Winnaars Editie 14

1e prijs

Hester van Beers

Dat je bij je eerste kennismaking met de dood maar beter het mes in handen kunt hebben, was voor ons een les die we zo goed vonden dat we dit gedicht meteen op nummer één zetten. Op een hele fijnzinnige wijze spelen de zinnen met het idee van daderschap. Het vraagt iets van ons: hoe kunnen we geen dader meer zijn in een wereld die we naar de verdoemenis helpen? We lezen hier een stem van een generatie, een die zich bewust is van klimaatproblematiek en die ook volledig heeft geïnternaliseerd. Zelfs je eigen leed, wil je geen ruimte meer laten innemen. Dat het slachten van een kip vroeger veel erger was dan nu, loopt secuur over in het kwetsbare hedendaagse leven. Het naderende mes in dit gedicht is scherp als de stem van de dichter zelf. We willen hier meer van horen, lezen.

Iets dat leeft

Mijn vader vertelde hoe ze vroeger bij de scouting in de laatste nacht
een kip slachtten. Ik zag bloederige bosgrond voor me, gekraai
van kinderen. Bij je eerste kennismaking met de dood kun je maar beter
het mes in handen hebben, zei hij. Nu huiver ik bij het snijden

van verse broden, de warmte lijkt te veel op iets dat leeft. De jongen
die in de supermarkt de vakken vult, kijkt door me heen en ik ben bang
dat hij ziet wat zich onder mijn oppervlak verschuilt, hoe vaak ik bijna
dader ben geweest. Hoe veel grapefruits ik genadeloos heb uitgeperst

toen ik nog niet beter wist. De voetafdruk van een mens is gemiddeld
drie ton carbondioxide, ik probeer nu soms mijn adem in te houden
en noem mezelf hybride. Mijn tranen koop ik tweedehands,
er is geen reden om nog meer leed op de aarde te laten vallen.

 

2e prijs

Pim Torn

In het gedicht dat we de tweede prijs toe willen kennen is er iemand verliefd. Zo bestaan er natuurlijk vele gedichten, maar dit gedicht vliegt het onderwerp niet aan op een allesbehalve zoete manier – sterker nog, het durft zelfs een beetje plat te zijn, ronduit smerig zelfs – en toch ontroert het. Dit gedicht is tegelijk een ode aan de verbeelding, die als je verliefd bent zo heerlijk op volle toeren kan draaien. Moet je je voorstellen dat je zo verliefd bent, dat je zin hebt om samen de koeien te melken terwijl je niet eens koeien hebt. Beelden en woorden die we niet zo snel naast elkaar tegenkomen, worden hier met elkaar in verband gebracht: dat dit gedicht erin slaagt om een pasgeboren kalf met beffen te vergelijken en op de een of andere manier toch ontroerend te zijn, getuigt van durf en beheersing.

 

Ik ben speciaal voor jou lesbisch geworden

 

maar dat ik altijd moet huilen
als ik je bef is flauwekul en als ik huil
dan is het uit ontroering.

Er was een nacht dat we elkaar zo stevig vasthielden
dat ik in de ochtend niet meer wist met welk lichaam
ik verder moest gaan de grote plant van motluizen ontdoen 
zoeken naar een goedkope maar degelijke klamboe
de koeien melken
want dat zou ik die dag graag hebben gedaan
als we koeien hadden gehad.

Je moet je voorstellen dat je vulva
een van die koeien is of eigenlijk het kalf
dat eruit getrokken wordt en tussen de
vlinderstruiken en judaspenningen en 
leeuwenbekken en blauwe knopen in onze tuin
wordt schoongelikt.

Ik weet zeker dat je dan ook zou huilen.

 

3e prijs

Leen Raats

 

Dit verhalende gedicht maakte ons nieuwsgierig. Wat heeft deze ik-figuur doorstaan? Langzaam, in een opeenstapeling van aanwijzingen – de titel zegt het al – wordt aan de lezer duidelijk gemaakt wat er is gebeurd. De dood sijpelt door de strofes heen. De taal in dit gedicht is niet mooi gemaakt en daar is een reden voor. Er wordt teruggeblikt op wat er wel is en niet op wat er niet is.

 

Cumulus

 

Wanneer ik aan mijn moeder denk
denk ik aan die zondagavond waarop mijn vaders vriendin
mijn broer en mij afzette met de koffers die ik sinds
haar operatie zelf inpakte, de sokken
die ik in de onderste lade van het roze kastje stapelde

voorzichtig, alsof het bommen waren die elk moment
konden ontploffen. In veiligheid geloofde ik
op mijn zevende al niet meer.

Dat mijn moeder de deur van onze sociale woning
met kleine tuin, centrale verwarming en twee katten opende
ze die rode, ietwat te grote trui droeg die zo zacht aanvoelde
wanneer ze mij tegen zich aandrukte, wat sindsdien niemand
ooit nog zo deed.  

Toch voelde er iets niet juist aan, een steek
in mijn maag, een blik in de ogen
die, zo zegt iedereen, als twee druppels water
op de mijne leken.

Ik denk dat ik het toen al ergens wist, zoals je weet dat het gaat regenen
door de wind die aanwakkert, de lucht die vochtig aanvoelt
de onrust van vogels en wolken die afzonderlijk
geen bedreiging vormen, maar samen, des te meer.

Top 100 2022

  • Nr.
    Titel
    Auteur
    Tekst
  • 1
    1068

    Iets dat leeft (1e prijs)

    Mijn vader vertelde hoe ze vroeger bij de scouting in de laatste nacht
    een kip slachtten. Ik zag bloederige bosgrond voor me, gekraai
    van kinderen. Bij je eerste kennismaking met de dood kun je maar beter
    het mes in handen hebben, zei hij. Nu huiver ik bij het snijden

    van verse broden, de warmte lijkt te veel op iets dat leeft. De jongen
    die in de supermarkt de vakken vult, kijkt door me heen en ik ben bang
    dat hij ziet wat zich onder mijn oppervlak verschuilt, hoe vaak ik bijna
    dader ben geweest. Hoe veel grapefruits ik genadeloos heb uitgeperst

    toen ik nog niet beter wist. De voetafdruk van een mens is gemiddeld
    drie ton carbondioxide, ik probeer nu soms mijn adem in te houden
    en noem mezelf hybride. Mijn tranen koop ik tweedehands,
    er is geen reden om nog meer leed op de aarde te laten vallen.
  • 2
    3954

    Ik ben speciaal voor jou lesbisch geworden (2e prijs)

    maar dat ik altijd moet huilen
    als ik je bef is flauwekul en als ik huil
    dan is het uit ontroering.

    Er was een nacht dat we elkaar zo stevig vasthielden
    dat ik in de ochtend niet meer wist met welk lichaam
    ik verder moest gaan de grote plant van motluizen ontdoen 
    zoeken naar een goedkope maar degelijke klamboe
    de koeien melken
    want dat zou ik die dag graag hebben gedaan
    als we koeien hadden gehad.

    Je moet je voorstellen dat je vulva
    een van die koeien is of eigenlijk het kalf
    dat eruit getrokken wordt en tussen de
    vlinderstruiken en judaspenningen en 
    leeuwenbekken en blauwe knopen in onze tuin
    wordt schoongelikt.

    Ik weet zeker dat je dan ook zou huilen.
  • 3
    617

    Cumulus (3e prijs)

    Wanneer ik aan mijn moeder denk
    denk ik aan die zondagavond waarop mijn vaders vriendin
    mijn broer en mij afzette met de koffers die ik sinds
    haar operatie zelf inpakte, de sokken
    die ik in de onderste lade van het roze kastje stapelde

    voorzichtig, alsof het bommen waren die elk moment
    konden ontploffen. In veiligheid geloofde ik
    op mijn zevende al niet meer.

    Dat mijn moeder de deur van onze sociale woning
    met kleine tuin, centrale verwarming en twee katten opende
    ze die rode, ietwat te grote trui droeg die zo zacht aanvoelde
    wanneer ze mij tegen zich aandrukte, wat sindsdien niemand
    ooit nog zo deed.  

    Toch voelde er iets niet juist aan, een steek
    in mijn maag, een blik in de ogen
    die, zo zegt iedereen, als twee druppels water
    op de mijne leken.

    Ik denk dat ik het toen al ergens wist, zoals je weet dat het gaat regenen
    door de wind die aanwakkert, de lucht die vochtig aanvoelt
    de onrust van vogels en wolken die afzonderlijk
    geen bedreiging vormen, maar samen, des te meer.
  • 4
    6485

    *

    Ezra Hakze
    Moeder, ik heb de hoop op sluipwegen verloren
    net als de anderen sluit ik aan in de rij  
    ik verlang naar de genezing van arbeid
    maar vooralsnog ben ik niet meer dan de duif
    die bij de bron zit te wachten op verlossing
    vogels verschijnen in mijn dromen en in mijn nachtmerries
    op een vreemde manier verlang ik te vliegen
    maar het is vervelend om alles van bovenaf te zien
    als je steeds op dezelfde plek blijft 
    wie jeugd en gezondheid veinst kan ver komen
    zo heb ik vernomen, moeder
    van de vrouw die voor mij staat
    ik heb besloten haar te vertrouwen
    al is zij strikt genomen mijn vijand
    want in de rij is het zaak de aandacht te verleggen
    van het object van verlangen naar de omgeving
    de bomen op dit traject geven tekens
    een struik is nooit zomaar een struik
    je moet er oog voor hebben zegt de vrouw
    en ik geloof dat ik haar begrijp
    het landschap dat voor ons ligt buigt
    de zweep die de bergen vormt zal ooit in mijn handen liggen
    al vrees ik de methoden om mij door te lichten
    hoe zullen ze mijn waarde meten, moeder
    zullen ze in mijn mond kijken en mijn nagels inspecteren
    me sommen laten maken in een verhoorkamer
    zullen ze me loslaten in het graanveld
    schoten lossen om mijn zenuwen te testen
    ik zal de kogels rapen en de aren
    in mijn zakken stoppen
  • 5
    5593

    *

    Coen Cornelis
    voor het eerst naaktgezwommen
    ik gleed als een aal door het water
    ik was helemaal alleen, daar in een poeltje van de stroom
    aan de kant lagen mijn stok, mijn bril en mijn zwembroek
    keurig over de rotsen uitgespreid
    spartelend en duikend en drijvend
    probeerde ik mij voor te stellen dat ik een vis was
    mijn schubbige bleke huid schuurde ik langs de rotsen
    zonder me te schaven
     
    ook heb ik mij voorgesteld een boei te zijn
    twee witte billen die voorbij varende bladerbootjes
    een melkwitte waarschuwing geven voor de komende stroomversnelling
    en later uitdruppelend en opwarmend, kreeg mijn piemel
    de zeer zeldzame kans te zonnebaden
    heel loom en gelukkig was mijn piemel
    vertel ik jullie bij deze voor jullie informatie
    en mijn gehele huid straalde als een fel licht
    waaraan vele parels hingen
     
    ook merkte ik op dat mijn enige gedachte de gedachte was
    dat ik maar één gedachte had, namelijk zoals ik al zei
    deze ene gedachte waarvan het begin of einde zoek is geraakt
    en waar vele insecten
    zowel vliegen
    als vlinders
    als libellen
    omheen vlogen
  • 6
    2442

    ACCESS POINT INTO THE VOID

    Rosa Willemijn Vlogman
    ik ga slapen in de geruststellende geometrie
    van een hexagon en voel de honing
    van mijn wanden glijden
     
    mijn dromen bloeden de werkelijkheid binnen:
    het aanzicht van een walvis wordt een symbool
    voor een naderende zwangerschap – maar van wie?
     
    ik houd met greasy handen mijn buik vast
    en bloed op de natte aarde
    ik drink de natte aarde via de tong
    van de kop van de bij die mijn baarmoeder is
     
    het kinderlijkje blijkt een misverstand te zijn
    het is alleen maar een stuk puin in de vorm
    van een kinderlijkje
    mijn moeder laat het tussen haar handen verdwijnen
     
    vlak voor mijn geboorte verlaat mijn moeder haar lichaam
    en haalt me op
  • 7
    7053

    AGM-114 Hellfire

    djalil sultani
    Mijn familie ging op in rook en liet een krater achter.

    Het was de vogel! zeiden sommigen, en zij werden zijn profeten.
    Ze hadden het over de onzichtbare vogel in de lucht.
    In schaduw zou het onzichtbare schuilen, dus geboden ze in schaduw te bidden, om dichter bij de hoogste te komen.
    Andersgelovigen baden in het licht. Ze wisten niet waarom. 
    Ook de kuiltjes van hun knielen werden kraters.

    's Nachts, wanneer niemand meer in schaduw en licht gelooft, kruip ik de kuilen in. Daar graaf ik zoals ik het hen heb zien doen.
    Met duikende handen en mijn ogen naar de hemel.
  • 8
    5946

    Amitriptadol

    Ingrid van Gaalen
    Spinpijlen spelen met je hoofd
    Steenpijlers peenstelers
    Ja

    Je trekt je bakpad pakbad nee badkap
    Ach, vlimmen
    Met vinnen

    Had je al eerder namen
    Je grimmigt om deur
    Zolijk

    Zompen
    Met je bakpad
    Klabakken
    Rumeurig

    Drog thuis
    Je man         Eloïse
    Broesemt
    Plofkop
    Snorrie
    Zeg je

    Pinstelen niet alleen zeer
    Ook brommels buikbruis
    Telaties

    Je grompelt niet
    Je behoedzaamt
    Alleen
  • 9
    1006

    Baliegaas

    Jurriaan Beckers
    Op het gaas bij de derde-verdieping-balie
    zitten gekleurde plastic vlindertjes
    om er een vrolijke draai aan te geven
    dat mensen hier, van hoog, naar beneden willen springen
     
    Ik hoorde je daar nooit over
    (Ik hoorde je vloeken en tieren,
    vertellen over marsmannetjes-antennes op het dak
    ik hoorde je zeggen, vijf minuten na mijn aankomst:
    ‘Nou jongen, tot de volgende keer!’)
     
    Maar niets over dat,
    dat het gaas moet voorkomen
     
    In mijn droom vraag ik het je
    dat ik me niet kan voorstellen
    dat je er nooit aan dacht, al die
    vermorzelende uren
    vermorzelende dagen
    vermorzelende weken
    vermorzelende maanden
    vermorzelende jaren, je
    vermorzelende altijd
     
    Heb je me, lijdend,
    leed bespaard?
     
    Maar ik zie of hoor je niet, zie alleen
    Eén vlindertje
    zich losmaken van het gaas
    en wegvliegen
  • 10
    5755

    Bevalling van een clown

    monique hendriks
    O baby, de zon schijnt in mijn navel.
    Als ik erop druk, verdwijn ik
    zijn er alleen nog uitgestrekte akkers.
    Een ongeboren kalf in de hoek schuilt tegen prikkeldraad, gelukzalig vermoeid.

    O baby, het regent en lokale buien zijn afgeschaft.
    Ik besta weer, blaas zwemvleugels op, zoek de nooduitgang.
    Er is hier sprake van lichaamsbedrog:
    iets abstracts als maatschappij kan niet schuldig zijn.

    O baby, ik wacht op je.
    Kom, schop nog eens tegen mijn blaas.
    Er zit te veel rotzooi in mijn lijf
    dat valt ultrasoon niet meer te reinigen.

    Ik kerf de datum op een didgeridoo van steigerhout
    verf mijn doodskist nog maar eens over in de nieuwe mode
    en probeer te dromen van citroensap (LSD nemen is valsspelen).

    Er is een diagnose voor alles, behalve onvoltooidheid
    dat moet vanzelf weer overgaan.

    In mijn droom bind ik het ongeboren kalf met het prikkeldraad op mijn rug
    slurp liters vruchtenconcentraat door een kartonnen rietje.

    O baby, misschien verwacht ik te veel van een bekkenbodem.
    Afvoerpluggen maken ze al lang niet meer van rubber.
    Als ik erop druk, verdwijn ik
    wordt mijn lichaam gereinigd.
  • 11
    3995

    bloosfobie#bleekmiddel

    Annet Lampe
    bleekmiddel tegen blikken en blozen
    het vale vallen, rood en rottig
    wit of blank, ecru geval of sepia
    wij allen zoeken een reddingsboei
    om het naakte vel te redden

    ze keert terug op haar stappen
    tilt die op en rijgt ze tot een collier
    van bloedrode koralen 
    wil niets liever dan het donker zijn 
    gêne binnenste buiten keren
    ongezien kleur bekennen

    gezichtsmasker, bleekwaterregen
    helpt haar uit de brand
  • 12
    756

    blootstelling

    Cootje Veelenturf
    met zand in mijn ogen maar heelhuids binnen bieslijnen
    lig ik in een plakkende likkende dwangbuis gaar te koken
     
    in mijn lijf heeft er zich een stelling gevormd een tweede skelet
    dat aan al mijn omkaderingen trekt het zekert benadrukt en herhaalt
     
    ik denk aan het gebouw verderop in de straat dat in steigers stond
    waarop ze hoog aan het metselen waren en hoe de structuur omviel
     
    het elektrisch kraken van geïsoleerde hunker in corrosiebestendig staal
    terwijl ik die late morgen juist heel voorzichtig wakker werd
     
    toen verwar ik met nu en alle andere ochtenden van onder de miststolp
    ik was toch ooit bij de pinken behendiger vol ruimte echt in het veld
     
    met een embleem van bedrijvigheid gekleefd op mijn geheel
    was ik een onderwerp van stutting tooisel of fijn gebarsten symbolische pleister
     
    ze zouden mij met een speurhond door een warmtebeeldcamera hebben gezocht
    allang was er een slijpschijf zingend op mijn borstbeen gezet
     
    als ik hier niet via het serreplastic kromgegroeid uitgeteld
    met mijn vlijmende graat laf in mijn mest lag te wentelen
     
    kon ik maar krijsen of klonk ik als de wringende ladders tijdens de ramp
    met hoop ver in slaap dacht ik nog die dag: wat gek wat uitzonderlijk teer
     
    iemand legt met aandacht en genade een zak vol scherven neer
    precies zo zou ik het allerliefst uiteen willen vallen
  • 13
    6153

    CHRONOFOBIE


    de tijd tikt tegen haar slapen
    bonst in haar hoofd
    het helpt niet of nauwelijks
    dat alle klokken het huis zijn uitgedragen
    de wekkers tot stomheid geslagen
    ook haar hart ijlt voort
                                    en voort
                                                en voort
    elk ritme voelt als moord
     
    er schuilt geen vreugde in de zon
    die de ochtend op haar lakens brengt
    de avond langgerekt over de keukenvloer
    strekt
            en strekt
                         en strekt
    zij merkt enkel het verglijden
     
    haar therapeut hamert er is enkel nu
                                                          nu
                                                              nu
    maar na een uur noopt de tijd tot conclusie
    drijft haar uit met vernieuwde angst
     
    enkel slaap schaakt het voorbijgaan
    dus slaapt ze
                       slaapt ze
                                    en slaapt ze
    droomt dagen tot jaren
    perpetuum mobile van eeuwig gegeeuw


  • 14
    230

    curiosity kills the cat

    Bij een kwestie van kiezen, bijvoorbeeld om het juiste standbeeld in de tuin
    moet ik het poortje in mijn oog afsluiten
    en met de bypass van de bangerik in me naar de braamhoek lopen.
     
    Oh oh camouflage.
     
    Ik kan liegen en zeggen dat doet me niets, dat floaten
    maar in ‘t echt smeer ik die blauwe smurrie aan mijn wangen
     
    en ik schaam me dat ik niets beter voor ons heb dan gezangen
    Altijd diezelfde component, die afgod, een beproefd recept, potdicht.
     
    Het wisselkind in me geeft katoen, ik ben de slimmerd want ik zwijg.
    Ik zwicht.
    Ik krijg niets terug van een eigen Boerenkrijg.
    Ik denk het is alleen uitwendig dat ik me er niet aan stoor, maar ik ben
    generaal-majoor.
    En men betrapt me – hetzelfde geldt voor tussenbeide willen komen
    in de politiek van de natie.
     
    Ook dat beroert mijn ziel.
    Maar ook toen ik jonger was, wierp ik nooit met noten en deuren.
    En ik wil niet zeuren, maar ‘t is daarom dat ik van mijn volk hou.
    De mensen zijn zo dorps en behouden
     
    hoewel ‘t me wat benauwen wil.
    De strijd om de tijd is, I guess, altijd buitengewoon
    oh wat ben ik een ravage.
     
    Mijn herinneringen branden achter een rookgat,
    averij van revolutie in mijn ogen.
    Een ei dat niet even zeldzaam is, als de cantateplaten en vorkvinger
    die ik bezit.
  • 15
    1019

    DAGREST


    De droom is steeds dezelfde.
    De lobby van een sjiek hotel,
    maar ik ben niet gekleed
    en kan de taal niet spreken.
     
    Mijn dode moeder danst
    naar binnen vraagt om
    sleutel landkaart en het
    nummer van de kluis.

    Dan klinkt er zacht vioolmuziek;
    de sinaasappeljood uit Zuid.
    Zijn pak blauw wit: ‘t is bitteruur.
    Hij toont het nummer op zijn huid,
    gaat lachend naar een grijze muur
    waar vreemde tekens onheil spellen.
    De eerste letters van een avontuur.


  • 16
    1287

    DAVID

    De hapjes candy dringen zich vooraan.
    Mijn atelier is een magneet. Zo rijk. 
    De armste stemmen hopen op een strijk 
    van mijn retina. Dat ik hen zie staan. 

    Met dit modellengrut als vergelijk
    is het dat ik een juveniel bestaan
    uit eeuwig marmer trek, maar 't raakt niet aan
    de hardste arbeid waar ik aan bezwijk: 

    te selecteren uit 't weldadig stuks
    extremiteiten van de zoetgevooisten
    is hemels werk ja – dat is niet de crux;
    het is om bruikbaarheid dat ik moet zien
    mijn snoepaantal tot pakweg negentien
    te reduceren. Tot de allermooisten.
  • 17
    5995

    De Blikken Man bleek ook seks te hebben

    Trijntje van de wouw

    Op mijn twaalfde zoende ik met een puistige jongen voor een euro en twintig eurocent
    Van dat geld kon ik een met vet doordrenkt kaasbroodje kopen in de schoolkantine

    Ik heb altijd een disbalans gevoeld in liefde of noem het intimiteit of noem het neuken
    Zo noemde mijn dokter het laatst
    Misschien klinkt geslachtsgemeenschap als iets wat ik niet heb
    Of misschien schreeuwde mijn schimmelinfectie om deze formulering

    Acht jaren later gleed de eerste siliconen piemel bij mij naar binnen
    Weken broedde ik op dat sinistere plan
    Toen ik ontwaakte uit mijn dronken slaap en naar de wc strompelde merkte ik dat ze een foto maakte van mijn jonge naakte lichaam
    Daar leerde ik dat lesbische oudere vrouwen beangstigend zijn

    Jaren daarna deed ik alsof ik klaarkwam in de ander
    Aan het einde een paar keer hard stoten
    Hier en daar kreunen en wat schokken in dat zoete lichaam
    Daarna terugtrekken en op je rug gaan liggen hijgen

    Ik had aanleg voor theater
    Lang voordat ik neukte speelde ik De Blikken Man in The Wizard of Oz bij een kleine toneelgroep in een naburig dorp
    Daar leerde ik dat een volledig metalen lichaam geen emoties heeft

    Vaak ruim ik op na de daad
    Ik blaas dan de kaarsen uit en zet een laagje water in de rode wijn glazen
    In mijn gedachte roep ik dan: ‘romance is dead’
    Vervolgens trek ik de dekens recht en maak ik de vloer kledingvrij
    Ik gooi een glas water achterover
    Poets mijn tanden en daarna was ik alle verwachtingen van mijn gezicht

    Vorige week liet ik een Viking uitziende man klaarkomen op zijn eigen gezicht
    Ik heb een imposter syndroom voor seks met mannen; een bedriegerscomplex
    Alleen ben ik geen deskundige op dit vlak dus misschien ben ik gewoon onzeker
    Al waren mijn nagels en haar te kort om dit geslachtsdeel aan te raken
    Toen hij klaarkwam richtte ik dat stuk vlees naar zijn gezicht en hydrateerde met sperma zijn volle baard

    Maar juist daar voelde ik het rechttrekken
    Ergens in de wereld herstelde de disbalans zich
    Ik hoop dat het hier is
    Ik hoop dat het in mijn kamer is
  • 18
    6356

    De doorboorde tijd

    Er zijn wachtzalen vol gepantserde gestalten.
    Op borden staan plaatsnamen, uren van vertrek
    en aankomst. Er is rubber tussen dubbele 

    deuren. Roltrappen en geen loopplanken

    voor te zware bagage. Er zijn geuren van junkfood
    en te lang dezelfde kleren. Er zijn ogen die staren
    maar niet zien. Er zijn landschappen die wegduiken.
  • 19
    6942

    de kosmische kraamkamer van goudvis bob

    annemarie van der meulen
    goudvis bob haat de desigual en houdt van côte d’or
    hij is geboren met specifieke wensdromen, sinaasappelsmaak
    en net als jij van franse komaf

    maar voor zijn elegante koninkrijk komt 
    gaat hij vier keer dood

    er zitten wolven in zijn vissenkom en wilde 
    diagnoses omsingelen zijn kraamkamer 

    is hij onderdeel van iemands 
    egocentrische experiment?

    in de spiegeling van de de flessen op de bar maar vooral in de schittering 
    van die vissenkom een aanwijzing voor hoe je er zelf 
    nu uit moet zien van buitenaf: een glas 

    waar anderen dingen in bewaren, uit drinken 
    of de bedrieglijk unieke patronen van hun kipnuggetvingers op drukken 

    zal ik je leren schaken? vragen zulke onbekenden
    terwijl ze scheten als doorweekte bierviltjes achterlaten

    ze dronken al twee keer zoveel 
    leven maar dat heeft niet geholpen

    het glas is nog steeds vol
    aannames

    misschien moet je nog werken aan je glans
    als je meer glimt weerkaats je beter 
    een metalic look misschien?

    of schubben nemen
    en nog een paar keer doodgaan
  • 20
    4085

    De mijn onder de muze

    Inge Bak

    Zij kan in magnolia en misère huizen
    inzoomen op kruitsporen aan de voet
    zelfs een verminkte hand vingers geven

    Sleept zich voort langs lepeltjesdieven
    brieft over brandharen aan venijnig blad
    veegt prikkels in haar eigen taal bijeen 

    Draalt als
     
    laatvliegers vluchtroutes rondom neon beramen
    kunstlicht van de slapelozen sterren doet verbleken:
    wie het donker niet kan zien, loopt tegen de lamp

    Daar waar dag en nacht elkaar ontmoeten
    is zij een knijpkat voor het schuilkelderkind 
    reikt ontredderde moeders een uitzicht aan
     
    Maar toch
     
    wanneer leed een weerloos lichaam aanvreet
    winter de aarde verhardt en alle groei insluit
    bevriest zij stilaan tussen verstokte uienrokken.
  • 21
    4282

    de tuin die wij zijn

    Sarah Verschuren
    de tuin die wij zijn blijkt vatbaar voor ontstekingen van binnenuit
    onkruid kruipt van achter onze nagels en huist zich in de ruimte
    tussen jou en mij

    we bootsen warmte na door in elkaars hart te knijpen
    zijn later ontdaan om de ontstane zwelling 
    willen er een hand op leggen
    alsof we wapen en schild tegelijk 

    en pas toen de winter viel en alles koud en kaal en grijs
    duidelijk werd hoe bleek en verkleurd ook wij geworden zijn 
    pas toen viel op dat de tegels van het terras steeds verder 
    uit elkaar dat mos zich verspreid heeft tussen gaten en kieren 
    en plaagdieren gangen zijn gaan graven in ons brein

    preventie is de beste bestrijding, lees ik
    te laat en tegen planten praten helpt
    maar wat zeg ik tegen jou


    de tuin onze tuin ik heb er vaker naar staan kijken
    en zag heus de sla doorschieten maar ik stond er maar wat bij

    we laten bloesem vergaan in onze handen zeg je en ik zwijg
    lang genoeg om te weten dat liefde mij na al die jaren nog steeds lichaamsvreemd is 

    mijn lichaam doodt wat het niet kent

    en misschien hebben we ons te vroeg uit de grond getrokken
    of ben ik bang en misschien was het anders als we meer licht
    meer voeding meer adem 


    maar tussen toen en nu staat de tijd
    en hier sta jij 

    met water over je wang 
    een gieter in de hand
  • 22
    496

    DE VOORWAARDEN

    omdat ik te vaak met tijd heb gemorst
    omdat het water nooit zo makkelijk
    naar de zee te dragen is
    omdat mijn tranen soms ook
    plengen bij de laatste regel van een boek
    omdat de bladeren steevast
    vallen als de herfst terug is
    omdat ik jouw adem zo graag midden
    in de nacht over mijn rug voel strijken
    omdat de borden in mijn kast soms
    staan te trillen omdat de aarde schudt
    omdat ik ooit dromen had die niks te
    wensen overlieten maar nooit uitgekomen zijn
    omdat ik soms nattigheid voel terwijl
    mijn schoenen nog op het droge staan
    omdat de eelt op mijn huid soms zo dik
    lijkt alsof er zestien lagen verf over heen liggen
    omdat de klanken van de gitaar die ik
    in de verte hoor soms net niet perfect zijn
    maar dat dat helemaal niet erg is
    omdat het af en toe lijkt alsof het
    gaat regenen en dat twijfel brengt maar
    het toch allemaal best blijkt mee te vallen
    omdat ik de kater mis als
    ik niet meer zoveel drink
    omdat de vogels vluchten
    voor de sneeuw die in aantocht is
    omdat de wind mij regelmatig
    van mijn fiets afblaast
    omdat ik elke ochtend veel te vroeg
    wordt gewekt door de hond van de buren
    omdat het gat tussen wens en werkelijkheid
    soms ook voor mij te groot is

    daarom eis ik dat het
    morgen alweer lente is
  • 23
    609

    De zuster zei

    Menno van Dijk
    Ze zei,
    de zuster zei,
    toen ik even uit het kamertje moest,
    en op het bankje zat,
    in de lange bange gang.
    Ik weet niet hoe ik keek,
    verdwaasd, verdoofd, in tranen wellicht,
    of althans, vochtige ogen,
    van de peilloze afstand.
    De zuster zei,
    ik weet niet waarom nú,
    ik werd wel vaker even weggestuurd,
    omdat ze wat moesten,
    wat moesten doen,
    dat geen leuk gezicht was,
    zodat ik op de lange
    donkere gang
    angstig naar het gordijntje keek,
    met de schaduwen
    van geen leuke dingen.
    De zuster zei,
    ze zei,
    alsof ze er over nagedacht had,
    alsof ze het voorbereid had,
    alsof het eindelijk gezegd moest worden,
    aan die stille jongen, die man,
    wat was ik eigenlijk?,
    die er elke avond weer was.
    Ze zei,
    de zuster zei,
    dat ik er op moest rekenen,
    rekening mee houden,
    dat het lang ging duren,
    en ze zei,
    de zuster zei,
    dat hoe langer het duurde,
    hoe onzekerder de uitkomst,
    als ooit.
    Dat zei de zuster:
    als ooit.
  • 24
    6624

    dubbelganger met meer moed

    Wim Vandeleene
    in het uitstalraam van de speelgoedwinkel 
    lacht een man hem toe, hij woont afwezig 
    in zijn huls, niet één jonge cel aan zijn lijf
    aan jeuk gingen nagels verloren
    hij wisselde van huid en haar

    van angst schieten voeten wortel in aardedonker
    liever zou hij gaan, met een touwladder naar de nok 
    van een circustent klimmen, na de roffel trapeze zwaaien
    sneller dan zijn gewicht aan de val ontsnappen
    en moed putten uit de sprong
  • 25
    892

    Dwaze vader

    Gerard van Paassen
    Ik liep met m’n vader door het park
    kroop in een holle stam en vertelde hem
    dat ik later piloot wilde worden
     
    hij ritste zijn jas open en zei: jongen
    als je wilt leren vliegen moet je daar niet morgen
    maar vandaag al mee beginnen
     
    voor ik het wist begon hij te rennen
    met zijn armen te wapperen
    steeg zowaar op
     
    boven de brandnetels en merelbosjes
    de kraaiende bomen
    vloog over de groene koepel van
     
    de sterrenwacht en ik
    met vleugels van gras en eekhoonblad
     
    achter hem aan
    zo ben ik dichter geworden
  • 26
    146

    een mensenleven al dan niet genaaid

    Mijn wachten op salaris,
    je getuigenis van lettergrepen. Ik wil dit onderbreken
    door
     
    te compenseren als ware ik water gorgelend door de buizen in
    het huis. Als
    gelach dat uitbreekt in de lege
    achterkamer, waarin ik wacht op een blik kattenvoer
     
    waarvan ik plots het roest en etiket ruik.
    Dat kan je een aantal jaren volhouden, maar het is zondag
    ik ben dertig
    en mijn budget voor nieuwe boeken waait over mijn smalle
     
    gezicht –
     
    en dan spreek ik nog niet over de huur: een alligatorlederen
    handtas
    die ik openforceer
    als een wilgentak waarbij telkens je witte boomsap uitbarst.
     
    Alsof ik zo, met veel liefde voor jou
    mijn witte lippen laat bewegen
     
    in het opensnijden van een hardgekookt ei.
     
    Ik overleef het land, omdat het keihard is.
    Ik ben van kaneel, omdat het niet goed ging vandaag.
    Ik ben van geluid, omdat er drie pijlen in mijn voorhoofd
    eindigen.
     
    En niet alleen van Cupido.
    En de sneeuw in dit april is een kamer die zwart wordt –
    een paar seconden.
    Het roepen van de sjamaan is het worden van een fluister.
    Zo kan ik mijn kleine hart horen rimpelen
     
    om wat voor licht dan ook gegeven is aan mij.
  • 27
    3697

    Een psycholoog op een kleedje laten zitten is een simpele manier van mensen dieren planten leren zijn

    Jo-An
    er zitten zeven weken tussen ziek
    en een druk hoofd als je de buren
    in het bos laat en een privé detective
    uitnodigt

    van de magneten in iemands handen
    leer je dat het om de oplossingen draait
    van een leerling leer je dat ´epiphanies´
    bedoeld zijn om te lachen

    op een tapijt blijkt dat het besef ´schelp´
    evenzo belangrijk is als iemand zijn
    die komt en gaat in periodes

    ook al voel je je een octopus
    herhaal alvast de mantra
    ik ben een papagaaivis

    je laat je geloof in de mens als mier los
    wanneer je met je huid vol nerven luistert
    naar de fotosynthese van je adem

    en begrijpt heel even dat doen
    het zijn vertroebelt 



  • 28
    3653

    Eindspel


    Toen zij haar rollator losliet viel zij op de grond. Zij viel naar allen die in hun stoelen voorover, naar achteren, naar rechts of naar links geleund, in stilte wachtten op een glimlach. Ik boog mij voorover, naar zichtbare en onzichtbare voorouders. Je kunt niet tegelijkertijd bang en dankbaar zijn. Het gebakje bleef onaangeroerd. Sommigen sterven licht als een groenvink, sterven van teveel schaduw of stikstof, sterven als een hongerend kind. De plastic bladeren van de plant deinden zacht, alsof een onzichtbare hand ze telkens aantikte, een voorbode van de komende wind. Hoe zij viel en viel, zomaar uit de dag en de nacht haar omsloot.
  • 29
    3509

    elegante loafers

    De Bruyn Jan

    Hier waait de baas aan
    het nekhaar staat overeind
    de baas is vrouwelijk en heeft een snor
    zoals de zee bij paars onweer
     
    het is raadzaam om tijdens onderhandelingen
    elegante loafers te dragen
     
    de baas is armetierig gekleed
    en bezit een hard zadel
    dat niemand haar tegenspreekt
    omdat ze lelijk is bewijst juist dat ze enig is
     
    hooghartig houdt ze haar kuthondje vast
    en sleept kirrende martha door het landschapsbureau
    klappers waaieren open als sutra’s papiersnippers dwarrelen
    neer als manna
     
    uit een diensthoofd geschapen de wereld is
    wat neerslachtigheid tot gevolg heeft
    en koffiedik kijken in krijtwitte plastic
    bekertjes
     
  • 30
    3770

    Even leek    

    Heel even lijkt het: ze draagt een groene broek en een rode jas,
    ze zou zijn langstlevende clown zijn, dacht hij. Ze neemt
    zonder raken, ze kust zonder geluid
     
    zowel de doden als de lieven, ze houdt hen
    in de stem van de achterblijvers,
    ze laat hen in het zwart van de rouw.
     
    Enkel het vel om het vel haalt het goud,
    de strijd is een uitvlucht -
    laat het gelijk.
     
    Dat laatste begreep hij niet helemaal. Hij liep door
    het oude paradijs en zag haar weer. Geen clown
    dacht hij nu, zij is mijn ballerina.
     
    Ze knipoogt net voor hij inslaapt 
    en alles komt goed. Hij dacht aan zijn vader en zijn moeder.
    Heel even leek het.
  • 31
    2441

    Excuses voor het ongemak

    Floor Tinga


    Ik was tien jaar te jong om belastingformulieren in te vullen,
    maar oud genoeg om boterhammen te smeren, al was er geen
    beleg behalve de halvarine die je van de buurvrouw kreeg.
    Ze hield ons in de gaten.
     
    De gordijnen op mijn kamer rafelden aan de onderkant. 
    Het licht viel als een puzzel op de muur. Soms leek het
    of een kudde paarden langs galoppeerde.
     
    Mijn zakgeld had ik aan je uitgeleend voor onbepaalde tijd.
    In ruil voor een bak roomijs-vanille. Ik vond het een goede ruil.
    Al had ik liever salted-caramel, maar die was niet in de aanbieding.
     
    Kort daarna kwam Nina. Ze sprak over een passend plan.
    Ook had ze een boek mee. Het ging over een paarse beer.
    Zijn honing was op: ‘O jee!’
     
    Mijn broertje sloop naar de gang, goot de mouwen van Nina’s jas
    vol met 2-in-1 shampoo. Daarna probeerde hij ze in de fik te steken.
    Jij ging gillen, niet vanwege die jas, maar omdat je de 2-in-1 shampoo
    nog nodig had voor de wasmachine was.
     
    De eerste nacht bij gezin M. hield ik mijn koffer ingepakt. 
    De tweede tot en met twintigste nacht ook. Er kwamen meer 
    boeken: over pratende kikkers die hun emoties weghikten, 
    inslikten en hoe ik dat voor me zag?
     
    Ik zag alleen mijn kamer, jouw rafelige handen. Door een storing is
    het Serviceteam gedupeerden Kinderopvangtoeslag niet bereikbaar.
    Excuses voor het ongemak.
     
    Ondertussen smeer ik stapels boterhammen
    en wacht tot een kudde paarden
    op de muur verschijnt.
  • 32
    6361

    expeditie

    in een wit gebied op de muur
    een bergketen verzinnen
    in het dal gaan wonen
     
    we leggen een wal aan
    graven klemmen in
    zorgen voor voldoende hout en voedsel
     
    ons kamp moet genoeg ruimte bieden voor twee personen
    vrij zijn van overstromingsgevaar
    en in de buurt liggen van zuiver water
     
    om snel en doeltreffend uit te kunnen halen staan we uren op de uitkijk
    zien dat banen zoals die van de kanonskogel symmetrisch zijn
    de vlucht omhoog weerspiegelt de val
     
    het lange wachten maakt ons vals
    en de belegering blijft uit
     
    we hebben ons op de verkeerde vijand voorbereid
    we hebben ons klaargemaakt om te vechten
     
    nu zal er gevochten worden
  • 33
    326

    Fragiele mythe

    Constante is dat er wind zucht en vogels dichten
    dat ik vrouw ben en hij man
    variabel is de a capella, het samenspel
    hoe we onszelf verzinnen
    de merel zwijgt vandaag

    een nieuwe tweedehands theepot staat op tafel
    in welke kast zal ik er ruimte voor vinden?
    tussen bulgur en linzen is nog een functie van x en y open

    als dubbel x lees ik Sapiens
    het begin van dichten
    uiterlijke ingrediënten van landschappen
    in een verzamelend brein meetorsen
    bij gebrek aan papier
    een kaart van deze moeder
    ik zocht bij herhaling naar de beste mythe

    wanneer hij komt kan ik roti proberen te evenaren
    kan ik die hakjes verduren bij gebrek aan y
    mijn kwetsbaarheid uitlaten als een puppy
    hoef ik niet onhaalbaar zo sterk als een man te zijn
    misschien leiden nieuwe recepten tot uitputting
    is linzensoep ook een antwoord
  • 34
    3240

    Fragmentatie

    We wassen inktvissen in plastic regentonnen
    drogen ze op het strand waar schildpadeieren
    begraven liggen.
    We mogen geen schepen bezitten
    voor het geval we wapens importeren
     
    trekken steeds verder weg uit het noorden:
    gouden tempels, winkels met neon letters,
    nummerborden waarop onze taal met teer bedekt is.
     
    Soms lukt het de vijand in slaap te wiegen
    eten we met voorbijgangers tot ons accent verschijnt
    slaan we de ananas over
     
    waar Nederlanders met zijden kousen
    ons vrijheid beloofden voor kaneel en olifanten
    waar Engelsen theeplantages stichtten
    ruiken we naar as van zwarte dagen in juli.
     
    De lucht hangt als een uitgeknepen vaatdoek om ons heen
    met zwarte beits schrijven we slogans op muren:
    ons eiland is ons eiland niet meer.
     
    In mijn borstkas breekt een zeeschildpad uit zijn ei
    zoekt naar de branding voor de zon opkomt.
    Mijn bruine lijf wordt steeds lichter
    een ander continent nestelt zich in mij, rekt zich uit.
     
    Jij wacht op de wind, legt inktvissen op het strand.
    Ze veranderen van kleur als er gevaar dreigt.
    Jouw huid is hetzelfde gebleven.
     
    Stukken eierschaal schuren tegen mijn ribben.
    Ik verzin een oceaan die jou elke dag aanraakt.
  • 35
    6954

    Fragmenten Gebroken Tekst

    Laurens Duyts
    Ik ben een waardeloos dichter, van mijn woorden kan ik niets kopen.
    Ik breng dingen vanuit de wereld naar de zeecontainer, waar ik woon.
    Ik breng dingen vanuit mijn zeecontainer naar buiten - het liefst teksten en kunst
    maar meestal zakken afval, oud papier en lege flessen wijn.
    Ik eet en drink in de zeecontainer en poep en plas dat wat ervan overblijft uit in mijn toilet.
    Ik masturbeer en vrij in de zeecontainer.
    Ik consumeer en gebruik dingen in de zeecontainer.
    Ik leef in de zeecontainer en waan mijzelf gelukkkg.

    De zeecontainer als symbool van de kapitalistische, globaal verbonden wereld. De zeecontainer als ruimte
    waarin dingen opgeslagen en vervoerd worden; speelgoed, kleding, telefoons, voedsel, cocaïne
    soms verdwaalde spinnen of insecten, of een verstopte noodkreet van een arbeider.

    Ik woon, werk, en beweeg in de zeecontainer, omringd met andere zeecontainers.

    Een wild geschreeuw, toen vloog er een raam open waaruit een gigantische teddybeer gesmeten werd.

    Heb je liever rozen, of levercirrose?
    Een jonge fazant rent over het fietspad.

    De zon gaat onder, komt weer op, gaat weer onder. Geen slaap.

    Op het internet lees ik dat de eerste financiële transactie op de maan betrekking zal hebben op maanzand,
    dat symbolisch verkocht en gekocht zal worden om duidelijk te maken dat de maan economische potentie heeft.

    Elke dag is het einde van iets.
    Ik wacht op de apocalyps terwijl ik dingen consumeer.

    'Waarom is ons zoiets vréselijks overkomen?' Vroeg hij aan de psycholoog nadat het leed van de wereld
    in de vorm van een fataal ongeluk zijn leven binnengedrongen was; zijn geliefde was aan het hardlopen
    toen een klein overgebleven stuk van een gevallen satelliet haar schedel verbrijzelde.
    'Wat een domme vraag,' antwoordde de psycholoog.
  • 36
    6195

    Gedesoriënteerd

    goedele miseur

    vouw me bij valavond open zoals destijds
    de landkaart op de warme motorkap
    draai me een kwartslag tot ik het noorden kwijt ben
    glijd met je vingers voorzichtig over de hoofdwegen
    durf ze te verlaten bij de kruising
    stippel een adembenemende route uit
    langs afgrond en vergezicht
    zoek een uithoek een onooglijk gat
    vind ons een bestemming
     
    maar buig niet zelfingenomen over me heen
    alsof jij de enige bent die weet
    waar we zijn stilgevallen en hoe lang
    het wachten is op bijstand
     
    blijf alsjeblief nog even geloven
    in een uitkomst een bed voor de nacht
    laat me sterren zien waarop we kunnen navigeren
    breng me weer in positie
    en plooi me daarna onhandig dicht
    volgens de vouwlijnen
     
    wees net zo verloren als ik
  • 37
    1070

    Genesis

    In de tijd tussen de bliksem en de donder worden gemiddeld negen kinderen geboren,
    zeggen biologen. Ik denk dat ik er zo een ben, als een ei op de aarde gelegd
    in een tijdspanne bepaald door de geluidssnelheid, op een novemberochtend
    tussen neus en lippen door een naam gekregen, zonder te huilen

    de felle ziekenhuislampen recht in het gezicht gekeken. Voor tranen is genoeg tijd
    als ik ouder ben, moet ik gedacht hebben, eerst redenen verzamelen. Nu lig ik op bed
    met mijn handpalmen naar boven, luisterend naar een mp3-bestand van een mannenstem
    die uitlegt hoe ik mijn lichaam in stukjes moet ontspannen. Als hij over mijn knieschijven

    begint, haak ik af, vraag me af hoe lang de yoghurt in de koelkast nog houdbaar is.
    Als ik weer luister, is de man al bij mijn middenrif. Ik voel me op een vreemde manier
    geschonden. Soms meet ik met speekselmonsters mijn eigen halfwaardetijd, elke dag
    kom ik er dichter bij. Ik zoek de eenzaamheid op satellietbeelden van Antarctica,

    laat mijn warme voeten in het ijswater zakken. Ik ben niet alleen, eerder geïsoleerd
    als milieuvriendelijke muren. De spouwen zitten vol met stukgekauwde woorden.
    Ik haal mijn herinneringen door een gehaktmolen en krijg elektriciteitsdraden, tel
    de seconden van de richel tot de grond om te bepalen hoe ver weg ik ben.
  • 38
    3075

    GLAZUUR

    Want zo gaan meisjes op een achterbank
    met taarten op schoten

    in aardbeirood of met het getijgerd geel van tiramisu

    bolrond en vol van gelatine
    lillend en lallend op weg naar de fancy fair

    het is gevaarlijk gebak
    hun korsten zijn dun als de aanwas van een nacht
    ze rusten in handen met vers gelakte nagels

    op de achterbank flonkerende krullen en lokken
    ogen en wangen glimmen in elke ruit
    en in iedere bocht het gevaar: schieten ze opzij of vooruit?

    zo word je koetsier op de bok
    je loodst ze door de hoge straten van de stad

    ze manen elkaar:
    laat het glazuur niet breken

    breng ons ongeschonden naar de fancy fair

  • 39
    6887

    Handdoeken

    Lisa van Tongeren
    Er is tijd over. In de bijkeuken rol je handdoeken op waarmee jij je niet meer af gaat drogen.

    De taatsdeur gaat sinds de zomer van binnenuit niet meer open en je denkt aan het hoe het zou zijn om nu opgesloten te raken. Je zou hem moeten bellen. Hij zou komen want je bent onder zijn dak.

    Je stoort je opeens aan de zachtroze lak. Maar de watjes en remover zijn al ingepakt. Hoe is het om iemand te zijn met rechte nagels vraag je je hier af. Als je voorlopig de enige bent die voor jou moet zorgen kun je maar beter geen scherpe hoekjes hebben.

    Als het koud wordt zal het hout weer krimpen. Vriendinnen zullen aan je vragen wat je op die laatste ochtend deed. Waarom je niet ging zitten wachten.

    Je had je nagellak eraf kunnen krabben. Maar je haalde producten uit de koelkast die over datum waren en herschikte de stoelen rond de eettafel.

    De franjes van het vloerkleed ook nog even recht.

    In de auto vraagt je vader wat je nieuw zou moeten kopen. Je denkt aan handdoeken. Dat ze hard zullen worden zonder droger. En of hij nog steeds alleen de grijze zou gebruiken.

    Je ziet jezelf hem in badjas omhelzen. Afscheid nemend. Jij klein dus op je tenen.  

    Er moet een versie zijn. Een reservekopie of honderd geleden waarin je al voorzichtig bent met je spullen maar nog durft te discussiëren. Tot je vingers tintelen.

    Je belooft de boeken dat je een kast voor ze zal vinden. Later.

    Het is belangrijk om eerst te slapen.
  • 40
    1289

    Heimwee naar Zwotanië

    Lieke de Winther
    Heimwee naar Zwotanië


    Ben jij ook in Zwotanië geweest,
    waar de zwalketoppen vloerig veuzen?
    Met elke zondag een kloddig feest
    vol stollabods en gele neuzen.

    Zag jij daar ook een sporrehoen
    met grote klauwen en die ralanip?
    Zag je hem zijn spordans doen
    en daarbij kliften als een kip?

    Heb jij daar ook grulon gedaan?
    Met graftyriet en wat fenast
    tot je al fjoelend weg kon gaan 
    met veel vladoepel toch gepast.

    Och, heb je weleens heimwee dan?
    Naar die hoen, ’t grulon of naar dat veuzen?
    Leg je vabol over je gronzen dan
    en waan je weddig tussen gele neuzen.
  • 41
    1073

    hemelsplijters

    je staart wat in een spiegel het glas zo lang terug als nodig 

    onder glad gekamde haren botsen drie continenten 
    één het jouwe de andere van samen 
     
    met een vingertop tast je de breuklijn af
    het koudste deel van de hamer past precies tussen de platen 
    je telt af tot het begin van je beschaving 

    drie — twee — één — pangea 

    de spiegel stopt - het staren stokt - de hemel gutst 
    de vloer knikt onder je weg in al haar tonen 
    rood in holtes 

    je zweeft halverwege de kamer armen wijd bevroren
    ze willen je wat aandoen ook 
    een stelpende jas tijdens het lopen 

    iemand legt wat handen in je nek - zo van 
    gaat het moeten we iemand halen 
    het soort omhulselvragen 

    leeg - hun handen beloven je op te vullen
    alles is opwaarts hierna
    kurk zijn tijdens een tewaterlating 

    je beseft je - zij zijn ook maar dobberaars 
    die alles van waarde inpakken of houten vaten stoppen

    in de grote hoop aan de zwaartekracht te ontsnappen 
    hun video-recorders sponzen
    onmetelijk lang simultaan hun adem inhouden 

    je houdt niet langer je neus vast bij de vleugels
    je wilt blijven tot je hoofd de verse lucht ontstijgt 
  • 42
    6365

    Hertelling

    david jacobowicz
    Voelt u zich vrij de kwestie verder toe te lichten
     
    er was het brullen alsof zonder buren het kussen rakelings langs
    het hoofd het gevoel overtollig of langzaam te verdwijnen
     
    Ik heb uw vraag niet begrepen. Herhaal uw vraag in enkele termen
     
    Anna noemde ze zich er was het middernachtelijk bellen het erbarmen
    het helpen de weg een uitweg te wijzen
     
    Uw vraag gaat over hoop. Is dit correct?

    er was de luid-duidelijke herhaling na de toon de korte stilte haar resumé
    u wilt weten of wanhoop ook een vorm van hoop is
     
    Hoe kan een mens gelukkig zijn zolang hij iets anders hoopt dan wat hij beleeft?
     
    er was haar antwoord en ons volgen het uitkleden
    het schuren van onze naakte lichamen tegen het reliëf van de muur
    de onderdompeling in het wollen bad het comfort van acaciahoning walnoten en romige dromen
     
    Ieder leven is het verhaal van een teloorgang

    na het bad wikkelden we ons in een mantel van mythe
    die we net zo lang bewerkten tot die ons zinde
     
    we verruilden de lier voor een kwast het rusteloze voor verbeeldingskracht het orakel voor
     
    Herinner je dat alles onwerkelijk is en zal blijven

    onze handen bevoelden het relaas van onze onmin zonder weg te kijken
    door dikke klodders verf laag voor laag steeds dieper
    tot we er met lange halen overheen schilderden
     
    Hoe heeft Anna het gedaan?
     
    er was de droom waarin ik Hades hekelde
  • 43
    1061

    Het Hogeland

    Bert Struyvé
    wanneer we goed luisteren
    horen we het ritselen
    van zeewater op het kiezelpad
     
    we trachten de geluidsgolven te doven
    die ons grootstedelijk aanwaaien
    en zoeken naar antwoorden, naar licht

    in barsten, barsten die via kieren spelonken worden
    alsof je een kleurplaat zwart-wit bezingt 
    de schaduwschade ligt besloten in onze mond 
     
    we zetten schrap op vette klei, trekken beelden
    om de lege schaal enigszins te neutraliseren
    waar vloeit het water, waar 

    staan de enkels droog
    als de windvanen draaien
    op mien Hoogelaand

    dan vangen wij
    het zwalken van de hoge wieken op
    neuriën aanzwellend gedwee met het beven mee

    maar
    steevast met een eigen refrein
  • 44
    3339

    het huis bij de notenboom

    de stilte in de kamer ruimt de ruis op
    in mijn hoofd. in de woonkamer
    komen muren op me af, ik dwaal
    in de kudde van acht miljard
     
    wat ik gerust kan opruimen: de deurbel
    het linnen tafellaken, de taartvorkjes
    de praagse kelken op voet, het kristal
    van moeder, vaders bord in gouda plateel
     
    op vrijdag deelden we zoete praatjes
    en dikke plakken ontbijtkoek met echte boter
    we kraakten noten met nichten en neven
    tantes en vrienden, en opoe natuurlijk
     
    daar in het huis bij de notenboom
    zat de kamer vol en meer dan eens
    werd het plateel aangevuld. later
    bij mij thuis koesterde ik de stemmen
     
    zou ik nu maandenlang niet schoonmaken
    geen schoen die het opmerkt. ik ben ouder
    in een leeg huis. de telefoon zwijgt. straks
    verdwijn ik in stilte
  • 45
    4876

    Het meisje dat verdween

    Bert Weggemans
    Ik hoef
    Niet te eten
    Zei ze:

    Ik leef van het licht -

    Een glaasje water 
    Is voor mij genoeg.

    En ze at niet,
    Dronk alleen water
    En bleef leven.

    Dunner en dunner werd ze
    Tot ze op een dag in de klas
    Hier bij mij vooraan

    In de mouwen
    Van haar trui
    Verdween.
  • 46
    7041

    Het oblomovisme van de visser

    De tijd geeuwt en rekt zich uit,
    verdwijnt in de vruchteloze vlucht-
    punten van een lijnperspectief.
    Daarboven een onbereikbare lucht.

    In de schaduw leunt de visser
    loom tegen het middaguur aan.
    Gedachten dobberen, drijven af
    terwijl jaren vergelen tussen de lissen.

    Soms schrikt hij op van snaterend water,
    soms van de plons van de kikker
    langs de kant of van de wegketsende kei
    van het paartje dat onwennig cirkels draait

    rond een moment. Hoop, denkt hij, is wachten
    op de rimpel in het rimpelloze, vrees is weten
    dat wie aast op wat hem wil ontglippen,
    vaak blijft haken aan de illusie van de ware vis.

    Op een bankje aan de overzijde
    loopt een vriendschap op de lippen.
  • 47
    235

    het relativeren van Marcus Porcius Cato

    Jij bezigt een membraan rond je woorden
    zodat die geen fouten in zich dragen en
    ook geen genetische mankementen, en
    alleen toegang tot Une nuit de Cléopâtre
    verlenen, opera over een koningin die
    op enkele ter dood veroordeelden giffen
    uitprobeert en daarna, vanop haar troon,
    wat met haar witte zakdoek zit te zwaaien.

    Het komt zowat iedere minuut in jou op
    dat ze je ook nodig hebben, die woorden
    net als die ogenblikken vlak voor je jouw
    broodjes smeert, wanneer je je muzikale
    gevoeligheid aan mij verpatsen en me er
    mee infecteren wil. Je zet je tenslotte ook

    duidelijk zichtbaar neer, met je mosterd en uitjes,
    als at je Carthaagse rammenas en keek je toe hoe
    de huid van een magiër aan je hof lelijk begon op
    te zwellen omdat hij zich lang gebaden had in een

    brouwsel van zwarte wijn, hondenmelk en galbanum.

    Ikzelf doe zo’n dingen niet, zelfs niet om het teken
    van de Hond te bezweren ter groter heil van de god
    Eschmoûn. Met een gebarsten stem zei ik dat mijn
    eigen vel en gewrichten nog goed in orde waren en

    dat ik geen behoefte voelde om jou bijvoorbeeld
    als spiernaakte masseuse mijn lichaam te laten
    kneden met zalfjes en olie als zat er geen ochtend
    aan te komen in mijn heldere nachtoogjes. Nee.
  • 48
    2263

    Het zou zomaar

    Alexandra Van Laeken
    Angst om niet te kunnen weerhouden,
    zomaar, het vijf verdiepingenhoog balkon 
    met een net iets te lage leuning
    en jij, net iets te groot, net iets te verward, net iets te veel
    met je gedachten bij de verplichtingen van volgende week.
    Wil je het vertrouwenspel spelen?
    Met je ogen gesloten, naar achter gebogen en
    het zou zo gedaan kunnen zijn, nog voor je...

    voor de sporen staat en de trein in de verte 
    jouw richting aanraast.
    En je weet dat de witte streep op de grond geen muur is
    en dat het maar één grote spreidsprong kosten zou
    om die over te steken en zo voorbij de drempel 
    in de put van kiezelsteentjes en peuken, 
    zwartrijden en altijd te laat.
    Vergeten luisteren naar de opdracht
    en nu sta jij plots vooraan in de rij.
    Iedereen wacht, dus je doet maar wat.
    De bok- of was het nu spreidsprong 
    is sneller gemaakt dan dat ...

    je voor het kampvuur staat, 
    net dicht genoeg om je te warmen, niet dicht genoeg om je te verbranden, 
    maar je staat niet stabiel, vertrouwt het voor geen haar
    Er zou zo iemand het beslissende balkje 
    Van je-stel-je-nu-eens voor, het-zou-zomaar
    jenga-toren weg kunnen trekken.
    En je zou zo uiteen vallen,
    de tijd ontbreken om alle stukjes bijeen te rapen
    Nog voor ze in het vuur…
     
    leunen, springen, vallen.
    Met de blik gericht op het verkeerde groene licht. 
    Je hebt je zomaar van wereld vergist
    Zomaar zo gesteld, zomaar zo doordat
    er geen veilige afstand was tussen nu en straks,
    en je geen bedenktijd had.
  • 49
    1746

    Hoofdrekenen

    Lonneke Welten
    Dit is wat ik ooit zag (1) Mijn grootmoeder van 83 ligt op een ziekenhuisbed.
    Haar wangen hebben de kleur van jodium. Haar bovenlijf is een balg waaruit
    een onbekend geluid ontsnapt. De verpleger wordt geroepen.
    De verpleger zegt: deze mevrouw is bezig te overlijden.

    Dit is wat ik ooit zag. Ik was er niet bij, het is me verteld en zo zag ik het
    voor me (2) Mijn buurman van 64 loopt na de lunch over het Museumplein.

    In zijn hand draagt hij een leren koffertje. Hij valt voorover en is dood.
    Zijn koffer blijkt gevuld met aan hem gerichte dwangbevelen.

    En dit (3) Mijn vader van 52 ligt in een verhoogd bed in de huiskamer.
    Hij had zich verzet tegen de komst van het bed. Liever ging hij zittend
    achteruit de trap op. Mijn vader ligt in het bed in de huiskamer.
    Mijn moeder doet de dokter uitgeleide. Zij praten zachtjes in de hal.

    En ook (4) Mijn zus van 48 trekt haar nachthemd uit en haar luier.
    Ze staat in haar blootje naast het bed en slaat met vlakke hand
    haar man in het gezicht. De verzorgers sjorren haar terug op bed.
    Zij dekken haar toe en wijzen: daarheen, zie je? kan niet missen.

    Dit is wat ik ooit zag (5) 8372 graven achter een verlaten fabriek.
    Op een gedenksteen staan de namen van andermans vaders.
    Van zoons en ooms en broers. De buurjongens van anderen.
    Erachter alleen hun geboortejaar. Vraag: Hoe oud zijn zij geworden?

    .17 ne 41 ed nessut sella :droowtnA
  • 50
    36

    huisgemaakt II


    maakt u dat zelf
    vraag ik al na de eerste lijn
    niet zo gek ik ben zes en zie hoe gretig hij
    waar ik alleen maar vaag naar kan verlangen 

    vergeet mijn vraag na zijn tintelend strelen
    op zo'n twee meter wat door de beugel kan van
    ogen wang tot zichtbaar hoofdhaar huid ertussen

    vergeet haar zuchten en luister naar die van hem
    terwijl hij een roosje in haar vingers legt met
    de stengel op half zeven wat mij doet beseffen

    als je oud bent ga je dood
     

    vergeet zijn zuchten bij Saskia's breedgerande 
    met zomerfruit opgetuigde achtbaan van stro
    waarin ik me gillend mee laat voeren op zijn flow

    ik ben zes en zit in lijn één op weg naar mam
    van wie ik niet mag gillen
    beetje misselijk 

    bij Rembrandt's portret van Saskia in zilverstift
  • 51
    5239

    Huisnummer 36

    Oumaima Belkhdar

    wij hebben de straten verdeeld in rassen
    lijnen getrokken met stoepkrijt
    talen toebedeeld aan coördinaten - waar je bent 
    is slechts een gemoedstoestand 
    en jij bent slechts een gemoedstoestand

    bevrijd mij
    bevrijd mij 

    van mijn eigen reproducties
    de aderen van mijn krankzinnige inducties 
    zijn vervlochten met de zinnen van de koning
    en zinnen zijn tevergeefs

    vernietig de geschiedenis
    mijn toekomstbeeld is vertroebeld
    verfrommeld scherp aan de randen
    gepropt in de vlakke groeven van mijn handpalmen 

    Gaia is gisteren vermoord, haar gepulverde botten 
    zijn door de postbode door een pratende brievenbus geschoven 
    in Amsterdam-Noord

    en sinds die dag bidden wij prevelend tot Google Earth

    met zes postzegels minder fiets ik vrijwillig naar de TBS-kliniek in 

    Derb Maknas 36
    Alia Mohammedia
    28810

    waar mijn lichaam de passagiersstoel is
    en mijn voeten virtuele voetafdrukken op het zand achterlaten
    gladgestreken worden door de woeste golven van de Atlantische Oceaan

    het zijn de grootste bestormingen die het snelst terugtrekken 

    en ik wacht de grootste op


  • 52
    5695

    i tried hypnotherapy

    Liene Schipper
    ieder mens moet heel diep en lang slapen
    na wat ze de hele dag zo al meegemaakt hebben
    met aan de ene kant het strand en de andere kant het water
    en je geniet ervan
    ieder mens na wat
    en je
    en dan
    en je geniet ervan
    met de hele dag
    met aan de ene kant
    en je geniet ervan
     
    het begint te werken
    ik heb over veel dingen gedroomd
    over mannen met geweren op school
    de dierentuin met olifanten op stal
    met snavels
    met rijen tanden als haaien
    de koe in wiens rottende lijf ik stap
    een dure trui die in een emmer verf valt
    jij droomt over onze vrienden in een weiland
    dat we aan het eten zijn
    over de stad en dat je een bloemenwinkel hebt
    nou ja
    eerst een bloemenwinkel maar het kan van alles zijn
    en dan? vraag ik
    dan niks
    ik denk dat het begint te werken
    ik droomde aan de ene kant
    een koffiezaakje
    aan de andere kant wij
    en dan niks
  • 53
    4637

    Ik heb ruwe handen

    paul de bruyne
    Ik heb ruwe handen
    dat komt door mijn werk
    als ik mijn lief aai
    schuur ik haar vel
    tot het rauw is en rood

    Crèmes uit pottekes
    zalfkes en dingetjes
    niets lijkt te helpen
    mijn handen zijn ruw
    dat komt door mijn werk

    Ik voer een proces 
    tegen mijn baas en de staat
    ik eis nieuwe handen
    ik eis ander werk

    Mijn lief is gaan lopen
    met Jef van der Vliet
    ik weet wel waarom
    zo dom ben ik niet
    het komt door mijn handen
    het komt door mijn werk

    Met handen zo zacht als nat mos
    zou ze bij mij zijn
    bloot in het bos
  • 54
    665

    Ik stel me een lente voor

    Hoe een lente begint terwijl er geen tijd voor is
    in klaterende kleuters op een zonnig klimrek
    in meesjes schurkend tegen het gebotte blad
    ritselend in camouflagekleuren.
     
    Er vliegt een citroenvlinder voor me uit.
     
    Hoe voorzichtige knoppen op ogenschijnlijk dood hout
    weer tot wasdom komen. Ik denk
    aan overleven, hoe lang een colonne van vierenzestig kilometer is
    hoe snel je een afstand van a naar b af kunt leggen
    te voet, in een tank, op een fiets, in een auto met afgeladen caravan
    wat je mee kunt nemen, klaar moet zetten
    of de kelder van mijn ouders afdoende is.
     
    Hoe stil een bospad is, dat ik nooit eerder een vliegtuig
    op grote hoogte hoorde.
    De weerstand van driedubbel glas, of er iemand is
    die dat in kan slaan,
    je op zal wachten, mee zal nemen
    schoon schip zal maken.

     
    Ik tel de kamers in mijn huis, wat er eigenlijk nodig is.
    Of een grens zichtbaar is, dezelfde boom kan dragen
    als een weg van broer naar zus, moeder naar zoon,
    kleindochter naar grootvader.
     
    Laat me vertellen waarom citroenvlinders patrouilleren
    hun vleugels als gebrandmerkte blaadjes zijn.
     
    In het land zingt een kind, de wei als een groen tapijt
    uitgespreid onder zijn tovervoeten, hoe alles plots zweemt
    naar lentegras, perzikbloesem.
     
     
     
  • 55
    1845

    Impromptu

    Er waaide een ochtendwind. Ik zong
    een lied dat ik niet kende en hoorde
    aan mijn stem dat ik het nog kon. Een

    wandeling, verveelde bloemen overal,
    het had wel middag kunnen zijn. Daar
    een trein, daar een schuur, wat loze

    huizen. De paarden aten uit mijn hand.
    Hoe wikkelde ik de woorden af? Als ik
    het had geweten, had ik ze misschien

    niet gezegd. Maar het was te laat, het
    brak, zoals wel vaker. Muggen sloegen
    alarm en iedereen moest binnen blijven.

    De tijd heerste in een klamme overall.
    Ik sloot geen mogelijkheden uit, ik wilde
    liever ramen en deuren openen. Als ik

    wilde weten waar ik heen ging, luisterde
    ik naar mijn voetstappen. Er kroop een
    oorwurm in mijn hoofd. Ik zag je staan,

    verzopen denderde je bij me naar binnen.
    De werkelijkheid was wreed. Zojuist een
    onweerswolk, nu een gestrande walvis.
  • 56
    4169

    In de Loden Hitte

    Hans Koonings
    24 maart, Estoril
    In zijn jas, in zijn jas, in zijn lodenloden jas
    Hans Ree merkte op:
    “Hij had een neiging tot mystificatie”

    De hitte bevangt me
    Gisterenavond ben ik in mijn blote bast
    Naar het klote postkantoor gelopen
    De nepcongac hier kost geen sous

    Ik nam het telegram in ontvangst
    Ha, ha, uit Londen
    De wereld spuugt me uit
    Maar Mosje kennelijk niet

    Hij krijgt zijn titel op een presenteerblaadje
    Ik speel geen spelletjes meer
    Ben allang blij dat ik niet als een kreupele hond ben afgemaakt
    In de loden hitte van Estoril
  • 57
    1610

    In staat van ontbinding

    Nu ik niet meer leef, lijkt het soms alsof ik dood ben
    een misverstand dat ik deel met mezelf en
    waarvan ik niet weet of ik daar blij moet mee zijn of om lachen

    een toestand die ik met plezier wil volhouden
    als dat niet te veel inspanning vraagt
    bovendien is het waarschijnlijk niet gepermitteerd

    na een tijd gaat iedereen er zich mee bemoeien
    je vrouw kan ik nog begrijpen en van de kinderen had je niks anders verwacht
    maar dan wil ook de rest ineens een stem hebben in het kapittel

    mocht het kunnen zou je het liefst van al er stiekem tussenuit muizen,
    is dat te veel gevraagd
  • 58
    4870

    Kijkdoos

    hannah boekestijn
    Toen de wereld nog plat was,
    zaten we samen aan de rand van de aarde.
    Onze benen bungelden in het zwarte niets
    en ik dacht steeds,
    als mijn slippers maar niet vallen.
     
    Niemand wist dat we hier waren.
    Er stonden grote verboden toegangsborden,
    er sliep een officier twee kilometer terug.
    maar jij durfde best veel.
    Ik had zoute drop meegenomen,
    maar dat vond je niet passen,
    bij zoiets groots als het universum.
     
    Hoe noem je het trillen van een ooglid,
    wanneer iemand die naar de sterren kijkt
    zegt dat hij zijn tijd terug wil geven?
    Hoe noem je het zwijgen van de persoon ernaast,
    die zoals de maan bestaat bij de gratie van de ander?
     
    Uit je tas haalde je een verkreukelde kijkdoos,
    jouw miniatuurversie van de wereld.
    Je legde uit dat iedereen er een heeft,
    met herinneringen, ervaringen en ideeën
    over mensen, drop en sterren.
     
    Ik volgde de rafelranden met mijn vingers.
    Je zei dat je wel wist dat het niet de echte wereld was,
    maar het de enige wereld was die echt voelt.
    Dat het daar om ging.
     
    Ik kon er niet goed naar kijken.
    Dacht aan wat er bij mij,
    wat het zo anders maakte dan bij jou.

    Ik haalde een stukje dode ster uit je ooghoek,
    en blies hem het heelal in.
  • 59
    4685

    Klimmen en dalen

    Tycho Max Sylvester Tax
    Ik woon op een wentelende Penrose-trap. Weken 
    heb ik gewandeld en gekeken naar de langzame, 

    dorstige dwaling van medemonniken. Eentonige, 
    weerspannige dwaling. 

    Lieve Ouroboros, 

    inmiddels woon ik in het zwaartekrachtspotentiaal
    van de rode wollen traploper. Inklaptafel. Schaakbord. 

    Bureaulamp. Ik drink gebedwijn en soms ben ik moe 
    en zijn er te veel mensen. Of mijn wenteltrap 
    is moe. Dan trommel ik zacht op haar treden tot ze slaapt. 

    Lieve doorrijsbestemming,

    de ochtend wankelt vandaag. 
    Deze tijd zal verloren gaan 
    zeggen jonge ouders. Dit zitten 
    op wenteltrappen. 

    Dan ruik ik valse dichotomieën en wentelteefjes
    vanuit het trappenhuis en soms denk ik dat
    ik ziek word van zitten.

  • 60
    4015

    Losgeschoten

    Vanachter de muur komt de oude vrouw, voorbijgaand aan het groenige dat in de aanslag is om mos te worden op keien die eeuwen geleden verderop uit de rivier zijn gevist. Vele voorouders gingen haar voor. Nu is zij het.
    Ze legt haar vingers op mijn gezicht en streelt alsof ze aan het vingerverven is en alsmaar het resultaat blijft verbeteren.
    Vanachter komen gestaltes dichterbij en vormen een cirkel rondom haar en mij. In plakkerige paniek zoek ik naar mijn aandeel in tafereel.
    Naast mij is een roodbruin bebaarde man gaan staan. In zijn handen houdt hij een dik rafelig koord.
    Terwijl mijn wangen onder de vingers van de vrouw op een neer blijven gaan, lijken zijn bijna doorzichtig blauwe ogen mij te doorzien.
    Zijn langzame ja knikken gaat over in nee schudden, en weer terug naar het knikken, wat uiteindelijk leidt tot een draaiende beweging, net als bij zo’n speelgoedhondje op de hoedenplank van een auto waarbij er ook iets losgeschoten lijkt te zijn.

    Iemand lijkt de hemel met een dimmer naar schemerdonker te draaien.
    Iemand slaat drie keer hard op een trom.
    De man met de roodbruine baard verplaatst zich naar voren en begint aan het koord te trekken dat over een muur met vochtglimmende grijze stenen blijkt te hangen. De mistige kou danst in gewadige kringen om ons heen. 
    Mijn bonzende hart stoomt ademwolkjes uit. Ik wil me losmaken van dit alles, maar in de grip van de oude vrouw zitten al haar voorouders.
    Nu gooit hij zijn hele gewicht in de strijd om iets zwaars omhoog te halen. ‘Geen uitstel!’ schreeuwt hij buitenzinnig. ‘Het moet nu!’ Zijn woorden krassen als piepende remmen op treinrails. Het lijkt echt veel te laat om dit nog te kunnen stoppen.

    En dan valt er iets.
    De vingervervende vrouw duwt mijn oogleden voor een diepe knipper samen en als ik ze weer open is alles helder. De kou is weg en het licht is tot de max gedraaid.  
    Met een rondje om mijn as vertrek ik in de tegenovergestelde richting als van waar ik vandaan kom.
    Wat is echt? Het is meer dan dat het was.
  • 61
    671

    melkplaats

    Pieter Sierdsma
    het vee staat in een zware groep tegen het melkhok
    van verschoten hout
    de ruggen glanzende donkere bergen van ruwharig zwart fluweel
    de kop laag in afweer de schonkige poten met sporen
    stront in de zware modder van de melkplaats
    ze staan daar onbeschermd tegen het onheil
    tegen de grijze lucht met opeengepakte wolken
    die over trekken onder de huif van  de zware dag
    die ze hebben volbracht
    zwervend over velden nat gras
    geborgen voor de herfst die groepen wolkenpaarden
    over de oude hemel jaagt
    ze wachten op de striemende regens die hun vette
    huid doorweken in natte klitten over hun vel
    de zware klei van hun vlees gestreken
    de aarde is drachtig van gebogen gras dun gewogen op de wind
    gedrongen en geduldig op het onbeschermde land
    ze blijven door niets gestoord
    het vee oude schepelingen vast aan boord
    van het aarden schip dat onder de zware wolken
    even de ankers licht.
  • 62
    4734

    Mereljongen

    Als jongen kreeg hij een klik met de merels.
    Hij tekende de marges van zijn schriften vol: zwart, bekgeel, kraaloog.
    In zijn schouderbladen prikte het. Bijna vloog hij met hen uit.
    Dagenlang wierp hij na school de voorzichtigste blik in het nest in de heg.

    Hij zag het vrouwtje zitten, vertelde niemand iets.

    *

    Op zaterdag na het grasmaaien kwam zijn vader de tuindeur door,
    in de kom van zijn handen het uit de heg getrokken nest.
    Drie eieren, babyblauw met spikkels, precies als in de vogelencyclopedie.
    Kijk wat ik voor je gevonden heb, zijn ze niet mooi?
    Hij keek, beet op zijn onderlip. Hij leerde.
    Gras hoort gemaaid. Heggen nestvrij.
    Vogelouders en -kinderen kunnen met een ruk worden gescheiden.

    *

    Hij heeft een volle baard nu. Huis op afbetaling, vrouw, mijnenveld soms.
    Wanneer hij bang is voor ontploffing, denkt hij bommen om tot eieren.
    Over knerpende tapijten marcheert hij naar haar toe, zij vist de klodders uit zijn haren.
    Ze kijken door het vizier van slijm tussen elkaars vingers.
    Lachen om smurrie.


    *

    Ze volgen trouw de doktersprotocollen, lezen elke handleiding voor een kind.
    Het lege kamertje op het zuiden dijt uit tot slaapzaal,
    de wieg kan stilaan een reus te slapen leggen.
    Soms denkt hij in wachtkamers zwijgend aan de merels.
  • 63
    5854

    omdat bezig blijven de walvissen geruststelt

    Saskia Johanna de Vries
    ik stroom leeg
    tegen de stroom in, want dat is zwaarder
    en verdrinken mag niet te gemakkelijk zijn
    ik huil om het slanke voorkomen
    van de muren om me heen die lichtblauw
    omdat bezig blijven de walvissen geruststelt
    gesust tel ik het ritme van de buren
    die een spijker in de muur beuken en ik
    vraag me af waar jij bent
    omdat jij soms in mij
    als ik wil slapen
    stroom ik leeg
    tegen de stroom in, want dat is zwaarder
    en verdrinken mag niet te gemakkelijk zijn
  • 64
    6406

    Onder de oppervlakte

    In mijn borstkast zit een raaf, die niet begrijpt dat je het tij
    niet kan keren, het ruisen in de bodem zit en niet in het bewegen van de zee
    Hij dompelt zich onder in mijn gruizende gedachten, komt en gaat
    als mijn vader, danst duivels als de herinnering aan mijn moeder

    Ik zou een van zijn poten willen breken, er op kauwen als zoethout
    tot hij begint te rafelen maar hij rafelt van zichzelf, rafelt mijn dik geweven huid tot gaten
    en lacht als ik zeg dat ik niet op de tocht wil staan, klapt een raam open

    blijkt er nooit een kozijn te zijn geweest en er staat geen huis 
    maar een bord met grond te koop en onder de nooit gebouwde stenen, luistert hij
    naar het tikken van mijn hart tegen lege vlaktes, gevouwen handen vol
    verlangen iets te willen bouwen dat op een bunker lijkt. Ik verhuis

    van zandbanken naar braakliggende terreinen, verberg me in het landschap
    zonder vormen, het landschap zonder einde, mis een hek, mis een deurbel, mis
    een afgebakende tuin. Maar ik dans, in mijn borst vol veren
  • 65
    4028

    onmiddellijke terugkeer

    zo reconstrueer je iemand
    die al veel te lang dood is
    (bijvoorbeeld een moeder)
     
    niet door te zeggen hoe erg het is
    of door een biografie te schrijven
    niet door te zeggen dat ze doorleeft
     
    in wie aan haar denkt (in jou)
    het hoeft niet volledig
    maar het moet wel precies
     
    verzamel eerst enkele onderdelen
    trek de verticale frons in het voorhoofd
    zie de vingers die verkleurd zijn
     
    voeg een bandopname toe
    en uiteraard een foto
    meer ingrediënten op gevoel   
     
    een paar laarzen een wandkleed
    en langspeelplaten met zingende vrouwen
    aardewerk en familieportretten
     
    en nog zo wat herinneringen
    in een tuin met een kastanjeboom
    verbouwt ze tomaten in een kas
     
    verzamel ten slotte iets particuliers
    zoals koffie altijd koud laten worden
    of de verhaspeling van een naam
     
    de terugkeer is een bijproduct
    per definitie onverwacht
    dat maakt het lastig
  • 66
    5993

    Over het eerste jaar zonder haar

    met Sinterklaas werden de dingen
    nog voorzichtig ingepakt
    met Kerst kreeg de wens een zeven en de uitvoering een twee
    ieder stapte afzonderlijk
    in het nieuwe jaar
    met Pasen zochten we al niet meer naar elkaar 
  • 67
    3109

    pensioen 2.0

    Bo Vanluchene
    wanneer kan ik net als mijn grootouders 
    stoppen met nieuwe technologie aanleren

    niemand zou moeten levenslang updaten
    2.0, 3.1, 4.2, nee. gedaan. het is nu aan

    de kleinkinderen, neem mijn telefoon
    of de nieuwste 3D 4K iD weg ermee

    doe het maar. op den duur ken je zoveel
    shortcuts dat je er een boek mee kan ctrl + 

    V’en. op den duur zitten je vingerafdrukken
    op zoveel criminele toestellen dat je hoopt

    op identiteitsdiefstal. iemand anders zal
    het dan maar voor je installeren. wanneer

    mag ik met cyberpensioen. mag ik eindelijk
    snoozen zonder zorgen. mag het morgen.



  • 68
    624

    Plantenblindheid

    Vanmorgen stond ik op in het donker. Met pijn
    in mijn buik en de stem van de radionieuwslezer.

    Toch voelde de dag nog schoon, vogels
    zongen onverstoorbaar langs het spoor.

    Ik zag een bedelaar met een bebloed gezicht
    in Brussel-Centraal die niemand leek te zien.
    Vroeg of ik kon helpen. Dat kon ik niet. 

    Nochtans weet ik alles van onzichtbaar zijn.

    Verderop viel een vrouw die voor me
    aan het voetgangerslicht stond flauw
    in mijn armen. Ook zij weigerde mijn hulp.

    Vanavond, in de kamer waar de muren elke dag
    een beetje dichter naar me toe kruipen
    tussen kamerplanten op zompige schoteltjes

    bedenk ik me dat zelfs mensen die je door
    en door denkt te kennen er elke dag weer
    net iets anders uitzien.
  • 69
    104

    Schemerdier

    I.
    We ruimen dieren uit voorzorg op. Eenden, kippen, fretten.

    Anderen brengen we dagelijks naar onheilspellende plekken.
    Ik stel me een schuur met daglicht voor, open deuren.
    Een zeug met kleuterbiggen, een bokkenjong, walruswicht.
    Ik denk aan leegte, hoeveel je weten wilt. Ik verlang
    naar dankbaarheid. Voor bloemen, bramen, bergen, meren, 
    merelkinderen op het gras, vadsig, vleugellam.

    II.
    Vanavond is het feest in de stad, we zullen vrolijk zijn
    en drinken, dansen, zingen. Je wees haar aan, het biggenkind
    dat eraan moest geloven. Zingen zullen ze, zei je. Zingen
    zullen ze allemaal.
     
    Ik ben inbegrepen. Kijk naar onze handen, wat we vasthouden.
    Bestudeer de motoriek van de vingers en de duimen.
    Opponeerbaar, geërfd van de primaten. Onze monden die bewegen,
    woorden spreken om te vergeten. Ogen die dezelfde dingen zien
    en toch verschillend blijven.
     
    Is iedereen bij geboorte onbevangen en welwillend?
    Hoopt elk wezen op een nieuwe dag?
    Wie leert van ouders hoe te overleven, wie wijst
    inferieure exemplaren aan?
     
    We zijn stapelstenen, ligbedden. We zijn de schuren
    die we eten. In alles vind je ons weer terug.

    III.
    Mijn vader legde zich in stallen neer als hij bang was voor de regen.
    Voor onweer, marcherende soldaten in de straat. Liever nog
    stond hij
    met koeien in het open veld om stormen te zien komen.
    Ze mee te voeren wanneer hij zijn vermoedens had.
     
    Ik stel me elf miljoen biggen voor, in een melkwegstelsel.
    Ik stel me een oneindige oceaan voor, poppenspelers die
    de touwtjes laten vallen.
    Tot geknakte armen, gebroken benen, ingeslagen hoofden.
    Ergens uit zon en zee komt dan het schemerdier aan land.
  • 70
    6357

    Sisyphus demontage

    Jan Arts
    een hamer, een schroevedraaier, een hete lucht pistool, 
    een combinatietang en een stevig mes

    eerst het hoofd scalperen en huid en haar afleggen
    om de hersenen de nodige zuurstof te geven
    dan de lijm smelten en de maskers loswrikken
    het ware gezicht mag tevoorschijn komen
    de deuvels worden uit de botten getrokken
    als het lichaam geopend is, zweeft onzichtbaar
    het hart en klimt langs ladders omhoog en omlaag
    zonder ziel, zielloos, onbezield
    stemmingen, deugden en ondeugden verschijnen
    als rode poppetjes, zittend, knielend, buigend, hangend
    en vullen de lege treden in de donkere ruimte
    met positieve en negatieve eigenschappen.
    Alles wordt ontkoppeld en losgemaakt
    dan gesorteerd op lengte, dikte en kleur
    en geplaatst op een plek in de etalage
    centraal staat het platform van de draagbaar 
    met de gedragene en de dragers
    die de toekomst verbeeldt en verdraagt.

    De uitstalling gaat een nieuwe ordening tegemoet
    andere vormen, kleuren, geuren en uitstraling
    ooit ... als het ongewisse is gepasseerd
    de toekomst heeft geen haast
    zij kent tijd noch plaats
    zij zal nooit bereikt worden
    Daarom wordt gedragen zonder richting
    maar met een zwaar gewicht op de schouders.
  • 71
    4005

    Speldkussen

    Weerloos struikel je in jezelf,
    onmachtig onderhevig aan de grillen van
    de andere ik in jou die
    wilt vallen en blijven liggen.

    Je wringt je in de toetsen van een door vocht
    gezwollen piano waaruit
    geen geruststellende muzieknoten
    meer trillen en
    woont er met de schrik voor de vraag,
    waarom praat je niet met mij?

    Maar het leven is om van te houden, niet?
    Toch, niemand gaf je een handleiding hoe,
    waardoor je nu klankloze schuld met je meedraagt.

    In de zijspiegel zie je een koraalrif na een
    olieramp, een oeroude bibliotheek in as. De 
    genezing steek je lek, niets mag helen. Je 
    verdient het niet, denk je, en draagt
    de wonde onder de huid.

    Dan bots je tegen jezelf in een ander zijn gebaren.
    Je mausoleum is niet eenzaam, zelfs al
    ben je hier alleen. Een mens breekt
    houtskool, boetseert de vogel die vanochtend
    je tuin wakker floot. Het haar op je arm
    staat rechtop, je mond gaat open

    om de klankkast af te stoffen in de schoonheid
    van een omsloten situatie.
  • 72
    1307

    Stolpersteine

    breek de blik op al mijn vergezichten
    graas mijn lichaam tot woestijn

    drink het bloed uit mijn bestaan
    huiver van mijn brandend vlees

    maar laat mij niet achter
    struikel mij

    schraap het merg uit mijn botten
    leg duizend dekens op mijn naam

    maar laat mij niet achter
    struikel mij

    bouw mij een huis in het zwart van de zon
    rouw mij in het licht van de maan

    bekleed mijn voeten met strijdloze adem
    verhef mijn gelaat boven de grond

    maar laat mij niet achter
    struikel mij waar ik ooit stond
  • 73
    731

    tetris

    de avond sjouwde dijen sleepte voeten
    ik overdacht hoe onze gebaren in elkaar
    grepen h
    oe we het kaartspel met jouw nazaten
    speelden
    de zuigelingen ingebakerd

    in spijkerstof
    swipete je naar rechts ik
    negeerde
    familietrekken en toen je vroeg
    bezit jij
    van de serie geluk de dochter?
    mij feesten voorschotelde met dozen die roze

    zaadcellen braakten die wolken
    bevruchtten
    en meeuwen miskraamden kon ik
    alleen
    maar denken aan bijten
    in babydijen
    beschaamd
    dat ik je dode vinger had gebruikt

    om je laatste
    mail te lezen mijn feest bladderde
    van
    mijn nagels gaf rouwranden prijs 
    kwartet! riep je je hand daalde op mijn schouder

  • 74
    270

    The girl’s gonna break it

    Het programma hapert bij deze beelden.
     
    Ik hoor er niet bij, weet je. Ik praat niet
    en verknoei onze tijd niet. Je slaaf, met
    het gouden masker en een zwarte speer
     
    vernietigt mijn voorzichtigheid en de lichtjes
    in mijn tuin, die ons in twee hadden te delen.
     
    De katheders in de kerk, tijdens het kyrie,
    lieten onze laatste bladzijden vallen. Een
    tweede ik van me, gedaante van een god,
     
    een zwijgzame schrijver zou je zeggen,
    zei dat iedereen creëert, wat ze vrezen.
    En raapte alles op, de mensen gaapten.
     
    Een zonovergoten landschap kon een
    scheur zijn, als Hades een kloof ritste.
    Een toneelstuk kon een ramp zijn, als
    een van de acteurs zwichten zou voor
     
    zijn rol. Eens jouw ogen zwart worden, zal
    de toekomst zich richten, naar het vergeten
    wat voor dag het was, toen jij mijn vuist in
     
    je hand wilde nemen, en een bruistablet
    in mijn pijnlijke geweten wilde gooien,
     
    of, opdat ik narcissen naar je eenhoorn
    bracht – me een roze handtas kocht op
    de markt. Nou, daar ging m’n SuperDry
     
    die ik in een etalage had gezien. Daar
    ging ook mijn basisbewustzijn, gelijk
    met mijn montage, van de straat waar
    we stonden, terwijl ik nog hoopte, op
     
    een verlossend woord in je kerklatijn.
  • 75
    2737

    toen ik nog geen stem had

    Luuk den Hartog

    ik zweefde en zwom in het water van mijn moeder
    het was er warm zonder golven het was prettig drijven
    maandenlang zou ik daar vakantie vieren zoveel moois
    een bed en brood de tafel bij alle maaltijden gedekt

    ze hield me voortdurend vast nooit kon ik verdrinken
    ze vertelde me fluisterend over de vissen en de vogels
    hoe zacht de veren van de merel waren
    hoe de vis vooruit kwam met vinnen en staart

    soms kwam er ook iemand in een windvlaag voorbij
    zijn stem wilde zich met me verbinden
    me vasthouden me dragen in zijn armen me wijzen op
    een ver reisdoel in het blinde licht en de gedimde hemel

    we leefden in een wachtruimte samen met de tijd
    van een toekomst kon ik toen niet weten
    geen reden om de onbeschreven band te breken
    vrijwel niets immers was voorgoed vergeven

    alles bleef bij een vermoeden
    geen ondraaglijk verleden
    geen ontilbare terugblik

    loslaten is levenslang lastig
    had men mij maar iets gevraagd
    maar mijn mond was nog niet gestemd
  • 76
    5498

    torn

    Rik Sprenkels
    het verleden is een slecht zittend kledingstuk.
    ik vermaak me. draai overuren. torn aan alles wat los zit.

    ik beeld me in dat ik me alles herinner.
    ik was een dikkopje denk ik. een nachtvlinder in een buik.
    zelfs op het droge bleef ik fladderen.

    ze gaven me een plakkerige naam.
    productief als een larve. ik spin alles bij elkaar.
    ik ben de jaren tachtig. ik ben de twintigste eeuw.
    in zekere zin ben ik mijn eigen moeder.

    pas als ik mezelf aantrek, zie ik in de spiegel
    een slecht afgehecht geheel. zie ik de laatste losse draden
    vertwijfeld weggestopt onder mijn navel.
  • 77
    6402

    Tunnelvisie

    Zoroaster
    Het is hier net een kijkdoos: de popperige bomen,
    het water in de vaart van huishoudfolie, de mensen 
    op de kade precies sjablonen, af en aan lopen ze
    naar hun markeringen als de gekruiste schaduwen
    die ze werpen, een moedereend met rijtje kuikens
    schuift voorbij, een vrachtwagen op onbewogen 
    wielen, een schijnpraktijk is het van doorkijk op
    doorkijk en alles heeft zijn plaats binnen deze matrijs,
    een dot wolk plakt tegen de abrupte einder, waar
    een gedoodverfde zon tegenaan schurkt, nu trekt 
    een duimgrote hobbyclub van brommerrijders langs,
    overduidelijk gemagnetiseerd en ook ik zit er
    opgeprikt bij, het licht dimt, trapsgewijs knippen
    lantaarns aan, het deksel van de nacht grendelt 
    ons af, erg overtuigend ook hoe de sterren verte
    ademen, maar ik weet dat het de zuurstofgaten
    zijn gemaakt door een even nalatig als welwillend
    kind.
  • 78
    6705

    twee meisjes

    Hanna De Grave Loyson
    dit is een meisjesgeschiedenis 
    - ik zoek haar. 

    kruis op mijn queeste paden met zwarte gaten
    in de galaxieën onderweg tref ik mijn voorvaderen
    roepend, in de eindeloze sterrenconstellaties:
    hoe zien we onze meisjes graag? 

    hoe zien we onze meisjes graag? 

    we zijn een waanbeeld geworden
    (wouden zo graag enkel een waanbeeld te zijn) 
    we hebben hongerig van de stiltes in de huizen gegeten en kregen allemaal dezelfde ziekte
    op deze queestes vinden we geen liefde

    maar we roepen in de ruimte
    en adorno schrijft: there is no love that is not an echo 

    en wij zijn gewoon twee meisjes gewoon
    twee zakken vlees aan botten in hakken 
    geperst genoeg om gezien te worden bekeken te zijn 

    wij komen niet binnen
    wij komen aangevlogen 
    wij hebben onze jeugd ontstegen te leren hoe te zweven 
    over gazonnen naar waar de mannen staan 

    en ze kijken 
    tot ze niet meer willen wij slurpen aan hoge glazen 
    en hun ogen naar binnen
    wij slurpen hun ogen naar binnen 
    (ze inspecteren grondig de ruimte waarin ze verdrinken)

    wij zijn gewoon twee meisjes met een man in ons - je ziet ons overal, wij zien ons overal
    door ruiten kijken wij niet naar binnen daar kijken wij recht door ruiten
    zijn onze grenzen ze houden ons een spiegel voor 
    en we stoppen even we zorgen even: weer en weer te vallen in de plooi
    want wij zijn gewoon twee meisjes
    en de man in ons wil ons mooi. 
  • 79
    7017

    Urwald Sababurg

    Frans Olsthoorn

    Neem pakweg 300 jaar voor de groei, 300 voor de bloei
    en dan nog drie tot vijf eeuwen voor de veteranen
    Tussen beuken en opvliegend groen
     
    zo’n 40 meter hoge oude knarren. Een enkele in volle glorie
    sommige op hun laatste benen. Daartussen rusten karkassen
    van meer dan anderhalve meter doorsnee
     
    Een eikel tikt van tak naar tak
    danst nog even na op het humusbed
    Verder enkel zwijgzame rijzigheid
     
     
    Wat hebben ze gezien
     
     
    Hoe nieuwe reuzen naast hen opstonden - en vielen
    veel te jong afgevoerd als geriefhout
    voor binten en poorten van hoeves, kloosters, burchten
     
    Colonnes paarden en voetvolk op weg naar een nieuwe oorlog
    De paringen onder de stroboscoop van hun wiegelend bladerdak
    Wie er zich kwam verhangen. Dier en jager schuilden om beurten
     
     
    Ze kreunen en zingen met de wind
     
     
    Steeds kleiner kom ik uit hun schaduw
  • 80
    3785

    Van lisdodde tot gedicht in 8 stappen

    Hilde Slooff
    Zoek lisdodde aan de waterkant
    knip een armvol lange bladeren
    vlecht een mandje als een biezen nest
    zit stil naast het lege mandje

    Leg een windei en broed
    broed op dodde, dooien
    en kakelverse woorden
    knutsel en dodde list dartel mee

    Duw het mandje van de oever af
    de vijver op, het drijft, de woorden niet
    ze spoelen nat uit naden en kieren
    een leeg nest, een gedicht zwemt uit zicht
  • 81
    972

    verlaten

    na weesp langs reigers in grijs gebied
    die kikkerbillen slikken trekt de tractor
    meeuwen zijn bruidssluier als aanhangwagen

    dan verschijnt de bleek waar panelen zich aan
    het zonlicht laven links rond de spitse toren gloeien
    mica ruiten wakkeren heimwee aan we delen ons

    in het glas turen naar giganten die hun poorten
    sluiten en ergens tussen diemen zuid en schiphol
    ontklik je je red bull we leunen tegen tranen

    kijk dan! je wijst de cursor trekt een krijtstreep
    in de lucht geeft een verre reis aan bouwterreinen
    vliegen langs onder oranje licht drommen stoelen
    bij opslagplaatsen samen
  • 82
    245

    vlam

    Ik ging naar Henriette, die zoals ik wist

    in contact met de doden stond. Dit meisje
    houdt van tolvrij bier, is asblond als mist
    en haar vingernagels – zijn gelakt. Ik wil

    bekennen, hou bij mij schoonheid over
    zoals papier verzen kan bevatten, zoals

    staartpennen in ‘t downloaden van wat

    precies liefde is. Breng dit mij dan, als
    debatten in een tent, over het verliezen
    van mijn gewei – eens ik sterf. Ik wens

    dan gedachte te zijn bij je Perzen, over
    de blindheid in mijn blik. Laat mij een
    schrijven
     
    zijn als uienrokken, een kerf in onze polis.
    Voor de kick.
     
    Een samenhokken, een delirium en koorts,
    een in-de-tempels-blijven. Elke nacht in je
     
    veraf dorpje –
    waar mijn onverdeelde ziel zal zwerven
    in een toorts, gedragen bij de herbergen.
  • 83
    1879

    Vleermuis

    Jurjen Bijleveld
    Oude man aan de oever de
    kat aan je voeten lijkt op
    een vleermuis zijn grote
    oren zijn naakte huid de
    rivier voert jullie stilte
    mee naar het zuiden ik heb
    een vacht voor je kat hij
    kijkt misprijzend heeft alles
    wat hij nodig heeft al in
    jouw rimpelige huid ook jij
    hebt grote oren oude man

    Je
     lijkt op een vleermuis de
    rivier aan je voeten voert je
    stilte naar het zuiden ik kom
    uit het noorden en wacht op
    een verhaal ik kan de kat aan
    je voeten beter beschermen
    hij blaast naar mij als ik hem
    wil strelen je oogt kwetsbaar

    oude man je oogt breekbaar

    Je kat op een vleermuis lijkt hij

    evenals jij wanneer de avond
    zich meldt reis ik door en ik laat
    jullie achter ondersteboven oude
    man als de nacht over de rivier
    valt hang jij naast je kat zonder
    vacht aan een hoge boom met
    stevige wortels slurpt hij de
    stilte in zich op ik reis naar het
    zuiden ik voer jullie schaduwen
    mee in mijn tas oude man je kat
    aan zijn tak zo dicht tegen jou
    aan jullie glans is een lied
    in het maanlicht

  • 84
    3784

    Voor Remco

    Vital Meij
    VOOR REMCO
     

    Sterven kan iedereen.
    De een struikelt buiten adem voort
    nuchter tot de laatste horde
    levert een verloren strijd
    en sterft.
    De ander daalt beschonken de berg af
    en steekt beneden tevreden
    een laatste sigaret op
    en sterft.

    Kortom, voor sterven ben je geboren.  
    Dood zijn en levend blijven echter
    is voorbehouden aan de hele groten.
     
     
  • 85
    3978

    voor zolang het goed gaat

    onze lichamen liggen als losgeklopte goudvissen
    op mijn bed. jouw warme, geschoren benen
    over mijn harige en je zegt dat je het lief vindt dat ik ze
    niet scheer voor het patriarchaat.
    tegen, zeg ik, tegen het patriarchaat.
     
    de zon schijnt door het raam in mijn ogen en ik trek het gordijn
    precies ver genoeg zodat ik ongestoord naar je kan kijken.
    je blik volgt foto’s op je telefoon, die je omhoog veegt,
    ritmisch als het vooruitschieten van een kikkervisje.
    soms stop je om je duim te masseren.
    als je gezicht heel dicht bij het mijne is, lijk je op een zeehond.
     
    die hele evolutietheorie klopt niet want dan zouden we
    allang flexibele, rubberen duimen hebben en nekwervels
    die bestand zijn tegen het onophoudelijke vooroverbuigen.
    ik zeg het niet want dan zou jij zuchten en iets zeggen als:
    liefje, laat het denkwerk aan een paard over, die hebben
    een veel groter hoofd.
     
    er zijn weinig mensen die zonder schaamte een confederate flag
    in hun slaapkamer ophangen en jij bent er één van. ik heb ons
    daarom naar mijn huis verplaatst, voor zolang het goed gaat.
    iets met een omvallende boom, trilling en geen oren om het te horen.
     
    het gordijn houdt mijn gezicht in het donker terwijl jouw wimpers
    en mijn beenharen oplichten als kleine vuurvliegjes en ik kan me
    niet voorstellen dat de zon er niet alleen voor mij is,
    niet alleen voor mijn schenen en jouw gezicht,
    maar voor iedereen.
  • 86
    4561

    Vredig

    Edith Kwakernaak
    ze zit in de hoek
    van de kamer
    en warmt zich
    aan de vlammen
    van de kachel

    haar rug leunt
    tegen de smalle muur
    waarin een schuifdeur
    verdwijnt

    de schemerlamp
    beschijnt
    een meisje
    met een mandarijntje

    ze pelt het geconcentreerd
    pakt een partje
    ontvelt dat
    met haar handen en haar tanden

    het blote schijfje beeft
    een vruchtvleesbom zweeft
    tussen duim en wijsvinger

    sapcel na sapcel
    brengt ze vervolgens
    tot ontploffing
    in haar mond
  • 87
    545

    Vuurwagen

    Filips van Wetten
    het jochie in de jurk heeft een zware last vandaag
    zijn oma’s lijk rustend in een rieten mand

    samen met zijn moeders en wat aanhang
    draagt hij haar de kamer uit direct de tuin in

    hij voorop, zijn lange krulhaar flakkert in de bries
    voor tranen heeft hij nu geen tijd

    zwoegend door een erehaag van zorgverleners
    houdt hij haar met twee handen iets te hoog

    de EVV’er draagt een op internet gevonden tekst voor
    een wens dat zij zou hebben kunnen toveren

    de witte Cadillac valt nauwelijks op in de lentesneeuw
    maar de dappere drager heeft de wagen helder voor ogen

    nog een tiental meters en zijn grootste vriendin
    zal wegrijden, het vuur tegemoet
  • 88
    2087

    wake

    klaproos
    ik zie je bij vlagen
    zwaaien
    voor het raam
    op wankele 
    fla
    min
    go
    poot

    en zie je
    in zomeravondtegenlicht
    je kleur bekennen

    zedenmeester wind zucht
    zichtbaar schuddend
    of jij gisteren
    wel had mogen blijven
    soms de stoelendans aan je voorbij dacht

    ha het lot ontweken
    op het verkeerde been gezet

    zolang
    de verbeelding aan staat
  • 89
    1967

    Wanneer je past

    Margreet Schouwenaar


    Wanneer je, om vliegangst te vergeten je vleugels
    hebt afgelegd en achter de winterkleren gehangen,
    tóch valt en je de lift moet nemen en je denkt: het is
    niets, beter dan de trap of een evacuatiematras en
    iemand zegt: je denkt teveel! En jij weet dat geen
    vleugel je past. Je bent nu eenmaal een struikelaar
    en je donsharen worden nooit veren. Daarbij ben je
    wankelmoedig. Alleen in het donker ontsnap je aan
    je schaduw, zelfs het kleinste licht vraagt erom de
    grond te raken. Dus je sluit je ogen en denkt: de kleur
    van chocola! en even overweeg je vooruitgang noch
    beterschap; je bent nu eenmaal breekbaar en paalvast.
     
    En hoewel je ongewild de wind vergeten hebt te danken
    en soms het ruisen van de bomen nauwelijks hoort, voel
    je je gedragen door iets simpels als het weerbericht dat
    kans op regen belooft of alle woorden die je nog kunt
    zeggen voordat, of het liedje dat met lak aan je gedachten
    maar niet zwijgen wil. Even lijkt het dan dat je zolen veren
    en iets je bij je kladden vat, optilt uit de dag. Je lacht, het
    parelt in de ruimte tussen je zinnen. Er is geen schaarste,
    geen tekort. Laat staan een mogelijkheid dat je neerstort.
    Je laat los, spreidt je armen. Je dons heeft veerkracht,
    slagpennen, en je stijgt op. Daar is hij dan: de tocht, zoeter
    dan gedacht. Je bent erbij. Onbevreesd en lammerzacht.
     
     
  • 90
    2747

    Wantijpark

    Maria Ros
    In de voorochtend kom ik mezelf tegen
    blootsvoets,  jurk doorweekt.
    park in rust, alleen de zwerver onder
    zwoerdgrauw plastic, draait zich om
    lantaarnlicht flakkert
     
    ik hoor iemand razen, vals en schel
    klanken uit eigen keel
     in elkaar gedoken reiger vliegt op
    - alsof iedereen kan vliegen- roep ik
    hem woedend na, prijs elk
     
    goudblond haartje
    op kippenvel
     
    tegen de tijd dat licht meer kleur
    geeft word ik steeds struikachtiger
    op de leuning van de bank schik
    ik mijn drogende jurk als
     
    een groene waaier, wrijf seringen
    tussen vingers tot zomergeur
    ritsel glimlachjes op lippen.
     
  • 91
    4805

    Weg

    C.J. (Kees) Faber
    De dijk strekt zich eindeloos uit
    zuigt mijn voeten naar voren.
     
    Als poldermens heb ik te gaan
    de weg is onverbiddelijk.
     
    In mijn hoofd een hoekig labyrint
    gedachten bevechten een uitweg.
  • 92
    271

    Well might the Pythia blush

    Ik was een zwerm.
     
    De sneeuw, die als verdwaalde termen
    om ons heen viel, kon echt niet overal
    tegelijk zijn, ik wist dat-ie mij daarom
    niet langer klissen kon in mijn ijver of
    in de zeldzame – roodbruine berichtjes
     
    die ik via mijn cell, die zoemde als een
     
    ceder, met gladde vingertoppen op glas,
    teder in jouw richting boende – swipete.
     
    Ik had mijn buik vol van
    nieuwe dingen die de wereld konden
    schaden zonder tussenkomst van ons
    zingend mannetje ‘de tijd’, zonder je
     
    kennis van de turndiscipline, of
    zonder chocolade, van Verkade.
    Wij ademen                      
    door, maar je kan wedden dat mijn
    ziel, die niet verwant is aan scheve
     
    blikken, niet aan een moraal, noch
     
    aan enig ‘in de steek gelaten worden’,
    door je gedachten (nu die glimlachen)
    iedere definitie van rechtspraak binnen
    duizend jaar in een subspecies van ons
    mensen
     
    naar de oppervlakte hoopt te brengen.
    Alle verplaatsingen zijn veiliger nu we
    op een volgende dag moeten wachten.
     
    Joost kon weten of we het oude kerkboek
    dat we op de trap hadden achtergelaten in
    de handen van goden mochten verbranden
    laten.
  • 93
    6529

    Wil je voor mij een land tekenen

    Wil je voor mij een land tekenen  
    waar je in juni roodgele kersen kan plukken
    en in augustus de hazelnoten mijn rug masseren
     
    Wil je voor mij een land tekenen
    waar velden onmiskenbaar verstopplaatsen zijn,
    de maïskolven rijpen om te roosteren
     
    Wil je voor mij een land tekenen
    waar ik zomers verblijf  
    `s nachts de sterren tel
    en luister naar geluiden van vossen
    die als oude wijven tekeer gaan
     
    Wil je voor mij een land tekenen
    waar opa met zijn houten stok tegen de muren drumt
    en roept naar mijn neef: “stinkzoon”
    omdat zijn scheet harder klinkt dan die van hem
     
    Wil je voor mij een land tekenen,
    waar ik beef door het gehuil van wolven,
    maar mijn dappere opa harder brult       
    en frisse watervallen door mijn binnenste stromen
  • 94
    4383

    zebra

    rousseau
    midden in de nacht springt een zebra op de weg.
    hij staat op zijn strepen, kan geen kant meer op.
    ik zet hem op de achterbank en rijd huiswaarts.
    hij neemt mijn aktentas, begint er aan te frutten.
    ik roep hem vergeefs tot de orde. hij ritselt
    aan zijn witte buik en toont mij zelfverzekerd  
    een diplomatiek paspoort. de foto is gelijkend.
    ik scan de streepjescode. er volgt een boze smiley.
    zebra schaamt zich diep. het pigment van zijn huid laat los. 
    in zijn onderhemd stapt hij uit mijn wagen.
    niemand zal hem zo herkennen, ook niet zijn beste vriend
  • 95
    1013

    ZEGT ZE

    herman rohaert
    Als ze spreekt dwarrelt as, het legt zich op je huid tot
    flinterdun tapijt, mat, grijs sediment.
     
    Haar hese, doorrookte stem.
     
    Ze heeft het je voorgedaan, het verbrokkelen van het woord
    tot gruis, tot schurende korrels op een tafelblad, je kan
    ze met de hand bijeenvegen, afkloppen,
     
    ze heeft je verleid, gedwongen om vanaf hier verder
    te gaan,
    verder,
    en opnieuw,
    voorbij aan
     
    tot het nog ongezegde, het niet uitgesprokene
    zich aanbiedt, wankel op wit, leeg, roerloos papier,
    als een kalfje op te hoge poten, nog niet
    schoongelikt, zonder plek:
     
    ‘Neem het in je armen!’ zegt ze.
  • 96
    5996

    Zicht

    Edith Kwakernaak

    hoe het strijklicht
    de gemoederen bedaart
    en je weer kunt zien

    hoe een kettingzaag in
    een hazelaarstronk
    een fontein aanzet

    hoe het boven je hoofd
    bloemen sneeuwt
    in slow motion

    strijk over je voorhoofd

    strijk over je wangen,
    je borst, je buik

    strijk licht
  • 97
    4373

    zo ziet vergeten er dus uit

    Anders Schinkel
    ochtendzon op de luide merel
    in de tuin
     
    op de parkeerplaats het geronk van
    auto’s die niet niet willen starten
     
    en op de stoep
    een leger lege containers
    op de plaats rust
     
    je vertrekt met croissantjes in gedachten
    en komt terug met croissantjes in je tas
     
    ongemerkt staat er iets niet in de krant
    het cryptogram los je in recordtijd op
     
    je gaat met de verrekijker op stap
    en ziet in geweldig detail
    de dag voorbijvliegen
     
    de vleugels van de kiekendief
    vormen een diepe V
     
    onder hem buigt het riet
     
    meer niet
  • 98
    2052

    Zonwering

    Een jongen scant de straat beneden op gevaar

    zijn haar krult in zijn nek, sierlijk reikt hij
    naar de staaf en draait de wering laag

    de strepen lopen door zijn hoofd

    hem was een mooie jeugd beloofd, maar
    de lucht was zwanger, vaak
    wachtte hij wat langer onder tafel.  
     
    Zijn kracht is stilte, hij kan besluiten

    dat de buitenwacht niet binnen mag 
    gaat hij nog wandelen misschien
    heeft hij het toch gezien? 
     
    Als de houten latjes kantelen, oogleden
    sluiten voor de zon, kom dan wat later
    maar weerom, blijf niet staan, bel niet aan.    
  • 99
    2443

    “TOEVALLIG”

    Rosa Willemijn Vlogman
    luister mam, zeg ik, het gaat erom dat je die blowjob
    met een heart full of gratitude geeft.
     
    mijn moeder heeft me geleerd een holistisch minnares te zijn:
    overal waar ik ben, is de juiste plek om te beminnen
    ik bemin hier, ik bemin daar en als ik per ongeluk – dan bemin ik ook
    mijn moeder en ik zijn nu “toevallig” op dezelfde plek terechtgekomen
    twee mannen ✨ twee zompige joysticks ✨ gratitude, mam
     
    een van de mannen, een internationale vrachtwagenchauffeur
    vraagt bij alles wat hij doet of ik het vies vind –
    ik weet niet wat hij wil horen y-y-yes-no-daddy
    ik wil dat hij mijn naam op een replica-nummerbord drukt:
    een bewijs dat ik besta rijdt ergens over de internationale snelwegen rond
     
    mijn moeder heeft me geleerd een beschikbaar minnares te zijn:
    de veranderlijkheid van een lichaam is met gemak te negeren
    we zijn beide vertrouwd geraakt met de enige beweging
    die een vrouwelijk lichaam zelfstandig kan maken
    openen 🌸 sluiten 🌸 openen 🌸 gratitude, mam