. de dag
    strekt zich voorzichtig, lang niet alles is ontwikkeld.
    ik stroop de zijde van het matras, het is als villen
    zonder bloed en met de ogen dichtgeknepen.
     
    ’s middags hangen de lakens aan de lijn. de olie
    is niet weggewassen, vage, ronde plekken, dat ben ik,
    wapperend in de wind. na de strijk verdwijnt de stof
     
    in de kast, op haar scherpe vouwen zal het slijten
    ondanks dat ze nooit meer van haar plaats gaat komen.
    dit is wat blijft: schering, inslag, stiksels, vlekken.
  • 6
    2059

    werkdag met de hond als getuige

    Top 100
    als het droog is valt er weinig te snoeien. gras
    kleurt beige en groeit niet meer. onder slordig
    opgeschoten eikenboompjes verzamelt de hark
    bleke papiertjes, foliesnippers, filters, doppen.
     
    ik haal alles tevoorschijn. de hond die aan mijn zorg
    is toevertrouwd loopt achter me aan bij elke stap
    die ik zet. ik ga naar binnen, heb werk te doen, dat
    wil zeggen: iets maken wat eerder niet bestond.
     
    alsof er iemand op deze zinnen zou zitten te wachten.
    iemand die het ritme telt, nadat hij in de krant foto’s
    heeft gezien van bange, dunne kinderen en opgeblazen
     
    mannen. ik oefen hardop de dictie van wat ik schreef,
    aai de hond, hij heft zijn kop en lijkt te luisteren naar
    de taaie frictie tussen schrijftafel en strijdtoneel.
2017
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    2379

    het dorpshuis

    Top 1000
    niet bekend op dit adres.
    je zegt, dat kan niet, iedereen is bekend.
    nee, hoe vaak of hoe luid moet het gezegd: niet bekend op dit adres.
    hier is geen thuis meer voor een zeker persoon.
    het snijdt en daarom klinkt de vraag bij herhaling,
    moet het antwoord meermaals gegeven.
     
    het dorpshuis is de diepst geïdentificeerde plek op dit eiland.
    de vlag spreekt in de kleur tussen leven en dood.
    daar is niets vreemds aan. je voelt dat als je je hand op je hart hebt gelegd.
     
    soms moet iemand het eiland verlaten.
    er is geen rechter die spreekt.
    het zijn niet de buren, de familie, de wijze schapen.
    het zijn niet de losbandige hazen.
    het is iets wat iemand in zichzelf gaat ervaren.
    mettertijd breekt die kennis open: niet bekend op dit adres.
     
    wanneer iemand inscheept op de daarvoor bestemde sloep
    snikken we, het afscheidsfeest is geweest.
    je moet niet proberen dit te begrijpen.
    het is meer een kwestie van jezelf doorzichtig maken,
    een en ander door je heen laten gaan.
    hopen dat jij niet de volgende hoeft te zijn.
    tenzij je echt weg wilt.
2015
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    2039

    echt geluk blijkt altijd een vreemde marathon

    Top 1000

    nergens zien we ooievaars, niemand

    houdt de regie in dit oprukkende schemerduister

    - Finsternis lijkt daarvoor het juiste woord -

     

    onder de ijswaterbank wordt nog een rat gespot

    grote lijsters, wel nee, ze zingen niet meer

    en de korstmossen zijn vergruizeld

     

    ontremd vertel je over vierkante dikke seks

    geen baas of assistent geeft die nieuwe vrouw te eten

    geregeld moet zij zichzelf uitborstelen

     

    stoffen provoceren deze verslaafde staat van zijn

    totdat dansende eibers ontspannen wapperen

    - de aangrijpende nevel rond ons hart verjagen

  • 2
    5425

    in een kuil gaan staan

    Top 1000

    de moeder loopt naar de kuil

    zij had de plek nog niet bekeken

    zij gaat met blote voeten in de kuil staan

    zij drukt haar hielen in de grond

    zij stampvoet en jaagt de geur van vocht omhoog

    zij hurkt

    zij snuift en snuffelt

    zij graait met dikke vingers in de bodem van de kuil

    zij raakt bijna klem tussen de wanden

    tranen en speeksel druppen tussen haar knieën omlaag

    zij is een beest

    zij heeft zich opgericht

    zij heeft het zand geëffend met haar voeten

    zij heeft gezegd: hier, en nergens anders

    zij is ontkiemd

    heeft wortel geschoten

    is boom geworden

    heeft blad en vrucht gedragen

    zij is omgewaaid, ontworteld, vermolmd

    zij heeft de kuil van haar dochter voorzien van voedsel

    en zag voor het eerst van haar leven

    waarachtig de binnenkant van de aarde

  • 3
    5422

    mannenlied

    Top 1000

    er was een bijzonder blauw te zien

    aan de westelijke hemel

    iets tussen indigo en donker violet

     

    in de schuwe steeg lagen takken

    waarover ik struikelde

    omdat ik steeds naar boven liep te kijken

     

    later zag ik de stapels hout, stronken voor in het dichte seizoen

    wanneer men zich op schapenvachten verzamelt rond het vuur

    en aardappels poft, spiritus drinkt en zout likt van een droge huid

     

    een openstaande poort bood me zicht op vrouw die zat

    of zag ik een engel, daar binnen die ommuring?

    ik liep naar haar toe en streelde haar lichte voorhoofd

     

    toen zij opkeek ben ik weggelopen

     

    zachtjes zingend om de stilte niet te verstoren

    bewandel ik nu dit dieper wordende pad, een vore,

    betoverend bevroren aan de randen

     

    altijd als het kouder wordt zoek ik mijn geliefde

    ik draag een ketting met haar naam en zou haar willen raken

    als ik me maar niet aan haar brand

2012
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    4414

    waarom de zilvermeeuw in de nacht boven de parkeerplaats moet schreeuwen

    2e prijs
    er is dat veld, dat beweegt als
    je je hoofd beweegt,
    je hoofd voorover beweegt in mijn schoot.

    het witte veld waarover de binnenkant
    van mijn pols zich wil verlengen,
    handpalm ook, de arm gestrekt.

    je hemd dat los moet, dat witte,
    de woorden die los uit de zinnen
    misselijk makend niet kunnen zeggen

    wat er is. wat beweegt van binnen.
    wat wil schreeuwen boven
    braak liggend land, met honger.
  • 2
    4399

    zonder titel

    Top 100
    oud bietenblad en wat prinsessenboontjes
    liggen verspreid op het smalle pad

    zoveel moeders verliezen een kind
    en dat van mij is al zo lang geleden

    tuintjes zijn afgegraven, en liggen vierkant
    in het zachte, ronde landschap

    ter wereld gekomen in grote stilte
    maakte ze van ons tableau vivant

    de duindoorn die geen vruchten draagt
    staat gemeen dicht langs het paadje

    ze leek op niemand die ik kende
    zij was het meisje van mijn dromen

    voorbij de bocht staat een paardje
    zomaar wild en los te zijn

    zij werd sneller koud dan het zand
    langs de kust na een dag in de zomer

    ik aai het beestje dat zo verloren
    en toch zo zelfverzekerd staat te grazen

    nog streelde ik haar natte haartjes
    behoedzaam betastend de fontanellen

    ik laat het achter, het sjokkende, geurige
    diertje en volg het spoor naar zee

    ’s nachts liet ik haar achter
    ik kan haar nog altijd ruiken, het kind

    een kind speelt langs de vloedlijn
    een meisje met lokken die golven
2011
  • Nr.
    Titel
    Tekst
  • 1
    8491

    (zonder titel)

    Top 1000
    vanaf de wal maant de vrouw de roeiers
    met schorse stem: "ik ken je binnenkant!"
    in het gras liggen dode eenden in de rui.

    het was toen dat ik voelde hoe de stenen
    de warmte van m'n hals hadden aangenomen.
    de zilveren schakels koel gebleven waren.

    het was toen dat de roeiers zich uit de voeten
    maakten, er veertjes opwoeien.
    de megafoon verstopt raakte.
  • 2
    8515

    (zonder titel)

    Top 1000
    de schelp in je mond
    weerhoudt je tong van kussen

    je lichaam daarentegen
    ligt week en bleek
    in een bed van labiaten
    het mijne te beminnen

    ik observeer de droogte
    van mijn huig en lippen
    en zuig de dovenetel

    terwijl jij kruipt
    waar je niet kunt gaan
  • 3
    6800

    (zonder titel)

    Top 1000
    toen de eerste druppel in de whisky gevallen was
    - in het glas dat ik had meegenomen naar de vogelkijkhut
      en dat ik, rug en arm zoveel mogelijk strekkend,
      vanonder de omhoog geslagen luifel ophield naar de regen -

    en toen die magisch kleine hoeveelheid hemelwater
    het bleekgouden vocht had doen ontplooien,
    en ik met ieder slokje zachter werd (beseffend
    dat het de sterfdag van mijn vader was),

    moest ik denken aan de berghazen zonder schaduw
    die groter leken dan ikzelf, toen we het pad verloren
    op de kale helling nabij de verlaten skilift
    - die nooit ons doel was geweest en onvindbaar op de kaart.

    het getij had in cromarty firth, blikveld vanuit het kot,
    een poppenkopje achtergelaten, zonder ogen.
    een broedse zwaluw vloog hinderlijk in en uit,
    schampte mijn wang, en ik vroeg me af:

    waar is dat kinderlijk grote hart
    dat ik tekende, gisteren nog, in het natte zand,
    met onze namen eromheen geschreven?

    zou alles wat in zee drijft ooit uitgedreven zijn?

    verbaast een vogelwacht op een onbewoond eiland
    zich over de letters die in een cirkel tevoorschijn komen
    op het kleine witte strand? of spoel jij elders aan,
    terwijl ik neersla onder affakkelend licht?

    nu schrijven we onze namen op een stuk papier,
    rollen ze op en geven ze prijs aan de zee
    in een fles die leeg is van balblairbourbonbarrelbocht.
    waarop wachten we nu nog?

    sinds we samen de oudere whisky drinken,
    die geen water nodig heeft om te bloeien
    en ergens, diep van binnen, wat rokerig is,
    hebben we aangelegd, losjes, warm, nu, hier.