Juryrapport 2023

Op 17 mei 2023 is de winnaar van De Grote Poëzieprijs 2023 bekendgemaakt in het radioprogramma Opium op NPO Klassiek. marwin vos won met de bundel wilde dood de vijfde editie van een van de belangrijkste poëzieprijzen van het Nederlandse taalgebied. Lees hier het juryrapport bij de winnende bundel.

Het juryrapport bij de shortlist

Even leek het er eind september 2022 op dat De Grote Poëzieprijs van 2023 niet uitgereikt kon worden. Daar klonk de noodklok; als organisatie zagen we geen mogelijkheid het benodigde geld bij elkaar te krijgen. Gelukkig schoot een nieuwe sponsor toe. Het is dan ook aan de overtuigingskracht en het emotionele belang van de dichtkunst zelf te danken dat we dit jaar, met trots, de prijs wederom en alsnog uitreiken.

Voor de Grote Poëzieprijs 2023 zijn er onverminderd veel bundels ingestuurd. Niet alleen uitgeverijen stuurden in, ook bereikte ons een hele stapel bundels die in eigen beheer zijn uitgegeven. Het sterkt ons in het gevoel dat deze prijs waarde heeft, dat er goede poëzie geschreven wordt en staat te trappelen om gelezen te worden. Als jury zijn wij, Nafiss Nia, Jeroen Dera en Xavier Roelens, in de meer dan honderd bundels gedoken om af te dalen in de hedendaagse poëzie van Nederlandse, Vlaamse en Surinaamse bodem.

 

Er zijn om precies te zijn 110 bundels ingezonden die het ons niet makkelijk hebben gemaakt. Het niveau lag dit jaar bijzonder hoog. De bundels gepubliceerd in 2022 bewezen een grote diversiteit in de hedendaagse Nederlandstalige poëzie.

Daarvan was 49% van de bundels van vrouwelijke auteurs, 50% van mannelijke auteurs en 1% anders of onbekend. De balans tussen mannelijke en vrouwelijke bundelauteurs is voor de geschiedenis van de prijs uitzonderlijk.

We vonden veel geëngageerde poëzie, zonder activistisch te worden, maar ook pakkende liefdesgedichten en poëzie die met volle kracht naar de eigen navel staarde. De woordenschat van de dichters was vaak rijk en hedendaags, maar je had ook dichters die aan tweehonderd woorden voldoende hadden. We lazen experimentele en humoristische gedichten en geregeld kwamen die zelfs bij een en dezelfde dichter voor.

Om uit deze rijkdom aan bundels tot een shortlist te komen, moesten we op zoek naar uitzonderlijke bundels. Bundels die iets toevoegen aan de Nederlandstalige poëzie, die weerbarstig genoeg zijn om verschillende invalshoeken te bieden en die bij herlezen alleen maar meer van hun gelaagdheid blootgeven en ons blijven raken.

 

Uiteindelijk kwam een aantal bundels ter tafel waarover we langer doorgepraat hebben. Zo begonnen we te lezen in Diamant zonder r van Maria Barnas en begonnen we steeds opnieuw. Het verraste ons hoe Barnas zich ontwikkelt in haar oeuvre. Hoe ze het zoekende en fragmentarische inzet vanuit een soort “ik kan niet anders”, raakte ons. We bleven lezen.

 

In de bundel van Anne Provoost vonden we een actualiteit zonder tijdsgebondenheid. Het humoristische en luchtige maakte deze bundel een verademing tussen de soms wat serieuzere zwaardere bundels. Een aangename bundel waarvan we aan willen moedigen deze cadeau te doen. Deze bundel slaat een brug tussen heel veel genres en soorten lezers.

 

Verder zagen we dit jaar veel verhalende bundels die bleven resoneren, waaronder Plooi van Babeth Fonchie Fotchind met de brede thematiek opengtrokken naar gender, kleur, werksituaties en familiebanden.

 

Dan hield Oeverloos van Nisrine Mbarki ons met name door de eerste drie gedichten in haar greep. Wanneer we nu de grachtenpanden in Amsterdam zien, denken we aan de gedichten in deze bundel.

 

In Wij capabelen door Laura Broekhuysen, met overigens een van de mooiste titels, vonden we experimenten die voldragen oogden. Haar muzikaliteit hoorden we terug in de gedichten die microverschillen, cirkelredenaties en verschuivingen lieten plaatsvinden. Ook is het een van de eerste bundels die we tegen zijn gekomen waar de neutrale hen-vorm wordt gebruikt.

 

Na lezen, herlezen, terugbladeren, open- en dichtslaan en het nodige overleg zijn we tot de shortlist gekomen met vijf genomineerden. We waarderen deze vijf bundels omdat daarin het persoonlijke en het experimentele elkaar ontmoeten door soms zwaar, vaker ook luchtig te zijn. We kunnen veel van deze dichters leren en presenteren met trots de volgende shortlist: Mythen en stoplichten van Alara Adilow (Prometheus), Beginnen voor gevorderden van Hélène Gelèns (Cossee), De introductie van het plot van Frank Keizer (Uitgeverij Pluim), Waar is het lam? van Mustafa Stitou (De Bezige Bij), Wilde dood van marwin vos (Het Balanseer). De uitreiking van De Grote Poëzieprijs vindt plaats op 17 mei bij Opium op NPO Klassiek.

           

 

Mythen en stoplichten, Alara Adilow (Prometheus)

 

Alara Adilow vermengt rauw en lyrisch tot een zeer geslaagde cocktail, rijk van smaak, bitter en zoet tegelijk. Wat begint als de hergeboorte van een mens, eindigt als de geboorte van een nieuwe dichter die speelt met en knipoogt naar de bestaande poëzie én er een eigen inbreng in heeft. Ze ent zich op de oude vormen en uit die enten schieten nieuwe, frisse scheuten. De manier waarop Adilow het lichaam er laat zijn en tegelijkertijd totaal niet, is door de hele bundel voelbaar.  We zien een dichter die zich uitstrekt in de taal. Deze bundel vormt een verbluffend geheel waarin alles blijft hangen, van de titel tot laatste regel “Zuster, zuster ik zie een woud / van tongen in onaangekondigd licht.”

 

 

Beginnen voor gevorderden van Hélène Gelèns (Cossee)

 

Hélène Gelèns schreef een lichte, luchtige en sprankelende bundel. Haar filosofische kracht komt in haar taalspel tot wasdom. Ze nodigt ons uit om een stap terug te zetten en om hedendaagse problematieken vanuit een ander perspectief te bekijken. Ze legt daarbij vooral opties voor de lezer op tafel en durft ook zichzelf te bevragen. Zo combineert ze diepzinnigheid met humor en beiden versterken elkaar. Na deze bundel kun je meteen opnieuw beginnen. Met lezen en met leven.

 

De introductie van het plot van Frank Keizer (Uitgeverij Pluim)

Frank Keizer tast werken van Marx, Herodotus en vele anderen af en haalt er theoretische vondsten uit die mogelijk je blik op de wereld kunnen veranderen. Tegelijk presenteert hij die op een heel intieme manier. We zitten als het ware op zijn schoot mee te lezen. De traagheid in de opbouw van de bundel trekt ons langzaam maar zeker zijn zinnen in. Zijn bezorgdheid om de wereld is groot en zijn denken breed, maar door de ideeën klein neer te zetten, stap je mee door het bos en sta je toe dat hij je op elke boom wijst en er iets over vertelt.

 

Waar is het lam? van Mustafa Stitou (De Bezige Bij)
Wat was het weer de moeite om te wachten op een nieuwe bundel van Mustafa Stitou. In vijf cycli en een slotgedicht cirkelt deze bundel rond het Bijbelse verhaal van Abraham die zijn zoon Isaak offert. Stitou diept de psychologische copingmechanismen uit door ze in andere situaties te herkennen, hij leeft zich in in het offerlam, bevraagt de goddelijkheid en het geweld. Stitou neemt afstand van de gevoelens, maar lijkt ze tegelijk te willen bezweren met gedichten die als een talisman moeten werken. Met speelsheid, met opvallend veel lyrische passages probeert hij angsten te benoemen en te controleren, om “niet uit te monden in verlatenheid”.

 

Wilde dood van marwin vos (Het Balanseer)

marwin vos heeft opnieuw onze volle aandacht met een bundel die deze keer wroet in het rouwen als taboe in onze samenleving. De zoektocht naar een juiste vorm om te rouwen – of zoals ze over de bundel zelf lijkt te zeggen: “je zocht een vorm die vormloosheid toont.” – werkt ze zowel typografisch uit, bijvoorbeeld door het opvallende wit dat stilte oproept, als inhoudelijk. (Meer)taligheid wordt gekoppeld aan politieke en filosofische gedachtegangen, maar tegelijk komen er ook persoonlijke, meevoelende en doorleefde momenten in de bundel voor. Ze vindt een evenwicht, en dat bij uitstek met een thema dat mensen net uit evenwicht brengt.