de zee van bakeliet
bij gebrek aan grot en sneeuw
kies je voor de zee van bakeliet.
je loopt bij nacht het water in en laat
de man op je rug in zijn verlangen glijden:
een zwart glissando zonder wee.
zelf zou je krijten als een kind, bijten
in zijn hand misschien. hij niet.
voor hem geen weg terug, geen laf andante
in het zand, hooguit een korte vloek,
al geldt die jou niet maar
het koude water.
hoe lang zal je die nog horen, hoe diep
is de naald in de zee van bakeliet.
dag vader.