Juryrapport De Gedichtenwedstrijd 2022
De jury bestond uit Dean Bowen, Andy Fierens, Liesbeth Lagemaat, Lieke Marsman en Virginie Platteau.
Uit 6002 gedichten van 1703 dichters werd er door een strenge voorjury een stapel van honderd gedichten op onze tafel gelegd. Daaruit mochten wij, Dean Bowen, Liesbeth Lagemaat, Andy Fierens, Virginie Platteau en Lieke Marsman drie winnaars kiezen die hier vandaag hun welverdiende prijs krijgen. Voor deze twaalfde editie van deze prijs hebben we een heel weids en talig landschap verkend langs al z’n rafels, randen, dijken en plinten. Als lezers werden we meegevoerd door zowel herkenbare als onvoorstelbare plekken waarbij beelden zich vastzogen in onze hoofden. We hoopten op iets zinderends. We hoopten op ranzige taligheid: ‘Een slang als haring doorslikken.’ Onze wensen werden boven verwachting vervuld.
We lazen gedichten als surrealistische schilderijen met daarin telkens vervormende perspectieven. We zagen avontuurlijke omgevingen met daarin geverfde schapenkonten en meerkoeten op blauwe antivries slofjes. Gedichten die raadsel en alledaagsheid combineerden daagden ons uit. We hebben veel vragen gesteld en zijn ook met veel vragen blijven zitten. Wat is bijvoorbeeld het raadsel van de donkerblauwe engelen? Welk smelten is het, het ijs, de poolkappen of onze reserves tegenover elkaar? Wat is een kitten zonder sociale vaardigheden? En wie is toch die Frederike?
Er is zelfs door een van ons gedroomd over een gedicht, een hele enge droom. Dus dat er veel beklijfde, valt niet te ontkennen. Maar soms leken gedichten geschreven door iemand die stomdronken was. We hebben vakmanschap gewaardeerd, maar zagen ook veel gerommel. Kleine foutjes en grote onzorgvuldigheden. Veel gedichten begonnen waanzinnig sterk, maar bleken beloftes die niet werden ingelost. Mooie titels of eerste strofes met prachtige gestes werden met een strik aan het einde de nek omgedraaid. Dichters doen goed aan het creëren van rafeligheid, maar soms mag er meer tijd worden besteed aan de afwerking.
Kwaliteit en eigenzinnigheid hebben we zeker gevonden. De tanzanieten vonkten in ons beraad. Het was een genot dit jaar tot drie winnaars te komen uit zowel Vlaanderen als Nederland. We kozen voor de gedichten die risico namen en ons dwongen te wroeten en te graven. Die waar we na een zoveelste lezing nog steeds op terug wilden grijpen, die waar we ’s nachts nog wakker van lagen.